ECLI:NL:RBAMS:2005:AU9210

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
328327 / KG 05-2168 AB
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie en schadevergoeding door psychiater tegen Vereniging tegen de Kwakzalverij

In deze zaak vordert eiser, een psychiater verbonden aan drie privé-klinieken in België, rectificatie van publicaties door de Vereniging tegen de Kwakzalverij, die hem in verband heeft gebracht met kwakzalverij. Eiser stelt dat de Vereniging onrechtmatig heeft gehandeld door hem te nomineren voor de Meester Kackadoris prijs, een prijs voor kwakzalvers, en dat dit zijn reputatie heeft geschaad. De Vereniging heeft als doel het publiek te waarschuwen voor niet-wetenschappelijk onderbouwde medische behandelingen en heeft in haar publicaties kritiek geuit op de behandelmethoden van eiser, waaronder het gebruik van Omega-3 vetzuren en de Melisatest. Eiser betwist de juistheid van deze beschuldigingen en stelt dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om zijn weerwoord te geven. De voorzieningenrechter oordeelt dat de belangen van de Vereniging zwaarder wegen dan die van eiser, omdat de publicaties slechts tijdelijk online hebben gestaan en de Vereniging het recht heeft om kritisch te zijn over medische praktijken. De vorderingen van eiser worden afgewezen, inclusief de vordering tot schadevergoeding van € 80.000,-. De rechter wijst erop dat er geen bewijs is van onrechtmatig handelen door de Vereniging.

Uitspraak

AB/MB
vonnis 22 december 2005
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t n u m m e r s 328327 / KG 05-2168 AB v a n:
[eiser],
wonende te [woonplaats], te dezer zake woonplaats kiezende te Amsterdam,
e i s e r bij dagvaarding van 17 november 2005,
procureur mr. B.F.G. Koren,
advocaat mr. F.P.J. Bots te Maastricht,
t e g e n :
de vereniging DE VERENIGING TEGEN DE KWAKZALVERIJ,
gevestigd te Amsterdam,
g e d a a g d e ,
procureur mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
advocaat mr. S.N. Vlaar te Den Haag.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter terechtzitting van 7 december 2005 heeft eiser, verder te noemen [eiser], gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, verder te noemen De Vereniging, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. [eiser] is psychiater. Hij is verbonden aan drie privé-klinieken in België en heeft in de loop der jaren diverse onderscheidingen ontvangen, onder meer in België en Amerika. Vanaf 1999 was [eiser] hoogleraar B aan de medische faculteit te Maastricht. Zijn aanstelling daar is inmiddels beëindigd. [eiser] is het daarmee niet eens en heeft daarover een procedure aanhangig gemaakt, die nog niet is afgerond.
b. De Vereniging stelt zich ten doel de bestrijding van kwakzalverij in de ruimste zin van
het woord. Onder kwakzalverij verstaat De Vereniging het toepassen van behandelmethoden en/of onderzoeksmethoden waarvan het nut niet wetenschappelijk is aangetoond. De Vereniging probeert haar doel te bereiken door het uitgeven van een tijdschrift, door het geven van commentaren op radio en televisie, door het publiceren van artikelen in dagbladen en vaktijdschriften en door het geven van advies aan slachtoffers van alternatieve genezers en andere kwakzalvers. Voorzitter van De Vereniging is de gynaecoloog [voorzitter vereniging] (hierna: [voorzitter vereniging]).
c. Volgens een website van “Melisa Medica Foundation” heeft [eiser] samen met [Prof. V. S.] meegewerkt aan een symposium op 12 december 2002 over neuropsychiatrische aandoeningen, risicofactoren en behandelingen, waarbij metaalallergie, voeding, immuniteit en intracellulaire factoren centraal stonden. Op deze website is ook, bij indicaties voor de zogenoemde Melisa (Memory lymphocyte immunostimulation assay)-test, vermeld dat metaalallergie een rol zou spelen bij een groot aantal ziektes, zoals Multiple Sclerose, de ziekte van Crohn, autisme en depressies.
d. Op de website van [eiser] uit 2004 is een aantal mogelijke oorzaken vermeld voor de
ziektes “chronisch vermoeidheidssyndroom”, “Fybromyalgia”, “depressie”, “vitale uitputting” en “burn out”. Als voorbeelden voor mogelijke behandelingen (“evidence-based treatment”) van deze aandoeningen werden op deze website onder meer vermeld: “metaal-chelatie” en “accupunctuur”.
e. In juni 2004 heeft [voorzitter vereniging] een artikel geschreven in het tijdschrift van de
Vereniging waarin [eiser] en de Melisatest worden besproken en waarin [voorzitter vereniging] betoogt dat deze test ondeugdelijk is.
f. In het blad Humo van 1 maart 2005 is als citaat van [eiser] vermeld: “Alle psychische
aandoeningen zijn lichamelijk. Honderd procent.”
g. Volgens een artikel in Het Belang van Limburg van 17 juni 2005 heeft [eiser] in zijn
nieuwe boek “Van Freud tot Omega-3” het onmiskenbare verband aangetoond tussen Westerse “beschavingsziekten” als depressie en ADHD en verkeerde voeding, vooral gekenmerkt door een tekort aan Omega-3 vetzuren. Verder staat in dit artikel dat hij in zijn “nieuwe psychiatrie”, naast anti-depressiva en onti-oxydanten, Omega-3 supplementen gebruikt.
h. Volgens enige medische studies zijn er aanwijzingen dat Omega-3 vetzuren nuttig
kunnen zijn, bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen, maar er is volgens diezelfde studies meer onderzoek noodzakelijk. Bij brief van 25 november 2005 zegt [prof. dr. A.F.H. S.] daarover:
“Deze studies zijn echter veel te kort en bij een veel te klein aantal patiënten uitgevoerd om hier conclusies aan te kunnen verbinden. (...) Om dus enig effect aan te tonen (...) zijn grote gerandomiseerde onderzoeken nodig (...) alvorens deze middelen voor deze indicatie geregistreerd zouden kunnen worden. Bij de huidige stand van zaken is er dus geen plaats voor visolie bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen.”
i. De Vereniging heeft een prijs ingesteld voor de kwakzalver van het jaar, de Meester Kackadoris prijs. Deze naam is ontleend aan de oude middeleeuwse kwakzalver, wiens avonturen later werden beschreven in het “Tafelspel van Meester Kackadoris” uit 1631 van Marnix van St. Aldegonde. De Vereniging heeft in september 2005 in haar tijdschrift en op haar website de kandidaten voor de prijs voor het jaar 2005 bekend gemaakt. Op de website stond over [eiser], die (althans wiens werkgever de vakgroep Klinische en Experimentele Psychiatrie en Neuropsychologie van de Universiteit van Maastricht) voor de prijs genomineerd was, het volgende:
“Dr. M. [eiser]. Vanaf 1999 was de Gentse neuropsychiater [eiser] als hoogleraar B verbonden aan de vakgroep Klinische en Experimentele Psychiatrie en Neuropsychiatrie, Medische Faculteit Maastricht. Aanvankelijk had hij een succesvolle wetenschappelijke carrière in de moleculaire psychiatrie, maar in de laatste jaren manifesteerde hij zich steeds meer in alternatieve richting. Hij doet dat m.n. in zijn privé-klinieken in Hasselt, Antwerpen en Gent. Hij beweert in interviews dat alle psychiatrische ziekten een lichamelijke of ook wel psycho-neuro-immunologische oorzaak hebben, veelal berustend op tekorten aan omega-3 vetzuren. Ook zware metalen, bijv. in amalgaamvullingen worden door hem aansprakelijk gesteld voor veel ernstige chronische ziekten en hij werkt daarbij samen met de omstreden [prof. V. S.] die de MELISA-test uitbaat. Zijn affiliatie met de Universiteit van Maastricht is inmiddels beëindigd.”
j. Op 17 september 2005 heeft [R.A.P. K.] in het Nederlands Tijdschrift voor
Geneeskunde een artikel geschreven onder de kop “(...) (MELISA): onbruikbaar bij de diagnostiek van metaalallergie”.
k. Op 30 september 2005 heeft het ANP op zijn website melding gemaakt van de nominatie
van de vakgroep, waarbij [eiser] met naam en toenaam is genoemd.
l. Op 7 oktober 2005 heeft De Vereniging op haar website onder meer de volgende berichten geplaatst:
“Onze shortlist vermeldde de vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie Medische Faculteit Maastricht (prof. dr. M. [eiser]) als een van de genomineerden. Bij deze nominatie blijkt een correctie noodzakelijk. Wij verkeerden in de veronderstelling dat de heer [eiser] nog steeds verbonden was aan deze vakgroep van de Maastrichtse faculteit. (...) hetgeen achteraf onjuist is gebleken.”
m. Op 17 oktober 2005 is op de website van het tijdschrift Medisch Contact vermeld dat de
nominatie van de Universiteit van Maastricht geschrapt is, omdat de “bekritiseerde hoogleraar” daar niet meer werkt. In het daarbij geplaatste artikeltje is [eiser] eveneens met naam en toenaam vermeld.
n. Naar aanleiding van protesten van [eiser] heeft de Vereniging het
onder l genoemde bericht op 27 oktober 2005 geanonimiseerd. Nu staat er over de nominatie van voornoemde vakgroep (via een link op de website) het volgende:
“Vereniging tegen de Kwakzalverij trekt nominatie Medische Faculteit Maastricht in.
(...)
Nadere Toelichting van het Bestuur van de Vereniging tegen de Kwakzalverij
Onze shortlist vermeldde de vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie, Medische Faculteit Maastricht als een van de genomineerden. Bij deze nominatie blijkt een correctie noodzakelijk. Wij verkeerden in de veronderstelling dat een zekere hoogleraar, die in toenemende mate alternatieve geneeswijzen ging toepassen, nog steeds verbonden was aan deze vakgroep van de Maastrichtse Faculteit. Wij hadden onze informatie met name gebaseerd op de gegevens die tot begin oktober 2005 te vinden waren op de websites van het Academisch Ziekenhuis en de Universiteit Maastricht (...)
- Deze hoogleraar, die de directe aanleiding vormde om de UM te nomineren voor de prijs, stond daar als hoogleraarstaflid vermeld bij de afdeling Klinische en Experimentele Psychiatrie en Neuropsychiatrie. Op die pagina stond ook zijn universitair e-mail-adres en een link naar zijn universitaire webpagina, waar zijn functie als hoogleraar B Psychiatrie duidelijk vermeld was. Hij stond eveneens in de elektronische telefoongids van de Universiteit vermeld.
- Op de website van de Universiteit, c.q. het Academisch Ziekenhuis lazen wij bovendien dat hij in 2004 en 2005 de eerste promotor was bij twee proefschriften. Daaruit hebben wij geconcludeerd dat hij nog altijd het ius promovendi van de universiteit bezat, hetgeen achteraf onjuist is gebleken.
Tenslotte vonden wij op de website “PubMed” (de internationale medische database) een aantal publicaties uit 2005 met de hoogleraar als (mede-)auteur met vermelding van zijn affiliatie met de Universiteit van Maastricht.
De Universiteit liet ons daarop weten dat de informatie over haar relatie met deze persoon niet meer klopte. In goed overleg met het College van Bestuur van de Universiteit is daarom de bovenstaande gezamenlijke verklaring opgesteld.
Wij hebben vervolgens de nominatie van de Medische Faculteit Maastricht uit onze shortlist op de website verwijderd (...).
o. [prof. dr. R.J. S.], Hoofd van de afdeling Exp. Pathologie en Tumorimmunologie
van het VU medisch centrum, heeft in een verklaring aan het bestuur van De Vereniging meegedeeld dat hij de conclusies van Koene in publicaties van 17 september 2005 (zie onder j) en van 19 november 2005 over de ondeugdelijkheid van de Melisatest onderschrijft.
p. In een artikel van [J.W.M. van der M.], [R. van de K.], [G.K.H. T.] en [G.H.J. B.], allen verbonden aan het Medisch Centrum St. Radboud te Nijmegen, in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 6 september 2003 is onder meer het volgende vermeld:
“Uit de ter beschikking staande gegevens is niet op te maken of HPU (Hemopyrrollac-tamurie, vzr.) een bestaande aandoening is. (...) Indien het hier, zoals wij vrezen, gaat om een niet-bestaande ziekte, dan is er sprake van ernstige misleiding.”
q. In een publicatie van het KEAC (het Klinisch Ecologisch Analysecentrum) is de naam
van [eiser] vermeld in een lijst met “Behandelaars bekend met HPU”.
2. [eiser] vordert thans veroordeling van De Vereniging tot:
- het geheel verwijderen en verwijderd houden van de berichtgeving omtrent [eiser] op
haar website;
- het plaatsen van een rectificatie in De Volkskrant, Het Laatste Nieuws, in Acta
Psychiatrica, in het Tijdschrift voor Psychiatrie en op de website van De Vereniging;
- het zich in de toekomst onthouden van openbare berichtgeving waarbij [eiser] direct of
indirect in verband wordt gebracht met kwalzalverij;
- het noemen van de namen van degenen die [eiser] hebben
voorgedragen voor de uitverkiezing van de kwakzalver van het jaar 2005;
dit alles op straffe van verbeurte van een dwangsom; alsmede tot:
- het betalen van een bedrag van € 80.000,- als voorschot op de vergoeding van door
[eiser] geleden schade en
- het betalen van de proceskosten.
3. [eiser] heeft zijn vordering, samengevat, als volgt toegelicht. [eiser] is een bekende en
ervaren psychiater. Hij is hoogleraar aan de Vanderbilt University in Nashville en heeft tal van prijzen gewonnen. De voorzitter van De Vereniging, [voorzitter vereniging], heeft zijn diepste haat gereserveerd voor gediplomeerde artsen die er alternatieve geneeskunde bij doen. In zijn kritiek op dergelijke artsen handelt hij allerminst wetenschappelijk verantwoord. Dat blijkt wel uit zijn publicaties waarin hij dergelijke artsen omschrijft als mensen met “grootheidsideeën, overmatige distinctiedrift en andere karakterneurosen en zelf grovere psychiatrische problematiek”. Door [eiser] te nomineren als “kwakzalver van het jaar 2005” heeft De Vereniging onrechtmatig en onzorgvuldig jegens hem gehandeld. De vermelde feiten in de publicatie op de website zijn onjuist en [eiser] is niet in de gelegenheid gesteld een weerwoord te geven. Als dat wel was gedaan, had [eiser] geantwoord dat alle ziektes uiteraard organisch bepaald zijn, dan hij nooit heeft beweerd dat veelal Omega-3 vetzuren een oorzaak zijn, maar alleen dat deze een rol spelen (wat door onderzoek is gevalideerd), dat hij niet heeft samengewerkt met [prof. V. S.], dat metalen uiteraard een rol spelen bij sommige psychiatrische ziektes, wat ook in klassieke standaardwerken van de psychiatrische literatuur is beschreven, dat hij zich niet in alternatieve richting manifesteert en dat aan de universiteiten de academische vrijheid in acht wordt genomen. De Vereniging heeft [eiser] in zijn eer en goede naam aangetast door hem in verband te brengen met kwakzalverij. De term kwakzalver heeft bij het publiek een zeer negatieve lading, zo wordt ook in de jurisprudentie over dit onderwerp aangenomen. De Vereniging heeft weliswaar de aanvankelijke tekst van haar website verwijderd, maar ook de geanonimiseerde versie is onacceptabel. Het Internet was als het ware een voor een groot publiek toegankelijk plein waar mensen elkaar ontmoeten, maar is inmiddels verworden tot een plein dat in een achterbuurt ligt. Een rectificatie is niet alleen in het belang van [eiser], maar ook in het belang van de maatschappij, die het helemaal gehad heeft met het jarenlange verval van onze beschaving. Het algemeen belang verlangt dat De Vereniging een halt wordt toegeroepen. Bovendien heeft [eiser] ondanks dat het bericht nu geanonimiseerd is al schade geleden, doordat diverse media, onder andere het ANP, de Volkskrant en Medisch Contact, [eiser] ook met naam en toenaam in hun berichten hebben vermeld. [eiser] heeft materiële en immateriële schade geleden. Er moet rekening mee gehouden worden dat patiënten zich van hem afkeren vanwege de nominatie en dat zijn status van medisch-specialist is aangetast. De schade wordt voorlopig begroot op € 20.000,- voor hem privé, € 10.000,- per kliniek en € 10.000,- voor de zakelijke onderdelen daarvan (één B.V. per kliniek, waarin met name onroerende zaken zijn ondergebracht). [eiser] kan er, mede vanwege de opstelling van [voorzitter vereniging], niet op vertrouwen dat De Vereniging voortaan niet weer dergelijke ongefundeerde lichtvaardige beschuldigingen aan zijn adres zal uiten. Daarom is niet alleen een rectificatie, maar ook een verbod voor de toekomst nodig. Aldus [eiser].
4. De Vereniging heeft tegen de vordering verweer gevoerd, welk verweer, voor zover nodig, hierna aan de orde zal komen.
Beoordeling van het geschil.
5. De eerste vordering van [eiser] betreft het verwijderen en verwijderd houden van de tekst
op de website van De Vereniging. Zoals De Vereniging onweersproken heeft aangevoerd heeft zij de oorspronkelijke tekst al na enkele dagen en de onder l genoemde tekst geruime tijd geleden (op 27 oktober 2005) reeds van haar website afgehaald. Deze vordering kan dus slechts betrekking hebben op de tekst zoals deze thans nog op de website te zien is, te weten de tekst weergegeven onder 1 n. Daarin is de naam van [eiser] niet vermeld. Hoewel insiders mogelijk op basis van de beschrijving van “een zekere hoogleraar” en de toelichting daarbij daarin [eiser] kunnen herkennen, bestaat onvoldoende aanleiding om De Vereniging te verplichten de huidige mededeling van haar website af te halen. Dit zou immers een aantasting zijn van de vrijheid van meningsuiting van De Vereniging, waarvoor voorshands geen rechtvaardiging bestaat. [eiser] heeft onvoldoende gesteld om aan te nemen dat De Vereniging door op haar website mede te delen dat de activiteiten van “een zekere hoogleraar” aanleiding vormden om de faculteit Maastricht te nomineren en dat deze hoogleraar zich “in toenemende mate alternatieve geneeswijzen ging toepassen”, onrechtmatig handelt jegens [eiser]. Bij dit oordeel dient ook het hierna volgende te worden betrokken.
6. [eiser] heeft in de tweede plaats gevorderd dat De Vereniging een rectificatie dient te
plaatsen in diverse media. Uitgangspunt is hier dat rectificatie kan worden geboden, indien de publicatie onnodig grievend is en/of als sprake is van publicatie van onjuiste of door onvolledigheid misleidende gegevens van feitelijke aard. Of de publicatie gerectificeerd zal moeten worden, dient te worden beoordeeld in het kader van en de context waarin zij werd gedaan, met inachtneming van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij dienen tevens een rol te spelen enerzijds het belang dat burgers of rechtspersonen niet door publicaties in de pers worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen en anderzijds het belang dat men zich (in het openbaar) kritisch, informerend, opiniërend of waarschuwend moet kunnen uitlaten om te voorkomen dat door een gebrek aan bekendheid bij het grote publiek, misstanden die de samenleving raken, kunnen blijven voortbestaan. Welk van deze belangen de doorslag behoort te geven, hangt af van de omstandigheden van het geval.
7. De Vereniging stelt zich ten doel om het publiek te waarschuwen voor en te informeren over (medische) behandelingen waarvan het nut niet wetenschappelijk is aangetoond. Zij dient zich in dat kader kritisch te kunnen uitlaten over (bijvoorbeeld) het toedienen van Omega-3 voedingssupplementen en het gebruik van de zogenoemde Melisatest in het kader van psychiatrische aandoeningen, nu volgens diverse publicaties (zie onder 1 h, j en o), de werkzaamheid daarvan op zijn minst in twijfel kan worden getrokken. Anderzijds heeft [eiser] er belang bij dat hij niet lichtvaardig in verband wordt gebracht met het begrip “kwakzalver”, welk begrip een negatieve lading heeft en volgens het woordenboek Van Dale als primaire betekenis heeft:
“Iemand die nutteloze middelen toepast ter genezing van de een of andere ziekte of middelen beweert te kennen tegen alle mogelijke ziekten, ofwel iemand die zulke middelen, meestal met veel ophef, te koop aanbiedt; Onbevoegd beoefenaar van de geneeskunst;”
8. Hoewel volgens De Vereniging uiteindelijk niet [eiser] zelf, maar de medische faculteit was genomineerd voor de Meester Kackadoris prijs (omdat deze is ingesteld voor instellingen en niet voor personen) en de nominatie uiteindelijk is ingetrokken, heeft De Vereniging met deze hele gang van zaken [eiser] zelf in verband gebracht met de prijs en het begrip kwakzalver. Er was immers geen andere aanleiding voor de nominatie van de vakgroep in Maastricht dan haar vermeende connecties met [eiser]. Als gronden voor de nominatie heeft De Vereniging met name genoemd dat [eiser] van oordeel is dat alle psychiatrische ziekten lichamelijk te duiden zijn en dat hij Omega-3 preparaten, de Melisatest, een HPU-test en de zogenoemde biophotonenmeter (die de aanwezigheid van bètacaroteen in de huid meet) hanteert bij zijn behandelingen, zonder dat het nut daarvan wetenschappelijk is aangetoond. De Vereniging heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat [eiser] het gebruik van deze middelen hanteert, of in elk geval heeft aanbevolen. [eiser] heeft in ieder geval voorshands niet aangetoond dat de mededelingen van De Vereniging feitelijk onjuist zijn. Hoewel dit kort geding zich niet leent voor een oordeel over de vraag of het gebruik maken van deze middelen (medisch) verantwoord is, kan, zoals hiervoor reeds is overwogen, voorshands wel worden aangenomen dat de effectiviteit daarvan door diverse medici in twijfel is getrokken. Onder deze omstandigheden, in combinatie met het feit dat de mededelingen over [eiser] slechts gedurende korte tijd en inmiddels reeds ongeveer twee maanden geleden op de website hebben gestaan, dienen de belangen van De Vereniging in dit geval zwaarder te wegen dan die van [eiser] en bestaat vooralsnog geen grond om de door [eiser] gevorderde rectificatie toe te wijzen. Dat geldt ook voor de vordering om de naam bekend te maken van degenen die [eiser], althans de medische faculteit Maastricht, hebben voorgedragen voor de prijs.
9. De vordering van [eiser] om De Vereniging te verbieden hem in de toekomst, direct of indirect, in verband te brengen met kwakzalverij is evenmin toewijsbaar. Toewijzing daarvan zou immers neerkomen op een verbod vooraf, terwijl per geval, met inachtneming van de concrete omstandigheden daarvan, zal moeten worden beoordeeld of voor het opleggen van een dergelijk verbod aanleiding bestaat.
10. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien voldoende aannemelijk is dat de rechter deze in een eventuele bodemprocedure zal toewijzen en van eiser niet kan worden gevergd de uitkomst van een dergelijke procedure af te wachten.
11. Nu uit het voorgaande volgt dat voorshands van enig onrechtmatig handelen van De Vereniging jegens [eiser] niet gebleken is, voldoet de vordering niet aan het onder 9 genoemde criterium, zodat deze zal worden afgewezen.
12. Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiser] worden veroordeeld in de kosten van dit
geding.
BESLISSING IN KORT GEDING
De voorzieningenrechter:
1. Weigert de gevraagde voorzieningen.
2. Veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van De Vereniging begroot op:
- € 244,= aan vastrecht en
- € 816,= aan salaris procureur.
3. Verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door de vice-president mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter in kort geding in de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 22 december 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: