b. De Vereniging stelt zich ten doel de bestrijding van kwakzalverij in de ruimste zin van
het woord. Onder kwakzalverij verstaat De Vereniging het toepassen van behandelmethoden en/of onderzoeksmethoden waarvan het nut niet wetenschappelijk is aangetoond. De Vereniging probeert haar doel te bereiken door het uitgeven van een tijdschrift, door het geven van commentaren op radio en televisie, door het publiceren van artikelen in dagbladen en vaktijdschriften en door het geven van advies aan slachtoffers van alternatieve genezers en andere kwakzalvers. Voorzitter van De Vereniging is de gynaecoloog [voorzitter vereniging] (hierna: [voorzitter vereniging]).
c. Volgens een website van “Melisa Medica Foundation” heeft [eiser] samen met [Prof. V. S.] meegewerkt aan een symposium op 12 december 2002 over neuropsychiatrische aandoeningen, risicofactoren en behandelingen, waarbij metaalallergie, voeding, immuniteit en intracellulaire factoren centraal stonden. Op deze website is ook, bij indicaties voor de zogenoemde Melisa (Memory lymphocyte immunostimulation assay)-test, vermeld dat metaalallergie een rol zou spelen bij een groot aantal ziektes, zoals Multiple Sclerose, de ziekte van Crohn, autisme en depressies.
d. Op de website van [eiser] uit 2004 is een aantal mogelijke oorzaken vermeld voor de
ziektes “chronisch vermoeidheidssyndroom”, “Fybromyalgia”, “depressie”, “vitale uitputting” en “burn out”. Als voorbeelden voor mogelijke behandelingen (“evidence-based treatment”) van deze aandoeningen werden op deze website onder meer vermeld: “metaal-chelatie” en “accupunctuur”.
e. In juni 2004 heeft [voorzitter vereniging] een artikel geschreven in het tijdschrift van de
Vereniging waarin [eiser] en de Melisatest worden besproken en waarin [voorzitter vereniging] betoogt dat deze test ondeugdelijk is.
f. In het blad Humo van 1 maart 2005 is als citaat van [eiser] vermeld: “Alle psychische
aandoeningen zijn lichamelijk. Honderd procent.”
g. Volgens een artikel in Het Belang van Limburg van 17 juni 2005 heeft [eiser] in zijn
nieuwe boek “Van Freud tot Omega-3” het onmiskenbare verband aangetoond tussen Westerse “beschavingsziekten” als depressie en ADHD en verkeerde voeding, vooral gekenmerkt door een tekort aan Omega-3 vetzuren. Verder staat in dit artikel dat hij in zijn “nieuwe psychiatrie”, naast anti-depressiva en onti-oxydanten, Omega-3 supplementen gebruikt.
h. Volgens enige medische studies zijn er aanwijzingen dat Omega-3 vetzuren nuttig
kunnen zijn, bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen, maar er is volgens diezelfde studies meer onderzoek noodzakelijk. Bij brief van 25 november 2005 zegt [prof. dr. A.F.H. S.] daarover:
“Deze studies zijn echter veel te kort en bij een veel te klein aantal patiënten uitgevoerd om hier conclusies aan te kunnen verbinden. (...) Om dus enig effect aan te tonen (...) zijn grote gerandomiseerde onderzoeken nodig (...) alvorens deze middelen voor deze indicatie geregistreerd zouden kunnen worden. Bij de huidige stand van zaken is er dus geen plaats voor visolie bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen.”
i. De Vereniging heeft een prijs ingesteld voor de kwakzalver van het jaar, de Meester Kackadoris prijs. Deze naam is ontleend aan de oude middeleeuwse kwakzalver, wiens avonturen later werden beschreven in het “Tafelspel van Meester Kackadoris” uit 1631 van Marnix van St. Aldegonde. De Vereniging heeft in september 2005 in haar tijdschrift en op haar website de kandidaten voor de prijs voor het jaar 2005 bekend gemaakt. Op de website stond over [eiser], die (althans wiens werkgever de vakgroep Klinische en Experimentele Psychiatrie en Neuropsychologie van de Universiteit van Maastricht) voor de prijs genomineerd was, het volgende:
“Dr. M. [eiser]. Vanaf 1999 was de Gentse neuropsychiater [eiser] als hoogleraar B verbonden aan de vakgroep Klinische en Experimentele Psychiatrie en Neuropsychiatrie, Medische Faculteit Maastricht. Aanvankelijk had hij een succesvolle wetenschappelijke carrière in de moleculaire psychiatrie, maar in de laatste jaren manifesteerde hij zich steeds meer in alternatieve richting. Hij doet dat m.n. in zijn privé-klinieken in Hasselt, Antwerpen en Gent. Hij beweert in interviews dat alle psychiatrische ziekten een lichamelijke of ook wel psycho-neuro-immunologische oorzaak hebben, veelal berustend op tekorten aan omega-3 vetzuren. Ook zware metalen, bijv. in amalgaamvullingen worden door hem aansprakelijk gesteld voor veel ernstige chronische ziekten en hij werkt daarbij samen met de omstreden [prof. V. S.] die de MELISA-test uitbaat. Zijn affiliatie met de Universiteit van Maastricht is inmiddels beëindigd.”
j. Op 17 september 2005 heeft [R.A.P. K.] in het Nederlands Tijdschrift voor
Geneeskunde een artikel geschreven onder de kop “(...) (MELISA): onbruikbaar bij de diagnostiek van metaalallergie”.
k. Op 30 september 2005 heeft het ANP op zijn website melding gemaakt van de nominatie
van de vakgroep, waarbij [eiser] met naam en toenaam is genoemd.
l. Op 7 oktober 2005 heeft De Vereniging op haar website onder meer de volgende berichten geplaatst:
“Onze shortlist vermeldde de vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie Medische Faculteit Maastricht (prof. dr. M. [eiser]) als een van de genomineerden. Bij deze nominatie blijkt een correctie noodzakelijk. Wij verkeerden in de veronderstelling dat de heer [eiser] nog steeds verbonden was aan deze vakgroep van de Maastrichtse faculteit. (...) hetgeen achteraf onjuist is gebleken.”
m. Op 17 oktober 2005 is op de website van het tijdschrift Medisch Contact vermeld dat de
nominatie van de Universiteit van Maastricht geschrapt is, omdat de “bekritiseerde hoogleraar” daar niet meer werkt. In het daarbij geplaatste artikeltje is [eiser] eveneens met naam en toenaam vermeld.
n. Naar aanleiding van protesten van [eiser] heeft de Vereniging het
onder l genoemde bericht op 27 oktober 2005 geanonimiseerd. Nu staat er over de nominatie van voornoemde vakgroep (via een link op de website) het volgende:
“Vereniging tegen de Kwakzalverij trekt nominatie Medische Faculteit Maastricht in.
(...)
Nadere Toelichting van het Bestuur van de Vereniging tegen de Kwakzalverij
Onze shortlist vermeldde de vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie, Medische Faculteit Maastricht als een van de genomineerden. Bij deze nominatie blijkt een correctie noodzakelijk. Wij verkeerden in de veronderstelling dat een zekere hoogleraar, die in toenemende mate alternatieve geneeswijzen ging toepassen, nog steeds verbonden was aan deze vakgroep van de Maastrichtse Faculteit. Wij hadden onze informatie met name gebaseerd op de gegevens die tot begin oktober 2005 te vinden waren op de websites van het Academisch Ziekenhuis en de Universiteit Maastricht (...)
- Deze hoogleraar, die de directe aanleiding vormde om de UM te nomineren voor de prijs, stond daar als hoogleraarstaflid vermeld bij de afdeling Klinische en Experimentele Psychiatrie en Neuropsychiatrie. Op die pagina stond ook zijn universitair e-mail-adres en een link naar zijn universitaire webpagina, waar zijn functie als hoogleraar B Psychiatrie duidelijk vermeld was. Hij stond eveneens in de elektronische telefoongids van de Universiteit vermeld.
- Op de website van de Universiteit, c.q. het Academisch Ziekenhuis lazen wij bovendien dat hij in 2004 en 2005 de eerste promotor was bij twee proefschriften. Daaruit hebben wij geconcludeerd dat hij nog altijd het ius promovendi van de universiteit bezat, hetgeen achteraf onjuist is gebleken.
Tenslotte vonden wij op de website “PubMed” (de internationale medische database) een aantal publicaties uit 2005 met de hoogleraar als (mede-)auteur met vermelding van zijn affiliatie met de Universiteit van Maastricht.
De Universiteit liet ons daarop weten dat de informatie over haar relatie met deze persoon niet meer klopte. In goed overleg met het College van Bestuur van de Universiteit is daarom de bovenstaande gezamenlijke verklaring opgesteld.
Wij hebben vervolgens de nominatie van de Medische Faculteit Maastricht uit onze shortlist op de website verwijderd (...).
o. [prof. dr. R.J. S.], Hoofd van de afdeling Exp. Pathologie en Tumorimmunologie
van het VU medisch centrum, heeft in een verklaring aan het bestuur van De Vereniging meegedeeld dat hij de conclusies van Koene in publicaties van 17 september 2005 (zie onder j) en van 19 november 2005 over de ondeugdelijkheid van de Melisatest onderschrijft.
p. In een artikel van [J.W.M. van der M.], [R. van de K.], [G.K.H. T.] en [G.H.J. B.], allen verbonden aan het Medisch Centrum St. Radboud te Nijmegen, in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 6 september 2003 is onder meer het volgende vermeld:
“Uit de ter beschikking staande gegevens is niet op te maken of HPU (Hemopyrrollac-tamurie, vzr.) een bestaande aandoening is. (...) Indien het hier, zoals wij vrezen, gaat om een niet-bestaande ziekte, dan is er sprake van ernstige misleiding.”
q. In een publicatie van het KEAC (het Klinisch Ecologisch Analysecentrum) is de naam
van [eiser] vermeld in een lijst met “Behandelaars bekend met HPU”.