ECLI:NL:RBAMS:2006:AV1593

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
13/529127-05
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dreiging met bomaanslag en afpersing via e-mail aan televisieprogramma

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 januari 2006 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die een e-mail heeft verzonden naar de redactie van het televisieprogramma 'Hart van Nederland' van SBS6. In deze e-mail dreigde de verdachte met een bomaanslag op een schip tijdens Sail 2005 en op verschillende locaties in Amsterdam, waaronder een perron en hotels, als er op 16 augustus 2005 geen tipgeld van vier miljoen euro zou worden betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot afpersing en het opzettelijk verstoren van de openbare orde door valse signalen te geven. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht door de Reclassering Nederland. De beslissing is genomen na beraadslaging op basis van het onderzoek tijdens de terechtzitting op 17 januari 2006. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte, die als verminderd toerekeningsvatbaar werd beschouwd. De rechtbank heeft ook verbeurdverklaring van inbeslaggenomen goederen bevolen, waaronder een computer en een diskette.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/529127-05
Datum uitspraak: 31 januari 2005
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, 5e meervoudige kamer B, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het Huis van Bewaring “Almere-Binnen” te Almere.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
17 januari 2006.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd dat
hij op of omstreeks 15 augustus 2005 te Amsterdam en/of Hilversum en/of
Workum, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld SBS6 en/of de gemeente
Amsterdam te dwingen tot de afgifte van (de helft van) vier miljoen euro, in
elk geval geld, geheel of ten dele toebehorende aan SBS6 en/of de gemeente
Amsterdam, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, het
volgende heeft gedaan:
verdachte heeft een e-mail geschreven en/of verzonden aan de redactie van het
televisieprogramma "Hart van Nederland" (welke redactie onderdeel uitmaakt van
de omroep SBS6), waarin hij, zakelijk weergegeven, (onder meer) dreigt met
(een) bomaanslag(en) op een schip op de Sail 2005 en/of een perron op CS en/of
hotels en/of een steiger en/of onschuldige burgers, indien er op (of
omstreeks) dinsdag 16 augustus 2005 (zijnde een werkdag na het verzenden van
de mail op 15 augustus 2005), (om 13.00 uur) geen (tip)geld, te weten (de
helft van) vier miljoen euro zou worden betaald;
en/of
hij op of omstreeks 15 augustus 2005 te Amsterdam en/of Hilversum en/of
Workum, althans in Nederland: SBS6 en/of de gemeente Amsterdam, ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door een feitelijkheid een of
meer anderen, te weten SBS6 en/of de gemeente Amsterdam, wederrechtelijk te
dwingen iets te doen, te weten het betalen van (tip)geld, van in totaal (de
helft van) vier miljoen euro, immers heeft verdachte:
een e-mail geschreven en/of verzonden aan de redactie van het
televisieprogramma "Hart van Nederland" (welke redactie onderdeel uitmaakt van
de omroep SBS6), waarin hij, zakelijk weergegeven, (onder meer) dreigt met
(een) bomaanslag(en) op een schip op de Sail 2005 en/of een perron op CS en/of
hotels en/of een steiger en/of onschuldige burgers, indien er op (of
omstreeks) dinsdag 16 augustus 2005 (zijnde een werkdag na het verzenden van
de mail op 15 augustus 2005), (om 13.00 uur) geen (tip)geld, te weten (de
helft van) vier miljoen euro zou worden betaald;
en/of
hij op of omstreeks 15 augustus 2005 te Amsterdam en/of Hilversum en/of
Workum, althans in Nederland, opzettelijk door valse alarmkreten en/of
signalen de rust heeft verstoord, immers heeft verdachte opzettelijk
een e-mail geschreven en/of verzonden aan de redactie van het
televisieprogramma "Hart van Nederland" (welke redactie onderdeel uitmaakt van
de omroep SBS6), waarin hij, zakelijk weergegeven, (onder meer) dreigt met
(een) bomaanslag(en) op een schip op de Sail 2005 en/of een perron op CS en/of
hotels en/of een steiger en/of onschuldige burgers, indien er op (of
omstreeks) dinsdag 16 augustus 2005 (zijnde een werkdag na het verzenden van
de mail op 15 augustus 2005), (om 13.00 uur) geen (tip)geld, te weten (de
helft van) vier miljoen euro zou worden betaald.
2. Voorvragen
3. Waardering van het bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 15 augustus 2005 te Amsterdam en/of Hilversum en/of Workum, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld SBS6 en de gemeente
Amsterdam te dwingen tot de afgifte van (de helft van) vier miljoen euro, toebehorende aan SBS6 en/of de gemeente Amsterdam, het volgende heeft gedaan:
verdachte heeft een e-mail geschreven en verzonden aan de redactie van het
televisieprogramma "Hart van Nederland", welke redactie onderdeel uitmaakt van
de omroep SBS6, waarin hij, zakelijk weergegeven, dreigt met een bomaanslag op een schip op Sail 2005 en een perron op CS en hotels en een steiger indien er op dinsdag 16 augustus 2005, zijnde een werkdag na het verzenden van de mail op 15 augustus 2005, om 13.00 uur geen tipgeld, te weten de helft van vier miljoen euro zou worden betaald;
en
hij op 15 augustus 2005 in Nederland: SBS6 en/of de gemeente Amsterdam, ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door een feitelijkheid een of meer anderen, te weten SBS6 en/of de gemeente Amsterdam, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, te weten het betalen van tipgeld, van in totaal de helft van vier miljoen euro, immers heeft verdachte:
een e-mail geschreven en verzonden aan de redactie van het televisieprogramma "Hart van Nederland", welke redactie onderdeel uitmaakt van de omroep SBS6, waarin hij, zakelijk weergegeven, dreigt met een bomaanslag op een schip op Sail 2005 en een perron op CS en hotels en een steiger indien er op dinsdag 16 augustus 2005, zijnde een werkdag na het verzenden van de mail op 15 augustus 2005, om 13.00 uur geen tipgeld, te weten de helft van vier miljoen euro zou worden betaald;
en
hij op 15 augustus 2005 te Amsterdam en/of Hilversum en/of Workum, althans in Nederland, opzettelijk door valse signalen de rust heeft verstoord, immers heeft verdachte opzettelijk
een e-mail geschreven en verzonden aan de redactie van het televisieprogramma "Hart van Nederland", welke redactie onderdeel uitmaakt van de omroep SBS6, waarin hij, zakelijk weergegeven, dreigt met een bomaanslag op een schip op Sail 2005 en een perron op CS en hotels en een steiger indien er op dinsdag 16 augustus 2005, zijnde een werkdag na het verzenden van de mail op 15 augustus 2005, om 13.00 uur geen tipgeld, te weten de helft van vier miljoen euro zou worden betaald.
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
4. Het bewijs
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met oplegging van een bijzondere voorwaarde, met verbeurdverklaring van de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde goederen.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft via een e-mail gepoogd SBS-6 en/of de gemeente Amsterdam geld af te persen door laatstgenoemden te dwingen tot betaling van geld. Alhoewel de wijze waarop deze feiten plaatsvonden allesbehalve professioneel was, werd zij gepleegd tegen de achtergrond van in die periode gepleegde gruwelijke bomaanslagen in Londen, Engeland, waarbij veel slachtoffers zijn gevallen en welke bomaanslagen – ook in Nederland- bij burgers tot gevoelens van zorg heeft geleid. Deze feiten op zich rechtvaardigen een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 25 oktober 2005 blijkt dat verdachte eerder werd veroordeeld terzake van soortgelijke feiten.
Uit de met betrekking tot verdachte opgemaakte rapportage van 31 oktober 2005 van drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, blijkt dat:
-verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd en;
-de kans op herhaling van vergelijkbare feiten groot is bij slechte externe structurering en;
-indien er sprake is van een goede externe structurering de kans op herhaling aanzienlijk kan worden gereduceerd.
De rechtbank neemt deze conclusies over en maakt die tot de hare.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel, dat oplegging van een deels voorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur, met daaraan gekoppeld een verplicht reclasseringscontact, passend en geboden is.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Eén computer, één diskette, één papier en één A4, bijlage abonneegegevens @home,
die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot die voorwerpen het bewezen geachte is begaan.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 33, 33a, 45, 56, 57, 142, 284 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
De voortgezette handeling van:
Poging tot afpersing en poging tot: een ander door enige andere feitelijkheid, gericht tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen
en:
Opzettelijk door valse signalen de rust verstoren.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Tevens kan de tenuitvoerlegging worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarde niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden
- dat veroordeelde zich (onverwijld) stelt en dat hij gedurende de proeftijd blijft onder toezicht en leiding van de Reclassering Nederland, unit Amsterdam, en zich gedurende die proeftijd gedraagt naar de door of namens die instelling te geven aanwijzingen, zolang deze instelling dat noodzakelijk oordeelt.
-dat veroordeelde na zijn detentie wijzigingen van zijn verblijfadres (verdachte heeft ter terechtzitting opgegeven dat hij na zijn detentie zal gaan wonen op het [adres]), terstond zal doorgeven aan eerdergenoemde Reclassering.
Geeft aan genoemde instelling opdracht veroordeelde bij de naleving van die aanwijzingen hulp en steun te verlenen.
Verklaart verbeurd: 1 computer, 1 diskette, 1 papier en 1 A4, bijlage abonneegegevens @home.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter,
mrs. L.C. Bachrach en J.F. Haeck, rechters,
in tegenwoordigheid van J.H. Zandbergen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 januari 2006.