ECLI:NL:RBAMS:2006:AX1472
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- J.A.J. Peeters
- Rechtspraak.nl
Aanspraak op finaleplaats Achmea Kennisquiz na onterechte benoeming als beste
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 12 mei 2006, staat de vraag centraal of de zoon van de eisers aanspraak kan maken op een plaats in de finale van de Achmea Kennisquiz. De eisers, vertegenwoordigd door hun procureur mr. I.M.C.A. Reinders Folmer en advocaat mr. M.D. Kalmijn, hebben de Stichting Evenement Kennisquiz en de besloten vennootschap Endemol Nederland B.V. aangeklaagd. De eisers stellen dat hun zoon, die ten onrechte als beste van Friesland was uitgeroepen, recht heeft op deelname aan de finale, ondanks dat hij niet daadwerkelijk de beste was.
Tijdens de zitting hebben de gedaagden verweer gevoerd en geconcludeerd tot weigering van de gevraagde voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eisers niet als vertegenwoordigers van hun minderjarige zoon optreden, maar voor zichzelf, en dat zij voldoende belang hebben bij de zaak. De rechter heeft geoordeeld dat de fout van de Stichting niet kan worden hersteld door een nieuwe fout te maken, en dat de contractuele bepalingen van de Stichting niet in de weg staan aan de afwijzing van de vordering.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk de gevraagde voorziening geweigerd en de eisers in de kosten van het geding veroordeeld. De uitspraak is gedaan in het kader van een kort geding, waarbij de voorzieningenrechter direct na de zitting uitspraak heeft gedaan vanwege het spoedeisende karakter van de zaak. De uitwerking van het vonnis zal op 18 mei 2006 volgen.