RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t n u m m e r s 338697/KG 06-588 OdC v a n:
de besloten vennootschap VZA BEGELEID VERVOER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
e i s e r e s bij dagvaarding van 28 maart 2006,
procureur mr. H.C. Leemreize,
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE AMSTERDAM (DIENST MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING),
zetelende te Amsterdam,
g e d a a g d e ,
procureur mr. B.C.M. den Teuling,
a l s m e d e t e g e n :
de besloten vennootschap STADSMOBIEL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
t u s s e n k o m e n d e p a r t i j ,
procureur mr. A. Stellingwerff Beintema.
Ter terechtzitting van 20 april 2006 heeft eiseres, verder te noemen VZA, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, met dien verstande dat zij haar eis heeft gewijzigd als hierna onder 2. te melden. Gedaagde, verder te noemen DMO, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. In het incident tot tussenkomst heeft eiseres tot tussenkomst, verder te noemen Stadsmobiel, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte conclusie tot tussenkomst. Tegen de tussenkomst hebben VZA en DMO geen bezwaar aangevoerd. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. VZA is de huidige contractpartij van DMO voor een deel van aanvullende openbaar vervoersdiensten.
b. DMO heeft door middel van een aankondiging van opdracht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 20 september 2005 een openbare Europese aanbesteding uitgeschreven voor het verrichten van diensten van ‘aanvullend openbaar vervoer’ gedurende de periode van 1 juni 2006 tot en met 31 mei 2009, met de mogelijkheid tot verlenging van de opdracht met twee keer een jaar. In de aankondiging staat vermeld dat het gunningcriterium is de economisch meest voordelige aanbieding gelet op de in de aankondiging vermelde criteria.
c. De opdracht is verdeeld in vijf percelen: (1) beschermd vervoer; (2) deur tot deur vervoer, samen reizend; (3) (groeps)vervoer verstandelijk gehandicapten; (4) deur tot deur plus vervoer; (5) kamer tot kamer vervoer. De percelen 1 tot en met 3 staan beschreven in bestek A, percelen 4 en 5 in bestek B. Inschrijving kon plaatsvinden op één of meer percelen, en op één of meer combinaties van percelen, al dan niet van beide bestekken.
d. Hoofdstuk 5 van bestek A bevat de gunningcriteria en gevraagde informatie.
Als gunningcriterium staat (onder 5.1) vermeld: de economisch meest voordelige aanbieding van het samenstel van de afzonderlijke percelen en combinaties van percelen. Hierbij wordt de kwaliteit voor 65% en de prijs voor 35% meegenomen. In een tabel is vervolgens weergegeven op welke wijze dit wordt vormgegeven, aldus:
Criterium Subgunningcriterium Weging
Kwaliteit - betrouwbaarheid uitvoering 30%
- inhoud en tijdplanning van het 20%
implementatieplan
- inhoud van het voorstel voor een 15%
klachtenprocedure
Prijs Zonebedrag per staffel 35%
Het bestek vermeldt dat voor de verschillende subgunningcriteria punten worden toegekend zoals in de paragrafen 5.2 en 5.3 van het bestek beschreven en dat vervolgens die punten worden getotaliseerd, waarbij het samenstel van afzonderlijke percelen en combinaties van percelen met het hoogste aantal punten de economisch meest voordelige aanbieding is.
e. Naar aanleiding van een op 25 oktober 2005 gehouden pre bid meeting is op 9 november 2005 een Nota van Inlichtingen verzonden aan de bestekhouders, waaronder VZA. In bijlage 3 van deze nota wordt de door DMO te volgen gunningprocedure beschreven.
f. Bij brief van 17 november 2005 heeft DMO nog aan aantal vragen, naar aanleiding van de Nota van Inlichtingen ingediend, beantwoord, in verband waarmee de datum van indiening van inschrijvingen is uitgesteld tot 29 november 2005 tussen 10 en 12 uur. Vervolgens hebben (onder meer) VZA en Stadsmobiel tijdig een aanbieding ingediend.
g. Bij brief van 7 maart 2006 heeft DMO aan VZA bericht, voor zover van belang:
(...) De aanbiedingen zijn aan de hand van de in het bestek opgenomen selectie- en gunningcriteria beoordeeld.
Hierbij deel ik u mede dat uit de ontvangen offertes de aanbiedingen van Stadsmobiel BV (percelen 1, 3, 4 en 5) en Connexxion (perceel 2) zijn aangemerkt als de economisch meest voordelige aanbiedingen. Uw aanbieding scoorde op alle drie de kwaliteitsonderdelen minder dan de geselecteerde inschrijvers. Inschrijvers hebben de mogelijkheid om rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze voorgenomen gunning tot 21 dagen na dagtekening van deze brief. (...)
h. Op 9 maart heeft VZA DMO verzocht om een toelichting op de beslissing. Op 22 maart 2006 heeft daartoe tussen DMO en VZA een bespreking plaatsgevonden.
Op 27 maart 2006 heeft DMO aan VZA per e-mail een toelichting op de beoordeling gezonden.
i. Bij brief van 4 april 2006 heeft DMO de toelichting op de inhoudelijke beoordeling van VZA op papier (uiteen)gezet. Daarbij is aan de orde gekomen de beoordeling per matrix voor de betrouwbaarheid in uitvoering, het implementatieplan en de klachtenprocedure.
2. VZA vordert thans, na wijziging van eis, kort gezegd, om DMO te verbieden om over te gaan tot gunning van de opdracht (althans de percelen 1, 4 en 5) aan een andere partij dan VZA, althans om DMO te verbieden de tussen haar en Stadsmobiel en Connexxion gesloten overeenkomst ter zake ten uitvoer te leggen, op straffe van een dwangsom. Verder vordert VZA DMO te bevelen tot een herbeoordeling van de ingediende inschrijvingen, in die zin dat indien DMO overgaat tot gunning van de opdracht (op de percelen 1, 4 en 5) zij dat aan de hand van de gunningcriteria van hoofdstuk 5 van het bestek doet. Tot slot vordert VZA DMO te bevelen om aan haar alle relevante informatie te verschaffen die nodig is voor de toetsing van de beoordeling door VZA van alle inschrijvingen, op straffe van een dwangsom. Subsidiair vordert VZA heraanbesteding van de opdracht.
3. VZA stelt daartoe, samengevat, dat zij drie bezwaren heeft tegen de voorgenomen gunningbeslissing aan anderen dan VZA.
A. de gunningbeslissing is onvoldoende gemotiveerd. DMO heeft onvoldoende inzage gegeven in de beoordeling van de inschrijvingen overeenkomstig de door haar gehanteerde beoordelingssystematiek. Hoewel ook sinds het uitbrengen van de dagvaarding door DMO schriftelijk en mondeling een toelichting op de beslissing is gegeven, is het VZA nog steeds niet duidelijk op welke gronden DMO precies de score van de inschrijving van VZA heeft bepaald. Hierdoor wordt VZA de gerechtvaardigde mogelijkheid ontnomen om te controleren of de aanbestedingsprocedure volgens de regels is verlopen. DMO dient inzichtelijk te maken welk onderling gewicht de gehanteerde submatrices hebben, hoe de (relatieve) score van VZA per matrix en per submatrix was ten opzichte van de van de overige inschrijvers, wat de gronden zijn waarop DMO tot de toekenning van die score per matrix en per submatrix is gekomen, en wat de relatieve scores van de verschillende inschrijvingen van VZA op prijs waren ten opzichte van die van de overige inschrijvers.
B. de gehanteerde waarderingsmethodiek is niet juist. VZA heeft tijdens de bespreking van 22 maart 2006 begrepen dat DMO de inschrijvingen heeft getoetst aan strengere dan wel andere criteria dan die (expliciet) uit hoofdstuk 5 van de bestekken zijn af te leiden, hetgeen niet is toegestaan. DMO heeft ook niet toegelicht op welke wijze zij inschrijvingen op combinaties van percelen zou beoordelen ten opzichte van inschrijvingen op percelen afzonderlijk. VZA stelt dat haar inschrijving voldoet aan de eisen die in de bestekken zijn gesteld, zowel inhoudelijk als wat betreft de vorm. VZA heeft op prijs voor de afzonderlijke percelen alsmede voor enkele combinaties veruit de beste inschrijving gedaan.
C. de wijze waarop VZA volgens DMO bezwaar diende te maken tegen de voorgenomen gunning volgt niet uit de aanbestedingstukken. De brief van 7 maart 2006 en artikel 2.3.10 van het bestek zijn niet eenduidig over de termijn voor het indienen van het bezwaar en de manier waarop. In ieder geval heeft VZA tijdig bezwaar gemaakt. Aldus VZA.
4. DMO voert als verweer, kort gezegd, het volgende aan.
A. Kort na de afwijzingsbrief van 7 maart 2006 heeft DMO de beslissing reeds mondeling toegelicht. Tijdens de bespreking tussen DMO en VZA op 22 maart 2006 heeft DMO een nadere gemotiveerde uitleg gegeven. Aanvullende vragen van VZA zijn vervolgens mondeling dan wel schriftelijk door DMO beantwoord. Tenslotte heeft DMO de beoordeling van de aanbieding van VZA nogmaals uitgebreid toegelicht in de notitie van 4 april 2006. Hiermee heeft DMO ruimschoots aan haar motiveringsverplichting voldaan.
B. DMO komt een zekere vrijheid toe bij de beoordeling van de inschrijvingen in verband met het gehanteerde gunningcriterium. Er kan dan ook slechts een marginale toetsing plaatsvinden. DMO heeft in hoofdstuk 5 van de bestekken en in bijlage 3 bij de Nota van Inlichtingen de gunningcriteria duidelijk uiteen gezet en de procedure voldoet aan de eisen die daaraan in de Europese richtlijnen worden gesteld. Er is geen sprake van een schending van de beginselen van transparantie en non-discriminatie. Overigens geldt, nu VZA een aanbieding heeft gedaan, dat zij akkoord is gegaan met de inhoud van de bestekken, waarin de gunningcriteria zijn beschreven. Tegen de in de Nota van Inlichtingen beschreven procedure is evenmin bezwaar gemaakt door VZA. DMO heeft de inschrijvingen beoordeeld overeenkomstig de beschreven methode. De uitkomst was dat VZA wat betreft de kwaliteit vrijwel steeds als slechtste werd beoordeeld, terwijl VZA ten aanzien van de prijs ook niet veruit de beste aanbieding heeft gedaan. Aldus geldt de aanbieding van VZA niet als de economisch meest voordelige.
C. Uit het bestek blijkt wel degelijk dat een gerechtelijke procedure aanhangig gemaakt moet worden binnen 21 dagen nadat het voornemen tot gunning is bekendgemaakt, maar overigens heeft VZA tijdig de procedure aanhangig gemaakt en heeft zij voldoende tijd gehad om zich op de behandeling voor te bereiden zodat van enige benadeling niet kan worden gesproken.
De beoordeling van de aanbiedingen is regelmatig verlopen en de aanbiedingen van Stadsmobiel en Connexxion zijn de economisch meest voordelige, zodat DMO niet anders kan dan de opdrachten aan hen te gunnen. Het staat DMO niet vrij om in dit stadium aan VZA inzage te geven in de overige aanbiedingen, terwijl dit ook niet nodig is. Aldus DMO.
5. Stadsmobiel vordert als tussenkomende partij, samengevat, primair dat de vorderingen van VZA worden afgewezen en subsidiair herbeoordeling van alle in de aanbesteding ingediende inschrijvingen. Zij stelt daartoe, kort gezegd, dat de vordering van VZA niet kan slagen, nu VZA haar bezwaar tegen de waarderingsmethoden en gunningcriteria, die uit de bestekken volgen, te laat kenbaar maakt; door een aanbieding te doen, is zij hiermee immers akkoord gegaan. De inschrijving van VZA dient uitgesloten te worden van de aanbesteding omdat zij niet is ingericht volgens de eisen van hoofdstuk 5 van de bestekken. VZA heeft verder niet aangetoond dat haar inschrijving op de percelen op basis van de in hoofdstuk 5 opgenomen gunningcriteria als economisch meest voordelige aanbieding geldt, waarbij kwaliteit voor 65% en prijs voor slechts 35% meetelt. De in hoofdstuk 5 opgenomen gunningcriteria zijn transparant aan alle inschrijvers kenbaar gemaakt en niet in strijd met het aanbestedingsrecht, zodat een herbeoordeling enkel op basis van de prijs in ieder geval niet aan de orde kan komen.
6. DMO heeft met betrekking tot de tussenkomst aangevoerd dat Stadsmobiel voor haar primaire vordering aan te merken valt als gevoegde partij aan de zijde van DMO. Met betrekking tot de subsidiaire vordering heeft DMO aangevoerd geen enkele aanleiding te zien om tot herbeoordeling over te gaan.
Beoordeling van het geschil
7. Ten aanzien van het door VZA gestelde bezwaar onder C., dat uit de stukken niet duidelijk naar voren komt wat de termijn is waarbinnen bezwaar gemaakt moet worden tegen een voorgenomen gunning en op welke manier dit dient te gebeuren, wordt geoordeeld dat, nu VZA haar bezwaren aan de voorzieningenrechter aan de orde heeft gebracht en DMO noch Stadsmobiel een beroep hebben gedaan op te late indiening van die bezwaren in dit kort geding, VZA bij dit beroep geen belang heeft.
8. De stelling van VZA dat de afwijzing van de gunningbeslissing onvoldoende is gemotiveerd (A.), kan evenmin slagen. Wat er ook zij van de brief van 7 maart 2006 (zie 1.g.), waarin de beslissing om niet aan VZA te gunnen is opgenomen en de summiere toelichting daarop, er heeft naar aanleiding van een verzoek van VZA aan DMO om nadere toelichting een bespreking plaatsgevonden, en er is een mondelinge toelichting gevolgd. Vervolgens is er op 27 maart 2006 een schriftelijke toelichting gekomen van één pagina lang, en is op 4 april 2006 een uitgebreide schriftelijke toelichting gegeven op de (beoordeling van de) aanbieding van VZA, waarin aan de orde zijn gekomen de matrices en de submatrices. Aldus heeft DMO, in elk geval met de memo van 4 april 2006, alsnog een voldoende uitgebreide motivering op zijn beslissing gegeven.
9. Met betrekking tot de stelling van VZA dat de gehanteerde waarderingsmethodiek niet juist is (B.), wordt als volgt overwogen. In hoofdstuk 5 van de bestekken en in bijlage 3 bij de Nota van Inlichtingen worden de gunningcriteria en –subcriteria, alsmede de gunningprocedure behandeld. Als gunningcriterium heeft DMO gehanteerd: “de economisch meest voordelige aanbieding van het samenstel van afzonderlijke percelen en combinaties van percelen”, waarbij de aanbieding wordt beoordeeld aan de hand van het gunningcriterium kwaliteit voor 65% en het gunningcriterium prijs voor 35%. In hoofdstuk 5 staat vermeld dat punten worden toegekend voor de verschillende subgunningcriteria, die in 5.2 en 5.3 nader worden omschreven. Vermeld wordt dat de punten worden getotaliseerd, en dat het samenstel van afzonderlijke percelen en combinaties met het hoogste aantal punten de economisch meest voordelige aanbieding is. Door hoofdstuk 5 van de bestekken en bijlage 3 bij de Nota van Inlichtingen was VZA bekend met de gunningcriteria en de waarderingsmethodiek, althans zij kon daarmee bekend zijn. Van bezwaren hiertegen van VZA ten tijde van het indienen van de aanbieding is niet gebleken.
Nu het gunningcriterium is ‘economisch meest voordelige aanbieding’, komt aan DMO een zekere beoordelingsvrijheid toe ten aanzien van de aanbiedingen, hetgeen meebrengt dat de (voorzieningen)rechter slechts marginaal zal kunnen toetsen, in het bijzonder wat de kwaliteit betreft, of de door DMO uitgevoerde beoordeling juist is. Daarbij geldt als uitgangspunt dat voor de beoordeling van de gestelde kwaliteitseisen DMO niet gebonden is aan in cijfers te vangen criteria, hetgeen ook is toegestaan. Door DMO is in haar ruim vijf pagina’s lange brief van 4 april 2006 gemotiveerd uiteengezet dat volgens hoofdstuk 5 van de bestekken en bijlage 3 van de Nota van Inlichtingen is gewerkt en beoordeeld. DMO heeft daarin voldoende aannemelijk gemaakt dat niet in strijd is gehandeld met de beginselen van transparantie en non-discriminatie en dat zij als behoorlijk handelend aanbesteder tot deze beoordeling is kunnen komen.
10. Het bovenstaande brengt mee dat de door VZA gevraagde voorzieningen geweigerd moeten worden. Afwijzing van de vordering ten aanzien van DMO brengt afwijzing van de vordering van VZA ten aanzien van Stadsmobiel mee. VZA zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding, aan de zijde van DMO en Stadsmobiel gevallen.
BESLISSING IN KORT GEDING
1. Weigert de gevraagde voorzieningen.
2. Veroordeelt VZA in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van DMO begroot op:
- € 248,= aan vastrecht en
- € 816,= aan salaris procureur,
en aan de zijde van Stadsmobiel begroot op:
- € 248,= aan vastrecht en
- € 816,= aan salaris procureur.
3. Verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door de vice-president mr. R. Orobio de Castro, voorzieningenrechter in kort geding in de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 11 mei 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.