1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. COC Nederland is een vereniging die zich volgens haar statuten ten doel stelt:
“ a. het bevorderen van maatschappelijke hervormingen om daardoor tot integratie van
homoseksualiteit te komen;
b. het bevorderen van persoonlijke emancipatie door het stimuleren van de
bewustwording omtrent de eigen homo- of biseksuele identiteit en de
maatschappelijke situatie (en de relatie daartussen) ten aanzien van homoseksuele
gevoelens en man/vrouwrollen.”
b. Bij COC Nederland zijn 23 lidverenigingen aangesloten die tezamen de Algemene
Vergadering (AV) vormen. De afdeling Breda is één van de 23 lidverenigingen.
c. COC Nederland heeft een bestuur dat volgens de statuten uit tenminste 3 bestuursleden
moet bestaan. Het bestuur bestaat thans uit 7 bestuursleden. [de voorzitter] is voorzitter van het bestuur, [de secretaris] is secretaris. Het bestuur legt verantwoording af aan de AV over het gevoerde beleid.
d. COC Nederland heeft tevens een door het bestuur benoemde directeur. De directeur legt
verantwoording af aan het bestuur over de door hem uitgevoerde taken. De taken van de directeur zijn vastgelegd in een directiereglement. Artikel 3 lid 6 van het directiereglement bevat de volgende bepaling:
“Het bekleden van de functie van directeur van de federatie is onverenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur.”
e. In artikel 9 lid 2 van de statuten is het volgende vermeld:
“Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met het hebben van een dienstverband met de federatie. (...)”, in artikel 9 lid 9:
“De algemene vergadering is bevoegd te allen tijde ieder lid van het bestuur als zodanig te schorsen of van zijn/haar functie te ontheffen. (...)” en in artikel 10 lid 9:
“Het bestuur is belast met de interpretatie van de statuten, het huishoudelijk reglement en besluiten van de federatie.”
e. Vanaf het voorjaar van 2005 was mevrouw [directeur] aangesteld als directeur van COC Nederland. De arbeidsovereenkomst tussen [directeur] en COC Nederland is per
f. 1 februari 2006 weer ontbonden. Gedurende de maanden december 2005 en januari 2006 was [directeur] door het bestuur vrijgesteld van werkzaamheden.
g. Eind 2005 heeft het bestuur besloten het salaris voor een (toekomstige) directeur te
verhogen.
h. Volgens een “beslisdocument” (productie 3 bij de dagvaarding) is in een
bestuursvergadering op 19 december 2005 besloten “het budget dat beschikbaar is voor de directeur in te zetten om de operationele werkzaamheden voor de voorzitter en secretaris gedurende de periode dat het COC zonder operationele directeur zit te kunnen laten uitvoeren.” In dit document is verder het volgende opgenomen:
“Zowel de voorzitter als secretaris dienen de vergoeding door middel van BTW-facturen in te dienen en zullen als zodien niet als medewerker bij COC Nederland in dienst komen. Met beide zal een contract gesloten worden waarin alle werkgeversaansprakelijkheid zal worden uitgesloten. Hierin zal tevens worden opgenomen dat alleen gewerkte uren kunnen worden gedeclareerd (dus geen vakantie en/of ziekte uren). (...) Het bestuur besluit voor de voorzitter en secretaris een bedrag van € 75,- per uur beschikbaar te stellen, vermeerderen met 19% BTW, voor de werkzaamheden die behoren tot de operationele invulling van de directeursfunctie, met een maximum van 28 uur per week. Uitgegaan wordt van een maximum van 3,5 dagen per week voor een periode tot uiterlijk 1 mei 2006.”
i. Bij brief van 6 februari 2006 heeft COC Nederland het onder g genoemde besluit aan de
besturen van de aangesloten verenigingen meegedeeld en toegelicht. In de brief is onder meer, met een verwijzing naar de weinig gelukkige historie van COC Nederland ten aanzien van haar directeuren, vermeld dat het budget voor de directeur is opgetrokken naar een marktconform niveau en dat de eisen aan de aan te trekken directeur navenant zijn aangescherpt. Verder staat in de brief dat met name vanwege het kostenaspect is gekozen voor de optie om de voorzitter en de secretaris tijdelijk, tot uiterlijk 1 mei 2006, te belasten met de operationele directeurstaken in plaats van een interimdirecteur aan te trekken.
j. Bij brief van 22 februari 2006 heeft de raadsman van voorzitter Van Wanrooij van de afdeling Breda aan COC Nederland meegedeeld dat de afdeling Breda bezwaar heeft tegen het onder h genoemde besluit om de voorzitter en de secretaris tijdelijk te belasten met directeurstaken, omdat dit een “bestuurlijk onzuivere” situatie zou zijn en bovendien in strijd met de statuten. Deze brief bevat de volgende passage:
“De onzuiverheid van het besluit (...) wordt versterkt door het gegeven dat kort voor dit besluit het bestuur tevens heeft besloten tot een aanzienlijke verhoging van het salaris van de directeur (...) en dat dit verhoogde salaris (met terugwerkende kracht) per 1 december 2005 aan [de voorzitter] en mevrouw [de secretaris] is toegekend. Ongeacht de vraag of de verhoging van het salaris gerechtvaardigd is, kan de timing van het besluit op zijn minst opmerkelijk worden genoemd.”
In deze brief heeft de afdeling Breda aan COC Nederland voorgesteld om òf de voorzitter en secretaris te ontslaan als directeur en hen te verplichten de helft van hun vergoeding weer terug te betalen, met gelijktijdige benoeming van een interim directeur, òf de voorzitter en de secretaris tijdelijk te laten aftreden als bestuurders van COC Nederland.
k. Bij brief van 28 februari 2006 heeft de raadsman van COC Nederland aan de raadsman
van de afdeling Breda meegedeeld dat de voorzitter en de secretaris geen dienstverband
hebben met COC Nederland, maar alleen een aantal operationele taken van de directeur uitvoeren ter overbrugging van de directeurloze periode, dat van nietige besluitvorming derhalve geen sprake is en dat zij aan het verzoek van de afdeling Breda dus niet zal voldoen.
l. Eveneens bij brief van 28 februari 2006 heeft COC Nederland de aangesloten
verenigingen op de hoogte gesteld van de onder i genoemde brief en van haar eigen standpunt in deze materie. Verder heeft zij meegedeeld van oordeel te zijn dat eerst de interne verenigingsdemocratie een kans moet krijgen, zodat de meningen van alle lidverenigingen worden gehoord en meegewogen, alvorens juridische procedures worden gestart, of zaken in de publiciteit (bijvoorbeeld in de Gaykrant) worden gebracht, zoals in deze kwestie eerder al is gebeurd.
m. Bij brief van 7 maart 2006 heeft de afdeling Breda in antwoord op de onder j genoemde
brief haar standpunt herhaald en een kort geding aangekondigd, voor het geval COC Nederland niet binnen een week ervoor zou zorgdragen dat de verenigingsstructuur zodanig zou worden aangepast dat deze weer in overeenstemming met de statuten zou zijn.
n. Op 9 maart 2006 heeft een bespreking plaatsgevonden (waarvoor de voorzitters van alle lidverenigingen waren uitgenodigd) bij COC Haaglanden waarbij getracht is voor de directeurskwestie een oplossing te vinden. COC Nederland heeft daarbij voorgesteld om alle controlerende bevoegdheden ten aanzien van de directie over te dragen aan een algemeen bestuurslid ([algemeen bestuurslid]), die daarvoor verantwoording zou afleggen aan de AV. Namens de afdeling Breda heeft Van Wanrooij met die oplossing ingestemd, onder voorbehoud van goedkeuring van de overige bestuursleden.
o. In een beslisdocument van 10 maart 2006 heeft COC Nederland overeenkomstig het onder m genoemde voorstel besloten. Verder is besloten dat de voorzitter en de secretaris voor de periode dat zij de taken van de directeur waarnemen ontheven worden van hun toezichthoudende taken en dat [algemeen bestuurslid] van het Algemeen Bestuur deze taken tijdelijk waarneemt.
p. Bij brief van 14 maart 2006 heeft de raadsman van de afdeling Breda aan de raadsvrouw
van COC Nederland meegedeeld dat de overige bestuursleden van de afdeling Breda niet met de voorgestelde oplossing kunnen instemmen, aangezien dat volgens hen onvoldoende waarborgen biedt voor een strikte scheiding van taken. De afdeling Breda heeft een tegenvoorstel gedaan inhoudend dat een college wordt benoemd van drie lidverenigingen, welk college rechtstreeks toezicht zal houden op de directievoering door de voorzitter en de secretaris.
q. Bij brief van 20 maart 2006 heeft COC Nederland de lidverenigingen op de hoogte gesteld van het onder n genoemde besluit.
r. De eerstkomende Algemene Vergadering zal plaatsvinden op 20 mei aanstaande.