ECLI:NL:RBAMS:2006:AY9545
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- J.A.J. Peeters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van kort geding door KPN tegen JCDecaux inzake exploitatie van buitenreclame en telefooncellen
In een kort geding tussen KPN Telecom B.V. en JCDecaux Nederland B.V. heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 5 oktober 2006 de vorderingen van KPN afgewezen. KPN had vorderingen ingesteld tegen JCDecaux, die zich op het alleenrecht op de exploitatie van buitenreclame op het formaat van 2 m2 beriep. KPN was voornemens om haar bestaande telefooncellen te vervangen door nieuwe modellen met reclamepanelen, maar stelde dat JCDecaux het contact met gemeenten frustreerde, waardoor KPN niet de benodigde vergunningen kon verkrijgen. KPN vorderde onder andere dat JCDecaux zich zou onthouden van belemmeringen in de contacten met gemeenten en dat zij inzage zou geven in relevante overeenkomsten met deze gemeenten.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeenten, door overeenkomsten met JCDecaux aan te gaan, als ondernemingen handelen en dat er voldoende aanwijzingen zijn dat er een aparte markt voor buitenreclame in het formaat van 2 m2 bestaat. Echter, de rechter concludeerde dat KPN onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat JCDecaux de concurrentie op deze markt op onrechtmatige wijze zou beperken. De vorderingen van KPN werden als te ruim geformuleerd beschouwd, waardoor ook rechtmatige handelingen van JCDecaux onder de vorderingen zouden vallen. De rechter oordeelde dat KPN c.s. niet kon aantonen dat er sprake was van een mededingingsbeperkend effect dat de overeenkomsten van JCDecaux met de gemeenten nietig zou maken op grond van de Mededingingswet.
Uiteindelijk werden alle vorderingen van KPN afgewezen en werd KPN veroordeeld in de kosten van het geding. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor duidelijke bewijsvoering in kort geding procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op mededingingsrecht en de rechten van concurrenten.