1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. [eiseres] is de voormalige partner van [Willem E.] (hierna ook te noemen: [Willem E.]), de vastgoedhandelaar die verdacht werd van witwaspraktijken en die in 2004 is vermoord.
b. Op 6 oktober 2006 is een boek verschenen met de titel “Stille [Willem E.]” en de ondertitel “De dodelijke spagaat van vastgoedbaron [Willem E.]” (hierna: het boek). Het boek is geschreven door [gedaagde sub 2] en uitgegeven door Balans.
c. In het boek staan onder meer de volgende passages:
Passage 1:
“Niet alleen zakelijk, maar ook sociaal bouwt [Willem E.] begin jaren negentig aan een nieuw imago. Met de dan 33-jarige [eiseres] aan zijn zijde heeft de multimiljonair zijn eerste trophy wife binnengehaald. Een blonde, ranke verschijning, modieus gekleed, die zich de welvaart van haar minnaar graag laat aanleunen. Het chique Amsterdam-Zuid, met zijn PC Hooft-, Cornelis Schuyt- en De Lairessestraat, bepaalt haar modus operandi.”
Passage 2:
“Intimi refereren aan het ‘regenpijp-incident’, waarbij [Willem E.]’s nieuwe liefde via de buitenkant van het huis probeerde de slaapkamer binnen te komen, maar uiteindelijk in de tuin belandde. ‘[eiseres] was hysterisch, tergde hem. Ze stonden te knokken voor de deur. Dan bracht hij haar in zijn pyjama naar het politiebureau in Zandvoort. Maar zij bleef, bleef, bleef aan de gang’, memoreren familieleden van [Willem E.]. ‘Hij heeft wel eens gezegd: “[eiseres] is mijn grootste fout geweest.” Ze kwam gillend restaurants binnengestormd: “Waar was je?!” Voor die tijd was [Willem E.] anders.’”
Passage 3:
“Zijn omgeving mag dan het gedrag van [Willem E.] vergoelijken en de zwarte piet neerleggen bij de zogenaamde golddiggers, vrouwen op zoek naar de financiële geborgenheid die [Willem E.] bood, maar feit is dat de zakenman zich gedroeg als een klassiek alfa-aapje.”
Passage 4:
“Maar in het huidige justitiedossier tegen [H.] duiken ook andere, minder frisse details op. Een handelaar in textiel en kennis van de familie [Willem E.] vertelt dat [eiseres] voor hem als model werkte in 1989. Daar zag [Willem E.] haar voor het eerst. Dan staat er heel terloops: ‘[Willem E.] en [eiseres] kregen een relatie. [Willem E.] was zeer jaloers en sloeg [eiseres] geregeld.’”
Passage 5:
“Als [eiseres] begin 2005 door de rechercheurs in het moordonderzoek wordt gehoord, zegt ze over de eerste jaren met [Willem E.]: ‘In die periode heb ik eens geprobeerd om aangifte te doen tegen [Willem E.]. [..] Hij sloeg me, randde me aan en verkrachtte me.’ Ze vertelt dat ze ooit met twee blauwe ogen naar het politiebureau was gestapt, maar daar werd weggestuurd. ‘Dat was heel vreemd. Die politieman zei dat hij het al gehoord had. [Willem E.] zei later dat hij wist dat ik daar was geweest. [...] Het was een moeilijke positie waarin ik verkeerde. Er was natuurlijk nooit iemand bij. [Willem E.] was naar de buitenwereld een aardige en gezellige man. Maar iedereen in zijn omgeving was afhankelijk van hem.’ In een later onderzoek naar [Willem E.] schrijft een rechercheur dat hij in het computersysteem van de politie meldingen tegenkomt van ‘uit de hand gelopen relatieproblemen’ aan de [adres]. ‘[Willem E.] had daarbij zijn vriendin geslagen.’”
Passage 6:
“Ook geestelijk werd ze mishandeld, stelt [eiseres]. Ze mocht op een gegeven moment niet meer alleen op stap, zo vertelt ze de recherche na de moord op [Willem E.]. Als ze daar met iemand over sprak, zoals met [persoon1], de vrouw van [persoon2], dan verbood [Willem E.] haar nog langer met [persoon1] om te gaan. Pas na de geboorte van hun [dochter eiseres] werd het volgens haar anders. Als [zus Willem E.] hoort van [eiseres]’ uitspraken tegenover de politie, reageert ze furieus. ‘Er is één keer een incident geweest. Weet je wat er toen is gebeurd? Mijn broer is woedend geworden toen hij [eiseres] aantrof met een andere man én een vrouw. Met z’n drieën lagen ze te rotzooien, op zijn bank, in zijn huis!’ Volgens Endstra’s zus wilde hij graag van [eiseres] af, maar liet deze hem niet los. ‘Ze stond nachtenlang voor z’n deur, verstopte zich onder z’n bed. Echt, toen [eiseres] in [Willem E.]s leven kwam, werd hij een ander mens.’”
d. In het boek staat ook een foto van [eiseres].