ECLI:NL:RBAMS:2006:AZ9912
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Laurentius - Kooter
- Rechtspraak.nl
Verhaal van schade door verzekeraar op verzekerde na ongeval met bestuurder zonder rijbewijs
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Amsterdam, ging het om een geschil tussen de naamloze vennootschap Unigarant N.V. en A, naar aanleiding van een ongeval dat op 22 januari 2003 had plaatsgevonden. De auto, die eigendom was van A, werd bestuurd door een derde die niet in het bezit was van een geldig rijbewijs. Unigarant, de verzekeraar, vorderde schadevergoeding van A op basis van de polisvoorwaarden, die uitsluitingen bevatten voor schade veroorzaakt door bestuurders zonder rijbewijs. A voerde aan dat hij nooit de polisvoorwaarden had ontvangen en dat Unigarant zich daarom niet op deze voorwaarden kon beroepen. De rechtbank oordeelde echter dat A onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat de polisvoorwaarden niet ter hand waren gesteld. Bovendien had A eerder in de procedure zelf op bepalingen uit deze voorwaarden een beroep gedaan, wat zijn verweer ondermijnde.
De rechtbank concludeerde dat Unigarant op grond van de polisvoorwaarden gerechtigd was om de schade die was ontstaan door het ongeval op A te verhalen. De rechtbank verwierp ook A's argument dat Unigarant hem niet voldoende had geïnformeerd over de schuldvraag van het ongeval. De rechtbank stelde vast dat Unigarant zonder toestemming van de verzekerde beslist over de schadeloosstelling van derden, en dat A's verweer op dit punt niet houdbaar was. Uiteindelijk werd het verzet van A tegen het verstekvonnis ongegrond verklaard, en werd hij veroordeeld in de proceskosten van Unigarant.