ECLI:NL:RBAMS:2006:BH4973

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 05/7013
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.T.M. Nijenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenvergoeding in belastingzaak tegen gemeente Amsterdam

In deze zaak heeft eiseres, een natuurlijke persoon verblijvend in de Verenigde Staten, beroep ingesteld tegen een besluit van de directeur van de Dienst Belastingen van de gemeente Amsterdam. Dit besluit, gedateerd 25 oktober 2005, verklaarde het bezwaar van eiseres tegen de gecombineerde aanslag voor het jaar 2005 niet-ontvankelijk. Eiseres heeft op 30 november 2005 haar beroep ingediend, dat op 6 december 2005 door de griffie van het Gerechtshof te Amsterdam is ontvangen. Eiseres trok haar beroep in op 8 februari 2006, maar verzocht tegelijkertijd om vergoeding van de proceskosten, die zij had gemaakt voor rechtsbijstand. De rechtbank heeft de verweerder, de gemeente Amsterdam, in de gelegenheid gesteld om verweer te voeren, wat op 26 april 2006 is gebeurd.

De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat, ingevolge artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak kan worden veroordeeld in de kosten, indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener is tegemoetgekomen. De rechtbank oordeelde dat eiseres recht had op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, ook al had de ingeschakelde persoon geen proceshandelingen verricht. De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op € 100, welke door de gemeente Amsterdam aan eiseres moet worden vergoed.

De uitspraak is gedaan door mr. J.T.M. Nijenhof op 29 augustus 2006 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van R.J. Wessel, griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Amsterdam, waarbij partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hun beroepschrift moeten indienen, vergezeld van een afschrift van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Sector bestuursrecht
nevenzittingsplaats Haarlem,
zaaknummer: AWB 05/7013
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor belastingzaken van
in de zaak van:
X,
thans verblijvend te Y (USA), eiseres,
tegen
de directeur van de Dienst Belastingen van de gemeente Amsterdam,
verweerder.
1. Procesverloop
1.1 Verweerder heeft bij besluit van 25 oktober 2005 het bezwaar, betreffende de gecombineerde aanslag voor het jaar 2005, biljetnummer P-00000001, waarin de waarde van de onroerende zaak A-weg 1 te Q is vastgesteld, niet-ontvankelijk verklaard.
1.2 Eiseres heeft bij brief van 30 november 2005, ingekomen ter griffie van het Gerechtshof te Amsterdam op 6 december 2005, beroep ingesteld tegen dit besluit. De griffier van het Gerechtshof heeft bij brief van 7 december 2005 het beroepschrift doorgezonden naar de Rechtbank te Haarlem, alwaar het op 8 december 2005 ter griffie is ingekomen. Ingevolge artikel 6:15, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldt als datum van binnenkomst van het beroepschrift, de datum van ontvangst bij het onbevoegde orgaan. Als datum van ontvangst moet derhalve worden uitgegaan van 6 december 2005.
1.3 Eiseres heeft bij brief van 8 februari 2006, via verweerder per fax ter griffie ingekomen op 9 februari 2006, het beroep ingetrokken. Tegelijk met de intrekking van het beroep heeft eiseres verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Eiseres heeft zich voor de in geschil zijnde laten bijstaan door A te Q. Blijkens een declaratie bedragen deze kosten € 100.
1.4 De rechtbank heeft bij brief van 25 april 2006 verweerder in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Verweerder heeft verweer gevoerd bij schrijven van 26 april 2006.
2. Overwegingen
2.1De veroordeling van een partij in de kosten is geregeld in artikel 8:75 en 8:75a Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (het Besluit). In het Besluit zijn nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.
2.2In geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan eiseres is tegemoetgekomen, kan ingevolge artikel 8:75a Awb het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 Awb in de kosten worden veroordeeld. Het verzoek wordt gedaan tegelijk met de intrekking van het beroep.
2.3 Verweerder heeft naar aanleiding van het verzoek in haar brief van 5 juli 2006 geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
2.4 Nu eiseres naar het oordeel van de rechtbank in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs kosten heeft moeten maken voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, komen deze kosten voor vergoeding in aanmerking, ook wanneer de ingeschakelde persoon geen proceshandelingen heeft verricht als omschreven in de bijlage bij het Besluit. De rechtbank verwerpt de andersluidende conclusie van verweerder. De puntentabel in de genoemde bijlage voorziet niet in situaties als de onderhavige waar alleen sprake is geweest van rechtskundig advies. Gelet op het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft eiseres naar het oordeel van de rechtbank recht op vergoeding van het in rekening gebrachte bedrag van € 100.
2.5 Ingevolge artikel 8:41, vierde lid, Awb dient het door eiseres betaalde griffierecht van € 37 te worden vergoed door de gemeente Amsterdam als rechtspersoon waartoe verweerder behoort.
3. Beslissing
de rechtbank:
veroordeelt verweerder in de kosten in verband met de behandeling van het beroep van eiseres tot een beloop van € 100 en wijst de gemeente Amsterdam aan als rechtspersoon die deze kosten aan eiseres moet voldoen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.T.M. Nijenhof, rechter en op 29 augustus 2006 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van R.J. Wessel, griffier.
Afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:
- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dan wel beroep in cassatie dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie.
Bij het instellen van beroep in cassatie dient daarnaast in acht te worden genomen dat bij het beroepschrift een schriftelijke verklaring van de wederpartij wordt gevoegd, inhoudende dat wordt ingestemd met het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van de rechtbank.