ECLI:NL:RBAMS:2007:7727

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 april 2007
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
365102 / HA ZA 07-753
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering buitengerechtelijke kosten gedeeltelijk toegewezen in verstekprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 april 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij eiseres, vertegenwoordigd door procureur mr. G.J. Jaspers, vorderingen heeft ingesteld tegen gedaagden die niet zijn verschenen. De eiseres heeft buitengerechtelijke kosten gevorderd, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de gevorderde kosten niet meer omvatten dan gebruikelijke kosten die al onder de artikelen 237 tot en met 240 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vallen. De rechtbank heeft de vordering tot vergoeding van deze kosten afgewezen.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het overige gevorderde bedrag van EUR 30.000,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 juli 2006, toewijsbaar is. Dit bedrag is toegewezen aan eiseres, met de bepaling dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling. Daarnaast zijn gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op EUR 1.432,62. De rechtbank heeft bepaald dat dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad is, en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.

De uitspraak is gedaan in het kader van een enkelvoudige eerste aanleg en betreft een proceskostenveroordeling in een verstekprocedure. De zaak is geregistreerd onder het rolnummer 365102 / HA ZA 07-753.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 365102 / HA ZA 07-753
Vonnis van 11 april 2007
in de zaak van
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats] , eiseres,
procureur mr. G.J. Jaspers,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde 2] ,
wonende te [woonplaats] , gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de twee gelijkluidende dagvaardingen met bewijsstukken
  • het tegen gedaagden verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eiseres stelt buitengerechtelijke kosten te hebben gemaakt en vordert ter zake daarvan een bedrag. Eiseres specificeert die kosten ook. Daaruit valt echter niet af te leiden dat het gaat om meer dan een enkele (eventueel herhaalde) sommatie, het enkel doen van een niet aanvaard schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Nu een geding is gevolgd, moeten de gevorderde kosten worden aangemerkt als kosten waarvoor het bepaalde in de artikelen 237 tot en met 240 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering al een vergoeding pleegt in te sluiten. De rechtbank zal de betreffende vordering dan ook afwijzen.
2.2.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen, met dien verstande dat de rente zal worden toegewezen vanaf 8 juli 2006, nu uit artikel A 3a van de hypotheekakte van 4 augustus 2003 (productie 3) volgt dat een ingebrekestelling is vereist voor het intreden van verzuim.
2.3.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
  • dagvaarding EUR 168,62
  • betaald vast recht 114,00
  • in debet gesteld vast recht 571,00
  • salaris procureur
Totaal EUR 1.432,62

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan eiseres te betalen een bedrag van EUR 30.000,00 (dertig duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente over het nog niet betaalde deel van het toegewezen bedrag vanaf 8 juli 2006 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op EUR 1.432,62, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 19.23.25.728 ten name van MVJ Arrondissement Amsterdam onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.E. Dorsman en in het openbaar uitgesproken op 11 april 2007.