ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9764

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
320964 / HA RK 05-0568
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verkoop van aandelen Yukos Oil in Yukos Finance

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 februari 2007 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure met betrekking tot de verkoop van aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance. De zaak is een vervolg op eerdere procedures en betreft de vraag of de aandelen onderhands verkocht kunnen worden aan Yukos International. Moravel, de verzoeker, heeft op 6 september 2006 verzocht om de aandelen die in beslag zijn genomen, te verkopen aan Yukos International tegen een prijs die gelijk is aan de opbrengst van de verkoop van deelnemingen in buitenlandse vennootschappen. De rechtbank heeft partijen gevraagd om nadere invulling van dit voorstel, waarbij de belangen van alle betrokken partijen in acht moeten worden genomen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er verschillende belanghebbenden zijn, waaronder OAO Rosneft Oil Company, OAO Yukos Oil Company, Yukos Finance B.V., Yukos International UK B.V., en de stichting Stichting Administratiekantoor Yukos International. De rechtbank heeft ook de rol van Eduard Konstantinovic Rebgun als curator in het faillissement van Yukos Oil erkend. De rechtbank heeft de verzoeken van Moravel serieus overwogen, maar benadrukt dat de uiteindelijke beslissing over de verkoop en overdracht van de aandelen moet waarborgen dat de beste opbrengst wordt verkregen, waarbij de belangen van Yukos Oil en de schuldeisers worden beschermd.

De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de interne rekestenrol voor verdere behandeling en heeft alle partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorstellen van Moravel. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de verkoop van de aandelen onderhands kan plaatsvinden, mits dit in overeenstemming is met de wet en de belangen van de betrokken partijen niet schaadt. De beslissing van de rechtbank is een belangrijke stap in de complexe juridische strijd rondom de Yukos-entiteiten en hun activa.

Uitspraak

320964 / HA RK 05-0568 en 332975 / HA RK 06-0018 (fw)
1 februari 2007
RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR CIVIEL RECHT
BESCHIKKING
i n d e z a a k 320964 / HA RK 05-0568 v a n
de vennootschap naar Russisch recht OAO ROSNEFT OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
v e r z o e k s t e r,
procureur: mr. M. Deckers,
t e g e n
1. de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS FINANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
v e r w e e r s t e r s, tevens v e r z o e k s t e r s op de voet van artikel 282 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,
procureurs: mr. P.N. van Regteren Altena en mr. R.J. van Galen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS INTERNATIONAL UK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4. de stichting STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR YUKOS INTERNATIONAL,
gevestigd te Amsterdam,
v e r w e e r s t e r s,
procureur: mr. R.J. van Galen,
5. de vennootschap naar vreemd recht MORAVEL INVESTMENT LIMITED,
gevestigd te Limassol (Cyprus),
v e r w e e r s t e r, tevens v e r z o e k s t e r op de voet van artikel 282 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,
procureur: mr. A.A.H.J. Huizing,
6. Eduard Konstantinovic REBGUN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
wonende te Moskou (Russische Federatie),
b e l a n g h e b b e n d e, tevens v e r z o e k e r op de voet van artikel 282 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,
procureur: mr. P.N. van Regteren Altena,
e n i n d e h i e r m e e g e v o e g d e z a a k 332975 / HA RK 06-0018 v a n
de vennootschap naar vreemd recht MORAVEL INVESTMENT LIMITED,
gevestigd te Limassol (Cyprus),
v e r z o e k s t e r,
procureur: mr. A.A.H.J. Huizing,
t e g e n
1. de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureurs: mr. P.N. van Regteren Altena en mr. R.J. van Galen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS FINANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureurs: mr. P.N. van Regteren Altena en mr. R.J. van Galen,
3. Eduard Konstantinovic REBGUN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar Russisch recht OAO YUKOS OIL COMPANY,
wonende te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. P.N. van Regteren Altena,
b e l a n g h e b b e n d e n, tevens v e r z o e k e r s op de voet van artikel 282 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YUKOS INTERNATIONAL UK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: mr. R.J. van Galen,
5. de stichting STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR YUKOS INTERNATIONAL,
procureur: mr. R.J. van Galen,
6. de vennootschap naar Russisch recht OAO ROSNEFT OIL COMPANY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
procureur: mr. M. Deckers,
b e l a n g h e b b e n d e n.
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
In de zaak 320964 / HA RK 05-0568
1. Bij beschikking van 17 augustus 2006 heeft de rechtbank overwogen en beslist dat Rosneft met ingang van 28 april 2006 in plaats van BNP Paribas c.s. beslaglegger en verzoekster ex artikel 474g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is en dat Rosneft de door BNP Paribas c.s. aangevangen executie sedertdien in alle opzichten in hun plaats voortzet. Verder is bij die beschikking Rebgun in zijn hoedanigheid van Temporary Manager van Yukos Oil toegelaten als belanghebbende en is bij die beschikking bepaald dat aan Rebgun inzage zal worden gegeven in, en afschrift zal worden verstrekt van, het volledige procesdossier. Dit laatste is inmiddels geschied.
In de zaak 320964 / HA RK 05-0568 en in de zaak 332975 / HA RK 06-0018
2. Bij beschikking van 17 augustus 2006 heeft de rechtbank, gelet op het resultaat van het tussen partijen en belanghebbenden tijdens de schorsing van de mondelinge behandeling van 11 juli 2006 gevoerde overleg, de zaken verwezen naar de (interne) rekestenrol van 15 februari 2007 voor uitlating van de zijde van de meest gerede partij(en) en/of belanghebbende(n). Iedere verdere beslissing is aangehouden.
3.1. Bij verzoekschrift, met bewijsstukken, van 6 september 2006 heeft Moravel verzocht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
- te bepalen dat de door haar in executoriaal beslag genomen aandelen in het kapitaal van Yukos Finance en genummerd 1 t/m 242.399 onderhands worden verkocht overeenkomstig het aan deze beschikking gehechte concept voor de executoriale verkoopovereenkomst tussen Yukos Oil en Yukos International dat op 4 september 2006 door Yukos International is ondertekend, en
- te gelasten:
(i) dat (toegevoegd) kandidaat-gerechtsdeurwaarder G. Hoogkamer, werkzaam ten kantore van Jan Nijstad, gerechtsdeurwaarder, gevestigd en kantoorhoudende te (1062 EV) Amsterdam aan de Rijswijkstraat 175, althans een aan dat kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder, voornoemde overeenkomst op de voet van art. 474g lid 3 en lid 4 Rv zal ondertekenen, en
(ii) dat de opbrengsten daarvan onverwijld door voornoemde (toegevoegd) kandidaat-gerechtsdeurwaarder zullen worden gestort bij een bewaarder als bedoeld in artikel 445 Rv, een en ander overeenkomstig het bepaalde in voornoemde executoriale verkoopovereenkomst.
Moravel stelt primair dat haar verzoekschrift een nieuwe, los van de zaken 320964 / HA RK 05-0568 en 332975 / HA RK 06-0018 staande zaak heeft ingeleid en subsidiair dat haar verzoekschrift een nader processtuk in die zaken is.
3.2. Rosneft en Rebgun c.s. (dat wil zeggen: Rebgun in zijn hoedanigheid van – inmiddels – curator in het faillissement van Yukos Oil, en Yukos Oil en Yukos Finance zoals vertegenwoordigd door de procureur mr. Van Regteren Altena) hebben naar aanleiding van het hiervoor onder 3.1 vermelde verzoekschrift verweerschriften ingediend.
De Yukos-entiteiten (dat wil zeggen: Yukos Oil en Yukos Finance zoals vertegenwoordigd door de procureur mr. Van Galen, en Yukos International en het administratiekantoor) hebben zich bereid verklaard aan het door Moravel verzochte mee te werken. Zij hebben daaraan wel de voorwaarde verbonden dat door de betaling van de koopprijs aan de deurwaarder het eigen vermogen van Yukos International niet negatief wordt.
Op het optreden van twee procureurs voor Yukos Oil en Yukos Finance komt de rechtbank hierna, onder 9.3 en 10.3, terug.
4.1. Bij verzoekschrift, met bewijsstukken, van 9 oktober 2006 hebben Rebgun c.s. verzocht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
- te gelasten dat Yukos Finance, Yukos International en het administratiekantoor aan alle belanghebbenden (inclusief Yukos Finance zelf) in deze procedure op hun eerste verzoek:
(i) hun administratie openleggen en de belanghebbenden daarin onbeperkt toegang geven en hun daaruit kopieën verstrekken, en
(ii) met betrekking tot dochtermaatschappijen, deelnemingen of groepsmaatschappijen van Yukos Finance en/of Yukos International of andere activa aan hen op eerste verzoek alle financiële, juridische en fiscale informatie verstrekken die noodzakelijk is om de rechten en plichten van deze deelnemingen – en in verband daarmee van Yukos International, Yukos Finance en Yukos Oil – vast te stellen, en aan de belanghebbenden op eerste verzoek daarvan kopieën verstrekken;
- elk van de belanghebbenden te machtigen om de hiervoor bedoelde informatie in te zien en daaruit kopieën te nemen en daartoe zo nodig tegen de wil van Yukos Finance, Yukos International en het administratiekantoor die ruimten te betreden en die gegevensdragers te raadplegen waarin respectievelijk waarop de betreffende informatie is opgeslagen;
- te gelasten dat elke belanghebbende die aldus kopieën neemt, daarvan weer een afschrift ter griffie van deze rechtbank deponeert;
- althans in goede justitie zodanige maatregelen te gelasten dat alle belanghebbenden en de rechtbank adequate informatie verkrijgen die Yukos Oil en Yukos Finance in staat (de rechtbank leest: kan) stellen een of meer dividendbesluiten te nemen en welke de rechtbank in staat (de rechtbank leest: stelt) om de wijze en de voorwaarden van de verkoop van de aandelen vast te stellen;
- te gelasten dat het administratiekantoor alle aandelen die het houdt in het kapitaal van Yukos International terug overdraagt aan Yukos Finance tegen het royement van de certificaten van de aandelen in Yukos International en met aanwijzing van [p[persoon3] en[persoon4] om namens zowel Yukos Finance alsYukos International de notariële akten van (terug-)overdracht en van royement van de certificaten van deze aandelen te ondertekenen en de overdracht en decertificering in het aandeelhoudersregister van Yukos International in te schrijven of te doen schrijven en om hiervan voorts opgave te doen aan het handelsregister, alles met het recht om gevolmachtigden aan te wijzen die deze (rechts-)handelingen namens hen zullen verrichten;
- te gelasten dat de statuten van Yukos International niet zonder de voorafgaande toestemming van de rechtbank mogen worden gewijzigd.
4.2. Moravel en de Yukos-entiteiten hebben naar aanleiding van het hiervoor onder 4.1 vermelde verzoekschrift verweerschriften ingediend.
5. Op 13 november 2006 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarvoor is, naast partijen en belanghebbenden, ook de met de executie belaste deurwaarder opgeroepen.
6. De beschikking is nader bepaald op heden. Partijen en belanghebbenden zijn daarvan in kennis gesteld.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
In de zaak 332975 / HA RK 06-0018
7. De rechtbank is met Moravel van oordeel dat Rosneft met ingang van 28 april 2006 dient te worden aangemerkt als belanghebbende (in de zin van artikel 282 lid 1 Rv) in plaats van BNP Paribas c.s. In dit verband wordt in de eerste plaats verwezen naar de hiervoor onder 1, eerste volzin, weergegeven beslissing op dit punt in de zaak 320964 / HA RK 05-0568 en de daaraan in de beschikking van 17 augustus 2006 ten grondslag gelegde motivering. Gesteld noch gebleken is dat BNP Paribas c.s. bij de onderhavige zaak enig belang hebben behouden. Rosneft heeft – net als eerder BNP Paribas c.s. – bij de onderhavige zaak belang, reeds omdat zij, gelet op de beslissing van de rechtbank op dit punt in de zaak 320964 / HA RK 05-0568, naast Moravel, beslaglegster en verzoekster ex artikel 474g Rv is.
In de zaak 320964 / HA RK 05-0568 en in de zaak 332975 / HA RK 06-0018
8. Partijen en belanghebbenden zijn het erover eens dat Rosneft als gevolg van een fusie per 1 oktober 2006 het vermogen van Yugansk onder algemene titel heeft verkregen. De rechtbank zal partijen en belanghebbenden hierin volgen. Met Rosneft zal derhalve ervan worden uitgegaan dat Rosneft met ingang van de zoëven vermelde datum Yugansk als belanghebbende onder algemene titel is opgevolgd en Yugansk als zelfstandige rechtspersoon is verdwenen.
9.1. Partijen en belanghebbenden zijn het verder erover eens dat de Arbitrale Rechtbank te Moskou (Russische Federatie) Yukos Oil op 1 augustus 2006 naar Russisch recht in staat van
faillissement heeft verklaard met benoeming van Rebgun tot curator en dat deze beslissingen in het door Yukos Oil daartegen ingestelde hoger beroep op 19 september 2006 door het (in Engelse vertaling) Ninth Arbitrazh Appellate Court te Moskou (Russische Federatie) zijn bekrachtigd. De rechtbank zal partijen en belanghebbenden hierin eveneens volgen.
9.2. De rechtbank is van oordeel dat Rebgun ook als curator belanghebbende is in de zaak 320964 / HA RK 05-0568 en dat hij voorts ook in de zaak 332975/ HA RK 06-0018 als belanghebbende dient te worden toegelaten, zoals door hem is verzocht. Rebgun heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het naar Russisch recht tot zijn taken en bevoegdheden als curator behoort (ook) procedures als de laatstvermelde van nabij te volgen. Hieraan doet niet af dat in de beschikking van 17 augustus 2006 (mogelijk) ten onrechte is overwogen dat Rebgun onweersproken heeft gesteld dat hij in en rond de procedure bij de United States Bankruptcy Court zowel door dat gerecht als door partijen zonder voorbehoud als partij en gesprekspartner is geaccepteerd, zoals de Yukos-entiteiten thans stellen, nu Rebgun ook los hiervan zijn belang voldoende aannemelijk heeft gemaakt.
De rechtbank zal, naast Rebgun, ook zijn curanda, Yukos Oil, als (zelfstandig) belanghebbende (blijven) aanmerken. Hiertoe wordt overwogen dat partijen en belanghebbenden van mening verschillen over de rechtsgeldigheid van het faillissement van Yukos Oil en dat dit faillissement bovendien slechts territoriale werking heeft (zie rechtsoverweging 4.3.5 van de beschikking van 17 augustus 2006).
9.3. Tussen partijen en belanghebbenden bestaat geschil over het antwoord op de vraag wie bevoegd is namens Yukos Oil besluiten te nemen en Yukos Oil te vertegenwoordigen. Rebgun c.s. stellen dat deze bevoegdheden vanaf 1 augustus 2006, de datum van het faillissement, uitsluitend aan Rebgun toekomen (en dat dientengevolge uitsluitend de door deze aangewezen procureur, mr. Van Regteren Altena, als procureur van Yukos Oil kan en mag optreden); de Yukos-entiteiten stellen dat deze bevoegdheden uitsluitend aan de bestuurders van Yukos Oil toekomen (en dat dientengevolge uitsluitend de door dezen aangewezen procureur, mr. Van Galen, als procureur van Yukos Oil kan en mag optreden).
Naar het oordeel van de rechtbank kan in de onderhavige zaken (die ertoe strekken dat wordt bepaald dat, binnen welke termijn, op welke wijze en onder welke voorwaarden tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance kan worden overgegaan) in dit stadium worden volstaan met de constatering dat zich voor Yukos Oil twee procureurs hebben gesteld, die beiden namens Yukos Oil processtukken hebben ingediend en proceshandelingen hebben verricht. Yukos Oil is in de onderhavige zaken als geëxecuteerde vooralsnog slechts lijdend voorwerp. De voortgang van de executie is niet van haar afhankelijk; zij hoeft in dit verband geen (rechts)handelingen te verrichten. Wel dient zij te worden gehoord (zie artikel 474g lid 2 Rv); de rechtbank zal in dit verband acht slaan op alle processtukken en proceshandelingen, zowel van mr. Van Regteren Altena als van mr. Van Galen. Dit laatste reeds omdat beide procureurs mede namens een of meer van de overige belanghebbenden optreden en hun bevoegdheid daartoe onomstreden is.
De rechtbank signaleert nog dat de hier aan de orde zijnde vraag in beginsel wél zal moeten worden beantwoord in geval van de in artikel 480 lid 2 Rv bedoelde overeenstemming omtrent de verdeling van de netto-opbrengst; deze bepaling noemt immers ook de geëxecuteerde.
10.1. Voorts bestaat tussen partijen en belanghebbenden geschil over de beantwoording van de vraag wie bevoegd is namens Yukos Finance besluiten te nemen en Yukos Finance te vertegenwoordigen.
10.2. Partijen en belanghebbenden zijn het erover eens dat Yukos Oil (bij monde van Rebgun) in haar hoedanigheid van aandeelhouder van Yukos Finance op 11 augustus 2006 [pe[persoon1] (hierna: [persoon1]) en [p[persoon2] (hierna: [persoon2]) als bestuurders van Yukos Finance heeft ontslagen. De rechtbank zal partijen en belanghebbenden hierin volgen. Partijen en belanghebbenden zijn het verder erover eens dat Yukos Oil (bij monde van Rebgun) in haar hoedanigheid van aandeelhouder van Yukos Finance op 14 augustus 2006 [persoon3] (hierna: [persoon3] en op 30 augustus 2006 [persoon4] (hierna: [persoon4]) als bestuurders van Yukos Finance heeft benoemd. De rechtbank zal partijen en belanghebbenden ook hierin volgen.
Partijen en belanghebbenden verschillen echter van mening over de rechtsgeldigheid van deze ontslagen en benoemingen. Rebgun c.s. stellen dat [persoon1] en [persoon2] rechtsgeldig zijn vervangen door [persoon3] en [persoon4] (en dat dientengevolge uitsluitend de door [persoon3] en [persoon4] aangewezen procureur, mr. Van Regteren Altena, als procureur van Yukos Finance kan en mag optreden); de Yukos-entiteiten stellen dat het tegendeel het geval is (en dat dientengevolge uitsluitend de door [persoon1] en [persoon2] aangewezen procureur, mr. Van Galen, als procureur van Yukos Finance kan en mag optreden).
10.3. Naar het oordeel van de rechtbank kan in de onderhavige zaken in dit stadium worden volstaan met de constatering dat zich ook voor Yukos Finance twee procureurs hebben gesteld, die beiden namens Yukos Finance processtukken hebben ingediend en proceshandelingen hebben verricht. De voortgang van de executie is ook van haar niet afhankelijk; ook zij hoeft in dit verband geen (rechts)handelingen te verrichten. Wel dient ook zij, als de vennootschap op wier aandelen beslag is gelegd, te worden gehoord (zie artikel 474g lid 2 Rv); de rechtbank zal ook in dit verband acht slaan op alle processtukken en proceshandelingen, zowel van mr. Van Regteren Altena als van mr. Van Galen. Dit laatste ook hier reeds omdat beide procureurs mede namens een of meer van de overige belanghebbenden optreden en hun bevoegdheid daartoe onomstreden is.
De verzoeken van Moravel
11.1. Moravel licht haar hiervoor onder 3.1 weergegeven verzoeken als volgt toe.
In de onderhavige zaken spelen, zo stelt Moravel, een aantal bijzondere omstandigheden: het faillissement van Yukos Oil, de verschillende procedurele posities van crediteuren van Yukos Oil, de conservatoire beslagen van (eerst Yugansk en) thans Rosneft op ‘lager niveau’ en de omstandigheid dat de waarde van de aandelen Yukos Finance wordt bepaald door de waarde van de activa van Yukos International, die met name wordt bepaald door de deelnemingen van laatstgenoemde vennootschap in Davy Process Technology Ltd. en Davy Process Technology AG (hierna gezamenlijk: de Davy-vennootschappen), Mazeikiu Nafta AB (hierna: Mazeikiu Nafta) en Transpetrol A.S. (hierna: Transpetrol).
Deze bijzondere omstandigheden leiden volgens Moravel ertoe dat het zeer moeilijk zal zijn om de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance te verkopen, zowel openbaar als onderhands. Een koper wordt, zo stelt Moravel, geconfronteerd met grote onzekerheid over de waarde van de aandelen, welke waarde bovendien afhankelijk is van omstandigheden waarover hij, de koper, geen controle kan uitoefenen. De onzekerheid wordt, zo stelt Moravel, nog eens vergroot door parallelle procedures waarin thans Rosneft schadevergoeding vordert van Yukos Finance, het administratiekantoor en Yukos International, alsmede van alle aan die entiteiten verbonden (voormalige) bestuurders.
Volgens Moravel houdt haar verzoek, dat erop neerkomt dat de rechtbank zal bepalen dat de verkoop van de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance onderhands zal geschieden aan Yukos International tegen een prijs gelijk aan de gerealiseerde casu quo te realiseren opbrengst van de verkoop, door Yukos International, van haar deelnemingen in de Davy-vennootschappen, Mazeikiu Nafta en Transpetrol, met de bedoelde bijzondere omstandigheden zoveel mogelijk rekening en komt het hieraan zoveel mogelijk tegemoet. Volgens Moravel voldoet haar verzoek verder aan alle in acht te nemen uitgangspunten, met name: de dwingendrechtelijke regels van het Nederlands beslag- en executierecht worden nageleefd, de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance worden geëxecuteerd, alle crediteuren van Yukos Oil met een in Nederland erkende titel delen in de opbrengst, uitkering aan genoemde crediteuren wordt veiliggesteld door middel van storting van de opbrengsten van de verkoop van de deelnemingen van Yukos International bij een bewaarder en het geheel staat onder supervisie van de bevoegde rechter, te weten deze rechtbank. Moravel voegt hieraan in de eerste plaats nog toe dat de rechtbank, partijen en belanghebbenden volledig zullen worden geïnformeerd en op de hoogte zullen worden gehouden omtrent de voortgang van de onderhandelingen met betrekking tot de vervreemding van de deelnemingen door Yukos International en de in verband daarmee gerealiseerde casu quo te realiseren opbrengsten. Moravel voegt hieraan voorts nog toe dat de statuten van het administratiekantoor zullen worden aangepast in die zin dat de doelomschrijving wordt verduidelijkt, het tijdelijke karakter van de herstructurering wordt benadrukt en een batig saldo na ontbinding ten goede komt aan (de schuldeisers van) Yukos Oil en – naar zij ter zitting hieraan nog verder heeft toegevoegd – dat een toekomstige statutenwijziging slechts kan worden doorgevoerd na goedkeuring van de rechtbank.
11.2. De verweren van Rosneft en Rebgun c.s., die deels van formele, deels van inhoudelijke aard zijn, worden hierna, voor zover van belang, behandeld en beoordeeld.
11.3.1. De rechtbank stelt (nogmaals) voorop dat de onderhavige zaken (slechts) verzoeken betreffen bij beschikking te bepalen dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance kan worden overgegaan (zie artikel 474g lid 1 Rv), alsmede te bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden deze verkoop en overdracht zullen dienen te geschieden (zie artikel 474g lid 3 Rv). Bij het bepalen van de wijze waarop en de voorwaarden waaronder verkoop en overdracht zullen dienen te geschieden wordt voorts vooropgesteld dat deze in voldoende mate zullen moeten waarborgen dat de beste opbrengst zal worden verkregen, waarbij de rechtbank naar bevind van zaken zal kunnen handelen. In ieder geval omvat dit in voorkomende gevallen de bevoegdheid te bepalen dat de verkoop onderhands kan plaatsvinden (MvT, Kamerstukken II 1970/71, 11288, nr. 3, blz. 7).
In de beschikking van 29 september 2005 is, in het verlengde van het in de vorige alinea genoemde uitgangspunt dat de wijze van uitwinning zodanig dient te worden bepaald dat de beste opbrengst wordt verkregen, hieraan nog toegevoegd dat deze zal moet worden bepaald met dien verstande dat enerzijds de belangen van de vennootschap (in het onderhavige geval Yukos Oil) zo min mogelijk zullen worden geschaad en anderzijds de opbrengst van de uitwinning zo bevredigend mogelijk zal zijn. In die beschikking is verder overwogen dat dient te worden beoogd vaststelling van een wijze van verkoop waarmee alle betrokken belangen het best zijn gediend en dat onder deze belangen in het onderhavige geval ook dient te worden begrepen het belang van Yukos Finance dat de wijze van verkoop van de aandelen op ordentelijke wijze plaatsvindt en – in het verlengde hiervan – dat de verkoop binnen afzienbare termijn wordt afgewikkeld.
Bij beschikking van 15 december 2005 heeft de rechtbank in dit verband in de zaak 320964 / HA RK 05-0568 een deskundigenonderzoek gelast. Door ontwikkelingen nadien hebben de deskundigen met hun onderzoek nog geen werkelijke aanvang gemaakt: er is een impasse ontstaan omdat de deskundigen vrijwaring eisten en geen van de betrokkenen die wilde geven. Deze ontwikkelingen, waaronder de door Yukos International inmiddels ter hand genomen afzonderlijke verkoop van haar deelnemingen en het daardoor ontstane ‘geldzak-karakter’ van Yukos Finance, zijn tijdens de mondelinge behandeling van 11 juli 2006 aan de orde geweest.
In de zaak 332975 / HA RK 06-0018 is, na de bij beschikking van 16 maart 2006 gelaste voeging van die zaak met de zaak 320964 / HA RK 05-0568, tot dusverre iedere verdere beslissing aangehouden.
Bij beschikking van 17 augustus 2006 zijn de door partijen en belanghebbenden verzochte beslissingen genomen en zijn beide zaken verwezen naar de (interne) rekestenrol van 15 februari 2007 voor uitlating van de zijde van de meest gerede partij(en) en/of belanghebbende(n).
11.3.2. Bij deze stand van zaken stond, en staat, het ieder van partijen en belanghebbenden, Moravel daaronder begrepen, in beide zaken vrij de rechtbank – binnen het geschetste kader en de grenzen van artikel 282 lid 4 Rv – (nadere) verzoeken te doen. In dit licht is er geen grond voor de door Rosneft en Rebgun c.s. bepleite niet-ontvankelijkheid van Moravel in haar verzoek. Dit verzoek past in het systeem van artikel 474g Rv en is in geen van beide zaken tardief. De rechtbank volgt aldus de subsidiaire opvatting van Moravel, die inhoudt dat haar verzoekschrift van 6 september 2006 een nader processtuk is in de toen reeds lopende zaken.
De primaire weg van Moravel wordt, nu niet is gesteld of gebleken dat Moravel daarbij belang heeft, niet gevolgd. Dit betekent tevens dat de rechtbank de eerdere administratieve kwalificatie van het verzoekschrift van Moravel als een nieuw verzoekschrift (en het daaraan gekoppelde zaak-/rekestnummer 351824 / HA RK 06-0696) niet handhaaft.
11.3.3. Naar het oordeel van de rechtbank verdienen de voorstellen van Moravel serieuze overweging. Deze voorstellen dienen weliswaar nog nader te worden ingevuld en uitgewerkt, en naar aanleiding daarvan nader te worden beoordeeld, maar vormen, onder de gegeven (bijzondere) omstandigheden, een bruikbare eerste stap op weg naar een wijze van verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance die recht doet aan alle betrokken belangen.
11.3.4. In dit verband is mede van belang dat Rebgun c.s. erkennen dat openbare verkoop van de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance met het oog op de hiervan te verwachten geringe opbrengst geen reële optie is en zij voorts niet weerspreken dat verkoop van de deelnemingen van Yukos International meer zal opbrengen dan verkoop van de door Yukos Oil gehouden aandelen in Yukos Finance anders dan volgens het voorstel van Moravel. Verder is van belang dat Rebgun c.s. erkennen dat onder omstandigheden onderhandse verkoop van de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance mogelijk moet zijn zonder dat onmiddellijk de gehele koopsom wordt betaald casu quo alle opbrengsten ten gunste van de schuldeisers worden betaald.
Rosneft voert aan dat het door Moravel beoogde resultaat eenvoudiger en sneller is te bereiken, maar werkt haar alternatief – te weten uitkering door Yukos Finance aan haar aandeelhouder Yukos Oil van een dividend van bijvoorbeeld € 1,00, waarna een rangregelingsprocedure kan worden aangevangen en een verdelingssleutel kan worden vastgesteld – niet, althans niet voldoende, uit.
11.3.5. De rechtbank merkt op dat zij op grond van de wet een beperktere taak en beperktere bevoegdheden heeft dan Moravel lijkt voor te staan. In de onderhavige procedure stelt de rechtbank de termijn, de wijze en de voorwaarden van de verkoop en overdracht vast. De rechtbank heeft echter geen rol in de uitvoering; zij heeft, net als de deskundigen (zie de beschikking van 15 december 2005, onder 5), geen controlerende of toezichthoudende taak en bevoegdheden, noch met betrekking tot de verkoop en overdracht van de aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance, noch met betrekking tot de verkoop en overdracht van de deelnemingen van Yukos International, noch met betrekking tot de bestemming en besteding van de in verband hiermee gerealiseerde respectievelijk te realiseren opbrengsten. Hetzelfde zal gelden voor de te gelegener tijd eventueel door de voorzieningenrechter van deze rechtbank te benoemen rechter-commissaris, te wiens overstaan de verdeling zal plaatsvinden.
11.3.6. Rebgun c.s. en Rosneft voeren aan dat het voorstel van Moravel de herstructurering legitimeert, terwijl de rechtsgeldigheid en rechtmatigheid daarvan inzet zijn van een afzonderlijk geding tussen (een deel van) partijen en belanghebbenden in de onderhavige zaken. De rechtbank verwerpt dit verweer omdat in de onderhavige zaken slechts het hiervoor onder 11.3.1 weergegeven toetsingskader kan worden gehanteerd, dat ertoe dient te leiden dat, zoveel mogelijk rechtdoende aan alle betrokken belangen, een zo hoog mogelijke opbrengst wordt verkregen. Het onderhavige verweer ligt buiten dat kader. Overigens ligt in de bepaling van de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de in beslag genomen aandelen met instandhouding van de herstructurering worden verkocht op zichzelf geen legitimatie van de herstructurering besloten.
11.3.7. Rebgun c.s. voeren aan dat Moravel eropuit is zichzelf en aan haar gelieerde (rechts)personen te bevoordelen ten koste van de overige schuldeisers van Yukos Oil. De rechtbank verwerpt ook dit verweer. In het voorstel van Moravel komen de – toe te lichten en te onderbouwen - opbrengsten van de verkoop van de deelnemingen (en overige activa) van Yukos International (uiteindelijk) ter beschikking van, in de eerste plaats, de bij de Nederlandse executie betrokken schuldeisers en, vervolgens, van Yukos Oil (althans, indien Yukos Oil dan niet meer zou bestaan, zoals Rebgun c.s. voor mogelijk houden, haar ‘nabestaanden’). De verdeling vindt, bij gebreke van overeenstemming als bedoeld in artikel 480 lid 2 Rv, plaats ten overstaan van een rechter-commissaris (artikel 481 en volgende Rv). De door Rebgun c.s. bedoelde bevoordeling kan hieruit niet worden afgeleid.
11.3.8. Rebgun c.s. voeren aan dat het voorstel van Moravel (weliswaar niet naar de letter, maar wel naar de geest) in strijd is met het bepaalde in artikel 2:207d BW. De rechtbank verwerpt ook dit verweer. Hiertoe wordt het volgende overwogen. De rechtbank gaat, mede gelet op hetgeen hiervoor onder 11.3.6 is overwogen, uit van de constellatie van dit moment, inclusief de (gevolgen van de) herstructurering. Artikel 2:207d lid 1 BW verbiedt een dochtermaatschappij (in het onderhavige geval Yukos International) om voor eigen rekening aandelen te (doen) nemen in het kapitaal van de vennootschap (in het onderhavige geval Yukos Finance). De vraag is derhalve of Yukos International dient te worden gekwalificeerd als dochtermaatschappij van Yukos Finance. Deze vraag dient, gelet op het bepaalde in artikel 2:24a BW, ontkennend te worden beantwoord. Yukos Finance kan immers geen stemrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders van Yukos International uitoefenen (artikel 2:24a lid 1 BW). Voor toerekening van de door het administratiekantoor gehouden aandelen in Yukos International aan Yukos Finance op de voet van artikel 2:24a lid 3, tweede volzin, BW bestaat geen grond nu niet, althans niet voldoende, is gesteld of gebleken dat Yukos Finance bevoegd is te bepalen hoe de aan de aandelen in Yukos International verbonden rechten door het administratiekantoor worden uitgeoefend dan wel zich de aandelen te verschaffen. Voor een terzijdestelling van de tekst van artikel 2:207d BW met een beroep op de geest daarvan ziet de rechtbank geen grond, mede gelet op de totstandkomingsgeschiedenis daarvan en (artikel 2 lid 2 onder b van) de Zevende EG-richtlijn, waaraan de bepaling is ontleend).
11.3.9. Rebgun c.s. voeren aan dat Yukos Finance met haar (eventuele) bestuurders [persoon1] en [persoon2] een tegenstrijdig belang heeft als bedoeld in artikel 2:256 BW. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit verweer als niet terzake doende worden gepasseerd. Zoals hiervoor onder 10.3 is overwogen, is de voortgang van de executie niet van Yukos Finance afhankelijk en hoeft zij in dit verband geen (rechts)handelingen te verrichten. Hetzelfde geldt voor de (uitvoering van de) voorstellen van Moravel. Yukos Finance hoeft in het onderhavige verband dan ook niet te worden vertegenwoordigd; een tegenstrijdig belang is dan ook niet aan de orde. In het door artikel 474g lid 2 Rv voorgeschreven horen van Yukos Finance wordt op de hiervoor onder 10.3 weergegeven wijze voorzien. Ten overvloede wordt er nog op gewezen dat de statuten van Yukos Finance de regeling van artikel 2:256 BW terzijde stellen door te bepalen dat iedere bestuurder bevoegd blijft de vennootschap te vertegenwoordigen indien de vennootschap een tegenstrijdig belang heeft met een bestuurder.
11.3.10. Rosneft voert aan dat het voorstel van Moravel niet voldoet aan de voorschriften van artikel 548 Rv. De rechtbank verwerpt dit verweer. Artikel 548 Rv maakt deel uit van de vierde afdeling van de derde titel van het tweede boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, welke afdeling betrekking heeft op executie door een hypotheekhouder; een dergelijke executie is in de onderhavige zaken niet aan de orde. Voor overeenkomstige toepassing ziet de rechtbank geen grond, mede gelet op de vrijheid die haar in het kader van procedures als de onderhavige door de wetgever is gegeven. De rechtbank verwijst in dit verband naar hetgeen hiervoor onder 11.3.1, eerste alinea, is overwogen.
11.3.11. Rebgun c.s. en Rosneft voeren voorts nog verschillende verweren die betrekking hebben op de inhoud van het voorstel van Moravel. Deze verweren zullen hierna worden besproken en betrokken bij de onderdelen waarop Moravel haar voorstel nog nader zal moeten invullen en uitwerken.
11.3.12. De rechtbank zal Moravel in de gelegenheid stellen haar voorstellen schriftelijk aan te vullen, en nader toe te lichten en zoveel mogelijk te onderbouwen aan de hand van onderliggende bescheiden op de volgende punten.
a. Mr. Huizing schrijft in de begeleidende brief bij het verzoekschrift van 6 september 2006: “Voor Yukos International UK B.V. geldt dat zij nog enige input zal moeten geven ten aanzien van de door haar verrichte en nog lopende vervreemdingen van haar vermogensbestanddelen”. De rechtbank zou graag over deze (nadere) “input” beschikken.
b. In samenhang hiermee: de rechtbank zou, indien en voor zover mogelijk, graag beschikken over de bijlagen 5 tot en met 7 van (het concept van) de executoriale verkoopovereenkomst.
c. De rechtbank verzoekt Moravel te reageren op de stelling van Rebgun c.s. en Rosneft dat de aandelen in Transpetrol niet zijn overgedragen aan Yukos International en derhalve nog steeds tot het vermogen van Yukos Finance behoren.
d. Het voorstel van Moravel beperkt zich tot de (opbrengst van de) deelnemingen van Yukos International in de Davy-vennootschappen, Mazeikiu Nafta en Transpetrol. De rechtbank zou graag nader toegelicht zien:
(i) of en in hoeverre daarnaast de waarde van de overige deelnemingen van Yukos International, waaronder die in Yukos Capital s.a.r.l, en de waarde van de overige activa van Yukos International in het kader van deze procedure van belang is, en
(ii) indien en voor zover deze waarde van belang is, wat die waarde precies is.
Yukos Oil heeft in het voorstel van Moravel recht op een eventueel batig saldo na ontbinding van het administratiekantoor en heeft ingevolge de wet recht op een eventueel overschot van de verkoopopbrengst na voldoening van al haar crediteuren met een in Nederland erkende titel. Aan de vermogensbelangen van Yukos Oil lijkt aldus geen afbreuk te kunnen worden gedaan doordat niet alle deelnemingen (en overige activa) van Yukos International in het voorstel van Moravel worden betrokken, mits wordt gewaarborgd dat het administratiekantoor binnen redelijke termijn een optimaal batig liquidatiesaldo zal realiseren en dat saldo daadwerkelijk ter beschikking zal stellen aan Yukos Oil, waarover hierna nader. Wel zal de waarde van de overige deelnemingen (en van de overige activa) van Yukos International van belang worden indien en voor zover niet is gewaarborgd dat alle bij de Nederlandse executie betrokken crediteuren van Yukos Oil uit de gerealiseerde respectievelijk te realiseren opbrengst van de verkoop van de Davy-vennootschappen, Mazeikiu Nafta en Transpetrol kunnen worden voldaan. Voor dat geval wijst de rechtbank op nummer 49 van de pleitnotities van mr. Huizing: “Moravel kan zich (...) voorstellen dat er voor wordt gekozen de resterende 5% ook onderdeel te maken van de voorgestelde onderhandse verkoopovereenkomst”. Voor zover wel is gewaarborgd dat alle bij de Nederlandse executie betrokken crediteuren van Yukos Oil uit de opbrengst van de verkoop van de Davy-vennootschappen, Mazeikiu Nafta en Transpetrol kunnen worden voldaan, kunnen de overige deelnemingen en activa van Yukos International naar het oordeel van de rechtbank alleen buiten beschouwing blijven bij de bepaling van de koopprijs voor de aandelen in Yukos Finance, indien het voorstel waarborgt dat – vooropgesteld dat bij liquidatie van het administratiekantoor een positief liquidatiesaldo is te verwachten – het administratiekantoor daadwerkelijk geliquideerd wordt binnen een redelijke termijn, dat daarbij een zo hoog mogelijk liquidatiesaldo wordt gerealiseerd en dit daadwerkelijk ter beschikking wordt gesteld aan Yukos Oil. Het voorstel van Moravel – de voorgestelde statutenwijziging van het administratiekantoor daaronder begrepen – voorziet thans nog niet in waarborgen op dit punt.
e. Het komt de rechtbank, mede gelet op de gedeeltelijk uitgestelde betaling door Yukos International van de reeds aanstonds door Yukos Oil te leveren aandelen in Yukos Finance, noodzakelijk voor dat de risico’s van een eventueel faillissement of andere betalingsmoeilijkheden van Yukos International zoveel mogelijk op voorhand worden ondervangen. De rechtbank zou graag toegelicht zien of instrumenten als bankgaranties en pandrechten op rekeningsaldi hieraan een bijdrage kunnen leveren en, zo ja, welke.
f. Mr. Huizing schrijft in nummer 41 van zijn pleitnotities dat Moravel zich kan voorstellen dat een eventuele wijziging van de statuten van het administratiekantoor wordt onderworpen aan de goedkeuring van de rechtbank. De rechtbank zou graag toegelicht zien of het niet de voorkeur zou verdienen wijziging van de statuten uit te sluiten, mede gezien de mogelijkheid die artikel 2:294 BW biedt om in dat geval aan de rechtbank te verzoeken de statuten te wijzigen. De tussenkomst van de rechtbank zou dan op een wettelijke grondslag berusten.
g. Het voorstel van Moravel staat of valt met een zo hoog mogelijke opbrengst van de verkoop van de deelnemingen (en overige activa) van Yukos International. Adequate informatievoorziening aan alle partijen en belanghebbenden is in dit verband van groot belang. Moravel heeft haar bereidheid daartoe uitgesproken. De rechtbank zou graag vernemen hoe Moravel zich een en ander in praktische zin voorstelt.
h. De rechtbank zou graag (nader) toegelicht zien of en, zo ja, in hoeverre het voorstel van Moravel goedkeuring van de Russische Centrale Bank behoeft, mede in het licht van het door Rebgun c.s. en Rosneft gevoerde verweer op dat punt.
i. De rechtbank zou graag de fiscale gevolgen van het voorstel van Moravel (nader) toegelicht en onderbouwd zien, mede in het licht van het door Rebgun c.s. gevoerde verweer op dat punt.
11.3.13. De zaak zal tot de hiervoor onder 11.3.12 omschreven doeleinden worden verwezen naar de (interne) rekestenrol van 15 maart 2007. De overige partijen en belanghebbenden zullen vervolgens in de gelegenheid worden gesteld schriftelijk te reageren op de nadere stukken van Moravel. De zaak zal hiertoe op 15 maart 2007 worden verwezen naar de (interne) rekestenrol van 26 april 2007.
De verzoeken van Rebgun c.s.
12.1. Rebgun c.s. lichten hun hiervoor onder 4.1 weergegeven verzoeken als volgt toe.
Volgens Rebgun c.s. worden de activa van Yukos International afgeschermd en beheerst door het administratiekantoor, [persoon1] en [persoon2]. Alle genoemden zijn volgens Rebgun c.s. op de hand van Moravel. Rebgun c.s. blijven, zo stellen zij, verstoken van informatie zonder welke het niet mogelijk is een beslissing te nemen over de wenselijke wijze en voorwaarden van verkoop en overdracht.
De certificering van de aandelen in Yukos International, of deze nu wel of niet rechtsgeldig en rechtmatig heeft plaatsgevonden, vormt een onoverkomelijk obstakel voor een ordelijk verkoop- of liquidatieproces, aldus Rebgun c.s.
12.2. De verweren van Moravel en de Yukos-entiteiten zijn deels van formele, deels van inhoudelijke aard.
12.3. Naar het oordeel van de rechtbank dienen de verzoeken van Rebgun c.s. reeds op formele gronden te worden afgewezen. Deze verzoeken hebben, zoals Moravel en de Yukos-entiteiten terecht aanvoeren, geen, althans onvoldoende, betrekking op het onderwerp van het oorspronkelijke verzoek, dat ertoe strekt dat wordt bepaald op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen van Yukos Oil in Yukos Finance dienen te geschieden. Hetzelfde geldt, zoals Moravel en de Yukos-entiteiten terecht aanvoeren, voor het verzoek om retro-overdracht, door het administratiekantoor, van de aandelen in Yukos International aan Yukos Finance. De rechtbank verwijst in dit verband naar artikel 282 lid 4 Rv en naar hetgeen hiervoor onder 11.3.6 is overwogen.
Deurwaarder
13. Bij brief van 19 september 2006 heeft de in artikel 474g lid 2 Rv bedoelde deurwaarder enkele punten betreffende zijn positie naar voren gebracht. De rechtbank zal hierop in een latere beschikking terugkomen.
Deskundigen
14. Bij brief van 11 september 2006 hebben de (bij beschikking van 15 december 2005 benoemde) deskundigen (opnieuw) aandacht gevraagd voor hun positie. De rechtbank zal ook hierop in een latere beschikking terugkomen.
BESLISSING
De rechtbank:
in de zaak 332975 / HA RK 06-0018:
- laat Rebgun toe als belanghebbende;
in de zaak 320964 / HA RK 05-0568 en in de zaak 332975 / HA RK 06-0018:
- verwijst de zaak naar de (interne) rekestenrol van 15 maart 2007 voor de hiervoor onder 11.3.12 vermelde doeleinden;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Gegeven door mrs. C.J. Laurentius-Kooter, voorzitter, en R.H.C. van Harmelen en A.P. Schoonbrood-Wessels, rechters, en uitge-sproken op 1 februari 2007 in tegenwoor-digheid van de griffier.