ECLI:NL:RBAMS:2007:BA1921
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- U.W. baron Bentinck
- G.A. Bouter-Rijksen
- R.M. Troost
- Rechtspraak.nl
Beslissingen in proforma zitting liquidatie Endstra
Op 29 maart 2007 vond er een proforma zitting plaats in de Rechtbank Amsterdam, waar de verdachte niet aanwezig was. De advocaat, mr. E.M.J. van Nieuwenhuizen, vertegenwoordigde de verdachte en meldde dat deze op 27 maart 2007 afstand had gedaan van het recht om aanwezig te zijn. De rechtbank besloot het onderzoek te hervatten in de stand waarin het zich bevond op het moment van schorsing. De voorzitter kondigde aan dat het bezwaarschrift tegen de onthouding van stukken door het openbaar ministerie naar een andere combinatie zou worden verwezen, om te waarborgen dat de huidige combinatie niet over informatie beschikt die mogelijk niet bekend is bij de verdediging. Een nieuwe zitting is gepland op 5 april 2007, afhankelijk van de beschikbaarheid van de 'bunker'.
De rechtbank nam verschillende beslissingen, waaronder de afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis, omdat de verdenking en bezwaren nog steeds aanwezig waren. Het onderzoek werd geschorst voor maximaal negentig dagen, vanwege de drukke agenda van de rechtbank. De media-beperkingen voor de verdachte werden opgeheven, maar andere beperkingen bleven van kracht. De stukken werden overgedragen aan de rechter-commissaris voor verdere behandeling. De voorzitter gaf ook opdracht tot oproeping van de verdachte voor een nader te bepalen tijdstip, met kennisgeving aan de raadsvrouw. Dit proces-verbaal werd vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.