De feiten
De Blauwe Reiger is sinds mei 2000 eigenaresse van het bedrijfspand gelegen aan het [adres] (hierna: het perceel). Het perceel bestaat uit vier etages. De begane grond is verhuurd aan de galerie “Reflex”.
De eerste tot en met derde etage van het perceel (hierna: de etages) zijn op 5 april 2007 om circa 20.00 uur gekraakt. Door De Blauwe Reiger is hiervan op 5 april 2007 aangifte gedaan bij de politie Amsterdam-Amstelland, wijkteam Lijnbaangracht.
Bij brief van 11 april 2007 heeft De Blauwe Reiger de officier van justitie verzocht om handhavend op te treden tegen de krakers van de etages in verband met overtreding van de artikelen 429 sexies, 350 en 310 van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie heeft de krakers op 12 april 2007 strafrechtelijk aangezegd het perceel te verlaten.
De Blauwe Reiger heeft op 13 april 2007 in kort geding bij de voorzieningenrechter van de rechtbank gevorderd de krakers te veroordelen het perceel te ontruimen. De krakers hebben verstek laten gaan. Bij vonnis van de voorzieningenrechter van 16 april 2007 zijn de krakers veroordeeld, kort gezegd, om het perceel te ontruimen binnen twee dagen na betekening van het vonnis, met machtiging van De Blauwe Reiger om voor zover de krakers mochten nalaten aan de veroordeling te voldoen, de nakoming daarvan af te dwingen met behulp van de sterke arm en op kosten van de krakers. Het kort gedingvonnis van 16 april 2007 is op 17 april 2007 aan de krakers betekend, met bevel tot ontruiming van het perceel binnen twee dagen. De Blauwe Reiger heeft een afschrift van het vonnis op 16 april 2007 aan de politie gezonden, met verzoek om overleg over de ontruiming.
Bij brief van 18 april 2007 heeft De Blauwe Reiger, nadat haar was medegedeeld dat de ontruiming eind juni 2007 zal kunnen plaatsvinden, de officier van justitie verzocht om alle mogelijke medewerking te verlenen aan de ontruiming op de kortst mogelijke termijn, maar in ieder geval voor Koninginnedag.
Bij brief van 23 april 2007 heeft de Chef District Centrum van de politie Amsterdam-Amstelland aan De Blauwe Reiger bericht, voor zover hier van belang:
“(...)
Ik heb u geïnformeerd over het in Amsterdam staande beleid ten aanzien van te ontruimen panden die een ontruimingstitel hebben. Deze ontruiming geschiedt op een aantal vaste momenten in het jaar, althans als het panden betreft waar bij de ontruiming een verstoring van de openbare orde te verwachten is en de ontruiming derhalve uitgevoerd dient te worden door de ME. Dit beleid is vastgesteld om de verstoringen van de openbare orde in de stad zoveel mogelijk te beperken tot die bepaalde dagen en tevens om de hiervoor benodigde politie-inzet zo efficiënt mogelijk aan te wenden. Het valt aan te nemen dat de ontruiming van de percelen [adressen] gepaard zal gaan met openbare ordeverstoringen. Daarom is over de ontruiming overleg gepleegd met de Burgemeester van Amsterdam. Besloten is niet van het staande beleid af te wijken. Met u zal derhalve nader contact worden opgenomen teneinde de ontruiming voor te bereiden voor de eerstvolgende ontruimingsdag in juni as. (...)”
Bij brief van 1 mei 2007 heeft De Blauwe Reiger de Burgemeester van Amsterdam verzocht, kort gezegd, om herziening van het in de brief van 23 april 2007 ingenomen standpunt (zie 2.6).
De krakers hebben het perceel niet (vrijwillig) verlaten.
In de “Beleidsuitgangspunten ontruimen van kraakpanden” zijn, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
“(...)
2.3 Noodsituatie
Als de burgemeester het signaal ontvangt dat zich met betrekking tot een gekraakt object een onhoudbare situatie voordoet, met ernstig gevaar voor de bewoners of de omgeving (bv. door bouwvalligheid, brandgevaar of aanwezigheid van gevaarlijke stoffen) moet snel worden opgetreden. (...) Als op grond van de Woningwet niet op korte termijn kan worden opgetreden, kan de burgemeester op grond van zijn openbare ordebevoegdheden genoemd in artikel 175 van de Gemeentewet opdracht geven tot een spoedontruiming. (...) In de praktijk betekent dit dat de krakers een (korte) termijn krijgen aangezegd waarbinnen zij het pand moeten verlaten. Als dat niet gebeurd is binnen de genoemde termijn, zullen de krakers op grond van een noodbevel worden ontruimd.
3 Beleidsuitgangspunten
Bij de beslissing een kraakpand te ontruimen gelden de volgende uitgangspunten:
1. bij onhoudbare (onveilige) situaties in een pand kunnen noodmaatregelen worden
ingezet.
2. een civielrechtelijk vonnis moet worden uitgevoerd (‘de rechter heeft gesproken’)
en/of aan het OM moet assistentie worden verleend bij het handhaven van de
rechtsorde,
3. verstoringen van de openbare orde en onveilige situaties (bijvoorbeeld voor politiepersoneel, omwonenden én krakers) bij het ontruimen van gebouwen moeten
worden voorkomen, dan wel beperkt en de inzet van politiecapaciteit voor de
ontruiming moet verantwoord zijn,
4. er wordt met inachtneming van de voorgaande punten niet ontruimd voor
leegstand.
Deze uitgangspunten worden in de voorbereiding in onderlinge samenhang afgewogen. (...)
Ad 2. (...)
Civielrechtelijke vonnissen
(...) De overheid heeft daarom een plicht haar machtsmiddelen ter beschikking te stellen van degene wiens recht bij rechterlijk vonnis is vastgesteld. (...) Tot slot wordt een inschatting gemaakt van de gevolgen die de ontruiming zal hebben voor de openbare orde. (...)
Ad 3. Openbare orde en veiligheid
(...) Bij de beslissing een pand te ontruimen heeft de burgemeester de verantwoordelijkheid te beoordelen of de ontruiming tot ernstige verstoringen van de openbare orde zal leiden. Daarnaast weegt de burgemeester af of de ontruiming tot onacceptabele risico’s leidt voor het inzetten van (politie)personeel, de omwonenden of de krakers zelf en of de politie-inzet voor de ontruiming verantwoord is met het oog op politie-inzet elders in de stad. (...)
Om de ordeverstoringen te minimaliseren –en de politie-inzet zo optimaal mogelijk te benutten- vinden ontruimingen plaats tijdens ontruimingsrondes (tenzij de spoedeisendheid zich daartegen verzet). In Amsterdam vinden driemaal per jaar ontruimingsrondes plaats. De datum van een ontruimingsronde wordt van tevoren aan belanghebbenden bekend gemaakt. De krakers weten zo waar ze aan toe zijn.
De ontruimingsdatum is (op spoedeisende gevallen na) ruim van tevoren gepland. In bepaalde gevallen kan deze datum worden aangepast, bijvoorbeeld als er lang van tevoren al een groot aantal panden is aangemeld, het met het oog op politie-inzet elders in de stad niet verantwoord is nu te ontruimen of er andere gronden zijn (bv. een noodsituatie) om een eerdere ontruiming(sronde) te plannen. (...)
Het tijdstip van de ontruiming wordt altijd aan de krakers bekendgemaakt. Omdat een vooraankondiging kan leiden tot het barricaderen van het pand of het mobiliseren van verzet -en dus grotere openbare ordeconsequenties- wordt per geval het moment van bekendmaken bepaald. (...)”