ECLI:NL:RBAMS:2007:BA5394
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verleende bouwvergunning voor landhuis in Naarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de verleende bouwvergunning voor het oprichten van een landhuis in Naarden. De vergunning werd verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Naarden aan de vergunninghoudster. De Stichting Administratiekantoor Onroerend Goed Keizerskraaij en de Vereniging Leefmilieu het Gooi, de Vechtstreek en omstreken hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van beide partijen beoordeeld. De Vereniging werd als belanghebbende aangemerkt op basis van haar statuten, terwijl de Stichting als economische eigenaar van aangrenzende percelen ook als belanghebbende werd erkend.
De rechtbank oordeelde dat er geen weigeringsgronden van toepassing waren volgens de Woningwet, en dat de bouwvergunning terecht was verleend. De rechtbank concludeerde dat de bezwaren van de Vereniging en de Stichting ongegrond waren. De rechtbank benadrukte dat het gebruik van het landhuis als woonhuis niet in strijd was met het bestemmingsplan, en dat eventuele toekomstige overtredingen van het bestemmingsplan met handhavingsmaatregelen moesten worden bestreden. De uitspraak werd gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de rechtbank de belangen van de betrokken partijen zorgvuldig afwoog.
De rechtbank verklaarde de beroepen van de Stichting en de Vereniging ongegrond en bevestigde de verleende bouwvergunning. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.