2. De (enige) in enquête gehoorde getuige C was als beleggingsadviseur in dienst van ABN AMRO en heeft B van het begin af geadviseerd. Hij heeft ook het advies van 21 juli 1999 aan B uitgebracht. Hij heeft, verkort en zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang, verder onder meer nog het volgende verklaard.
B wilde met een miljoen gulden beleggen “om de boot niet te missen”. Hij zag geweldi-ge koersstijgingen bij de ICT- en telecombedrijven. Ook na het advies van juli 1999 heeft de getuige B geadviseerd zijn beleggingen te spreiden over verschillende sectoren. In een telefoongesprek van 7 maart 2000, waarvan de getuige een notitie heeft overge-legd (A), is de afspraak gemaakt dat B met de 15.330 Devote aandelen die op 12 juli 2000 zouden vrijkomen, plus circa 2.000 inmiddels door hem gekochte aandelen in an-dere dan ICT sectoren zou beleggen. Onder die voorwaarde was de getuige bereid ak-koord te gaan met de door B op 7 maart 2000 geuite wens om het beleggingskrediet van ƒ 1 miljoen uitsluitend te beleggen in ICT- en telecomfondsen. B overwoog toen tevens om zijn vermogen bij ABN AMRO in beheer te geven.
B hield zich niet aan de afspraak om de aandelen Devote te verkopen en de opbrengst gespreid te beleggen. De getuige heeft hem daar in een telefoongesprek van 25 juli 2000 (in zijn beleving) aan herinnerd en daarbij nogmaals gewezen op het belang van een betere spreiding. B wilde toen echter niet verkopen omdat de koers van Devote volgens hem in een tijdelijke dip zat en zou herstellen.
Op 7 september 2000 heeft de getuige met B gebeld over het gedeeltelijk liquideren van de portefeuille. Er zijn vervolgens aandelen verkocht waardoor de debetstand werd te-ruggebracht.
Op 13 oktober 2000 heeft de getuige met B gebeld “in het kader van de zorgplicht” (aantekening D). De getuige legt hiervan een notitie over. Het ging er toen om om aan-delen te verkopen teneinde de debetpositie terug te brengen. B heeft toen alleen wat aandelen Vedior en Vendex verkocht en wilde geen ICT-aandelen verkopen. In een tele-foongesprek van 23 oktober 2000 nam B hetzelfde standpunt in.Ook op 4 december 2000 sprak de getuige telefonisch met B (aantekening G). B wilde zich met betrekking tot de Devote-aandelen “rustig” houden. Op 1 februari 2001 volgde wederom een tele-foongesprek (notitie T). B wilde toen wel 20.000 aandelen Devote verkopen, maar hij wilde eerst de jaarcijfers afwachten omdat hij daarvan een koersstijging verwachtte. Daar is de getuige mee akkoord gegaan. In maart 2001 sprak de getuige opnieuw met B in verband met de gedwongen liquidatie van de portefeuille. B gaf toen toe dat hij eer-der naar de getuige had moeten luisteren.
Aandelen KPN
De portefeuille bestond niet voor 57% maar voor zo’n 35% uit aandelen KPN, indien de aandelen Devote die per 12 juli 2000 verkocht zouden worden mede in aanmerking worden genomen. Die positie was wel ruim maar nog aanvaardbaar, gelet op de af-spraak dat de opbrengst van de Devote-aandelen in andere sectoren belegd zou worden. De getuige heeft beslist niet tot een middelingsstrategie geadviseerd. Dat doet een erva-ren vakman van niveau niet. Hij heeft geadviseerd om het verlies te nemen en te herbe-leggen in solide aandelen. Niet alle KPN-transacties zijn via de getuige gelopen en het kan ook zijn dat B transacties in KPN-aandelen onder de ƒ 100.000,- via Online Inves-tor heeft doen lopen. De getuige heeft frequent met B gesproken over zijn positie in KPN en gewaarschuwd voor eenzijdige belegging in KPN-aandelen. Hij heeft nooit ge-adviseerd te beleggen in KPN-aandelen.
Aandelen Julius Bear Special Fund
B liet in maart 2000 telefonisch uit Londen aan de getuige weten dat hij voor ƒ 2.500.000,- in dit (ICT)fonds wilde beleggen. De getuige heeft dit geweigerd. Na wat heen en weer gepraat werd bij wege van compromis afgesproken dat voor € 200.000,- in Julius Bear zou worden belegd op basis van 70% dekking van de Julius Bear aande-len en de verkoop van de Devote-aandelen op 12 juli 2000.
Aandelen World Online (WOL)
De getuige heeft verklaard dat B bij deze emissie had willen intekenen voor ƒ 10 mil-joen, hetgeen voor de getuige onaanvaardbaar was. Bij wege van compromis is toen voor ƒ 1 miljoen ingeschreven, ervan uitgaan de dat de maximale toewijzing aanmerke-lijk lager zou zijn.
Overige ICT-aandelen.
Deze aankopen ( Free Record Shop, Landis, Open End TV en Seagull Holding) heeft B verricht ofwel via Online Investor, ofwel via een van de collega’s van de getuige, als het om een transactie van meer dan ƒ 100.000,- ging. De getuige heeft niet tot deze aanko-pen geadviseerd.