ECLI:NL:RBAMS:2007:BA6547

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
371065 / KG ZA 07-1032 SR/JR
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Sj.A. Rullmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicatie van foto’s en artikelen over de persoonlijke levenssfeer van een tekstschrijfster

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 juni 2007 in kort geding uitspraak gedaan over de onrechtmatige publicatie van foto’s en artikelen in het weekblad Privé, waarin de persoonlijke levenssfeer van de eiseres, een tekstschrijfster en voormalig actrice, werd geschonden. De eiseres, die ook bekend staat als voorvechtster van dierenrechten, vorderde rectificatie en een verbod op verdere publicatie van de foto’s en artikelen. De eiseres stelde dat de publicatie van de foto’s van haar woning, zonder haar toestemming, onrechtmatig was en haar eer en goede naam had aangetast. De rechtbank oordeelde dat de publicatie van de foto’s en de bijbehorende teksten, die suggereren dat de eiseres niet voor haar kinderen en dieren zou kunnen zorgen, een inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer vormde. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres grotendeels toe, met inbegrip van een rectificatie en een schadevergoeding van EUR 7.500,= voor immateriële schade. De rechtbank benadrukte dat de vrijheid van meningsuiting van de gedaagden niet zwaarder woog dan het recht van de eiseres op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer. De gedaagden werden veroordeeld tot het staken van de publicatie en het vernietigen van de foto’s, en moesten de identiteit van de maker van de foto’s bekendmaken. Dit vonnis onderstreept de noodzaak van hoor en wederhoor in journalistieke praktijken, vooral wanneer het gaat om de privacy van individuen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 371065 / KG ZA 07-1032 SR/JR
Vonnis in kort geding van 6 juni 2007
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres bij dagvaarding 31 mei 2007,
procureur mr. F.F. Blokhuis,
advocaten mr. F.F. Blokhuis te Amsterdam en mr. H.J. van der Tak te Doorn,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE TELEGRAAF TIJDSCHRIFTEN GROEP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [gedaagde1],
wonende te Amsterdam,
3. [gedaagde2],
wonende te Amsterdam,
gedaagden,
procureur mr. R.S. Le Poole.
Partijen zullen hierna ook [eiseres] en TTG c.s. (in mannelijk enkelvoud) genoemd worden.
De procedure
Ter terechtzitting van 31 mei 2007 heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, met dien verstande dat zij haar eis ter zitting heeft gewijzigd en vermeerderd als hierna te melden. TTG c.s. heeft bezwaar gemaakt tegen de wijziging en vermeerdering van eis. De wijziging van eis ten aanzien van de tekst van de rectificatie wordt toegestaan, omdat TTG c.s. geacht wordt hierdoor niet in zijn verdediging te zijn geschaad. De vermeerdering van eis ten aanzien van de proceskostenveroordeling wordt echter op grond van de eisen van een goede procesorde niet toegelaten, omdat TTG c.s. geacht wordt in zijn verdediging te zijn geschaad nu hij zich op deze eisvermeerdering niet heeft kunnen voorbereiden.
TTG c.s. heeft vervolgens verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Na verder debat hebben partijen vonnis gevraagd.
Ter zitting is mondeling reeds aan partijen de beslissing medegedeeld over de meest spoedeisende onderdelen van de vordering. Aan partijen is verder medegedeeld dat de motivering daarvan en de schriftelijke beslissing over dit deel van de vordering alsmede over de andere onderdelen van de vordering zal volgen bij vonnis van 6 juni 2007.
De feiten
[eiseres] is tekstschrijfster, voormalig actrice en zij is getrouwd met zanger [naam zanger] van wie zij thans gescheiden leeft. [eiseres] staat ook bekend als voorvechtster van rechten van dieren.
Gedaagde onder 1, TTG, is uitgeefster van het entertainmentblad Privé. Gedaagde onder 2, [gedaagde1], is hoofdredacteur van Privé. Gedaagde onder 3, Uriot, heeft, samen met [gedaagde1], het hierna onder 2.3. genoemde artikel over [eiseres] geschreven.
In editie 22 – 6 juni 2007 – van Privé, die op 30 mei 2007 is uitgebracht, is op de voorpagina, vergezeld van een foto van [eiseres] en drie foto’s van de binnen- en buitenkant van haar woning met opvallende letters de volgende tekst afgedrukt:
“Zo’n puinhoop is haar huis
Dit [eiseres]m] ‘HEL’”
In deze editie van Privé staat in het voorwoord van de hoofdredacteur op pagina 2 – onder meer – geschreven:
“(...) Deze week kreeg collega [journalist] een uitnodiging om met een fotograaf angs te komen bij [eiseres], die ons haar hele verhaal over de moeizame scheiding wil doen. Daarop vooruitlopend alvast deze ronduit schokkende foto’s van de woning. (...)”
Op pagina 6 tot en met 9 is een artikel opgenomen (hierna het artikel) vergezeld van 14 foto’s, waarvan 9 foto’s van het interieur van de woning van [eiseres].
De inleidende alinea van het artikel luidt:
“Het leek erop dat de echtscheiding van [echtgenoot] en [eiseres] zonder problemen zou verlopen. Maar nu strijden de twee om de echtelijke villa in het peperdure [woonplaats], of beter: wat er van die villa over is! [eiseres] beschouwt dat pand als háár huis, sinds Rob het jaren geleden verliet. Geruchten dat het vies zou zijn, verwijst ze naar het rijk der fabelen, MAAR DIT IS DE WAARHEID!”
In het artikel zijn verder – onder meer – de volgende passages opgenomen:
“(...)In [woonplaats] was het een publiek geheim dat [eiseres] de echtelijke woning volledig heeft ...UITGEWOOND! ‘Het is niet te geloven,’ zegt iemand uit het miljonairsdorp. ‘Ik heb nog nooit zo’n vieze bende gezien. Dode muizen, ratten, keutels van allerlei dieren en zo veel stof als er in de wintercollectie van C&A gaat! Op de vloeren, de kasten, de vieze bank...alleen maar stof en beestenharen.’
(...)
Je vraagt je af wanneer de GGD en de kinderbescherming in actie komen om hier wat aan te doen. In elk geval YOSHI maakt toch niet de indruk dat hij helemaal voor zichzelf kan zorgen.(...)”
In editie 23 van weekblad Privé, die vanaf woensdag 6 juni 2007 bij de verkooppunten te koop is, is ook een artikel over [eiseres] gepland, gebaseerd op een interview dat [eiseres] en haar partner [naam] op dinsdag 29 mei 2007 met redacteur [naam redacteur] hebben gehad. In de door TTG c.s. ter zitting overgelegde drukproef van dit artikel zijn – onder meer – de volgende passages opgenomen:
“[eiseres]’s hel is weer een hemel! Haar verpauperde villa in [woonplaats] (zie de schokkende foto’s in Privé week 22) die zij ooit samen met [echtgenoot] bewoonde, is weliswaar niet in oude glorie hersteld, maar fors opgeknapt. (...)
De sporen van de schokkende verpaupering van de perperdure villa in [woonplaats], zie de Privé van vorige week, zijn uitgewist. De bezem is letterlijk door het interieur gehaald, er moet keihard zijn gewerkt. De metamorfose is bijna bizar.(...)”
In de overgelegde drukproef van het geplande artikel zijn vijf met toestemming van [eiseres] gemaakte foto’s afgedrukt.
Het geschil
[eiseres] vordert thans:
A. TTG c.s. te veroordelen de openbaarmaking en (verdere) exploitatie van het artikel te staken, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,= per dag;
B. TTG c.s. te verbieden om van de foto’s van het interieur van haar huis verder enig gebruik te (doen) maken, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,= voor iedere foto of gedeelte daarvan die in strijd met dit verbod zou worden gebruikt, met een maximum van EUR 2.500.000,=;
C. TTG c.s. te veroordelen zich verder te onthouden van onrechtmatige uitlatingen over haar interieur en in woord en geschrift te verwijzen naar het artikel, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,=;
D. TTG c.s. te gebieden de foto’s van het interieur van haar huis, zowel de gepubliceerde als de niet gepubliceerde, te vernietigen;
E. TTG c.s. te gebieden de identiteit van de maker van de foto’s en de wijze waarop hij in het bezit van de foto’s is gekomen bekend te maken, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,=;
F. TTG c.s. te veroordelen direct na mondelinge uitspraak van dit vonnis , althans binnen 8 uur na betekening, de editie van Privé week 22 – 6 juni 2007 uit de handel te halen en te bewerkstelligen dat de editie binnen 24 uur na de uitspraak uit de markt is teruggenomen, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,= per dag;
G. TTG c.s. te veroordelen tot het plaatsen van een rectificatie, zoals geformuleerd onder punt 35 van de pleitnota van [eiseres], op straffe van een dwangsom van EUR 10.000,= per editie dat hij hiermee in gebreke blijft met een maximum van EUR 1.000.000,=;
H. TTG c.s. te veroordelen aan [eiseres] EUR 25.000,= als voorschot op schadevergoeding te voldoen;
I. TTG c.s. te veroordelen in de kosten van dit geding.
[eiseres] stelt hiertoe dat de publicatie van de foto’s onrechtmatig is, omdat haar persoonlijke levenssfeer is geschonden. Het artikel stelt ook geen misstand aan de kaak. Bovendien heeft TTG c.s. geen wederhoor toegepast, terwijl dit op eenvoudige wijze mogelijk was omdat [eiseres] reeds in contact was met een redacteur van Privé voor een ander artikel.
Verder wordt in het artikel ten onrechte de suggestie gewekt dat [eiseres] niet voor haar kinderen en voor haar dieren zou kunnen zorgen.
De foto’s zijn gemaakt in de zomer van 2006, toen [eiseres] gedurende lange tijd op reis was. TTG c.s. wekt ten onrechte de suggestie dat de foto’s recent zijn genomen.
Voor [eiseres] is het van groot belang om boven water te krijgen wie de foto’s heeft gemaakt en aan Privé heeft verstrekt, omdat zij vaak in het buitenland is en diverse mensen op haar kinderen en dieren passen en haar huis schoonmaken.
De ernstige opzettelijke onrechtmatige schending van haar persoonlijke levenssfeer rechtvaardigt dat de editie uit de handel wordt genomen. Dit is namelijk een effectief middel om de onrechtmatige toestand, die voortduurt zolang het tijdschrift in de kiosken te koop is, te beëindigen.
Een rectificatie is geboden, omdat de lezer bewust dient te worden gemaakt dat wat in Privé is gepubliceerd, veel te ver is gegaan
[eiseres] lijdt ook schade door deze publicatie. Haar eer en goede naam zijn aangetast. Het is niet onwaarschijnlijk dat zij hierdoor omzet als tekstschrijver zal verliezen, doordat opdrachtgevers niet meer met haar willen werken. Inmiddels heeft ook een donateur van haar dierenprojecten al laten weten geen geld meer in haar projecten te steken.
Slechts als alle gevorderde maatregelen worden opgelegd, zal TTG c.s. bewogen worden zich voortaan zorgvuldiger te gedragen.
TTG c.s. heeft gemotiveerd verweer gevoerd waarop hierna, bij de beoordeling van het geschil nader zal worden ingegaan.
De beoordeling
De gevorderde maatregelen vormen een beperking van het grondrecht op de vrijheid van meningsuiting dat aan TTG c.s. op grond van artikel 10 lid 1 EVRM toekomt. Dit recht kan slechts worden beperkt, indien deze beperking bij de wet is voorzien en deze in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien, is sprake wanneer de uitingen van TTG c.s. onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag of dat het geval is, moet een afweging worden gemaakt welke van deze belangen in een concrete situatie de doorslag behoort te geven, hetgeen afhangt van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden.
Onbetwist is dat de bij het artikel gepubliceerde foto’s van het interieur van de woning van [eiseres] zonder haar medeweten en zonder haar toestemming zijn gemaakt en aan TTG c.s. zijn verstrekt en vervolgens door TTG c.s. zijn gepubliceerd.
TTG c.s. heeft ten eerste aangevoerd dat door publicatie van de foto’s de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] niet geschonden zou zijn, omdat het geen foto’s van haarzelf betreffen, maar foto’s van de voormalige echtelijke woning. Dit verweer gaat niet op. De woning waarin de foto’s zijn gemaakt wordt thans bewoond door [eiseres], waarop ook door de begeleidende teksten de nadruk wordt gelegd, zoals “Dit is [naam] hel.” en “In [woonplaats] was het een publiek geheim dat [eiseres] de echtelijke woning volledig heeft ...UITGEWOOND!”.
Los van de vraag of [eiseres] als zogenoemd publiek figuur al dan niet meer inbreuk op haar privacy heeft te dulden dan niet bekende Nederlanders, moet zij zich in haar eigen huis veilig en onbespied kunnen wanen. De publicatie vormt dan ook een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [eiseres].
De omstandigheid dat [eiseres] regelmatig meewerkt aan publicaties en televisie-uitzendingen, waarin ook – delen van – haar woning zichtbaar zijn, maakt dit niet anders, daar [eiseres] in die gevallen zelf bepaalt wat wel en wat niet getoond wordt.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [eiseres], gelet op de vrijheid van meningsuiting van TTG c.s., ook onrechtmatig jegens haar is.
TTG c.s. heeft erkend dat hij [eiseres] niet vooraf op de hoogte heeft gebracht van de foto’s, en dat het artikel zonder toepassing van hoor en wederhoor is gepubliceerd.
TTG c.s. heeft daartoe aangevoerd dat het toepassen van hoor en wederhoor in dit geval niet nodig was, omdat de foto’s van een zeer betrouwbare bron afkomstig zouden zijn.
Onafhankelijk van de vraag van wie TTG c.s. de foto’s heeft verkregen, wordt geoordeeld dat in de onderhavige situatie het op weg van TTG c.s. had gelegen om [eiseres] vóór publicatie met de foto’s te confronteren. Het betreft hier immers de publicatie van foto’s van het interieur van haar woning, vergezeld van teksten waarin, op basis van die foto’s, voor [eiseres] negatieve conclusies worden getrokken. De teksten die in het artikel bij de foto’s zijn geplaatst komen er op neer dat de woning van [eiseres] uitgewoond is en dat hieruit zou blijken dat [eiseres] niet voor haar kinderen zou kunnen zorgen. Dergelijke uitingen zijn zonder meer schadelijk voor [eiseres].
[eiseres] heeft ter zitting verklaard dat de foto’s – heimelijk – zijn genomen in het voorjaar of de zomer van 2006, derhalve niet een paar weken voor publicatie, zoals TTG c.s. heeft gesteld, maar een jaar geleden, en dat zij in die periode vanwege een lange vakantie afwezig was en dat in die tijd een muizenplaag is ontstaan op de plaats waar het hondenvoer stond opgeslagen. [eiseres] heeft verder verklaard dat de gepubliceerde foto’s afbeeldingen betreffen van vertrekken in haar woning waar de dieren verblijven en niet de vertrekken waar zij zelf leeft. Zij sluit bovendien niet uit dat de foto’s van de muizen die bij het artikel zijn afgedrukt niet in haar huis, maar elders zijn genomen.
Gesteld dat een artikel als het in dit geding gewraakte artikel nieuwswaarde heeft voor de lezers van Privé, zoals TTG c.s. ter zitting heeft gesteld, “omdat ermee zou worden aangetoond dat het leven met veel dieren voor veel troep zorgt”, dan ligt op de maker van een dergelijk artikel de verplichting te voldoen aan het beginsel van hoor en wederhoor, hetgeen TTG c.s. in dit geval heeft nagelaten. In het onderhavige geval zou het toepassen van wederhoor ertoe hebben moeten leiden dat de hiervoor vermelde stellingen van [eiseres] ten aanzien de foto’s bij het artikel betrokken werden.
Het toepassen van hoor en wederhoor was in het onderhavige geval een kleine moeite geweest, omdat [eiseres] in de dagen voorafgaande aan de publicatie van het gewraakte artikel op woensdag 30 mei 2007, veelvuldig contact heeft gehad met een redactrice van Privé, [naam redacteur], die, nadat de afspraak een aantal malen was verzet, op dinsdag 29 mei 2007 in de woning van [eiseres] een interview met haar en haar partner heeft afgenomen dat gepubliceerd zou worden in de Privé die op woensdag 6 juni 2007 in de winkels zou komen te liggen. Ten behoeve van dit artikel zijn door Privé ook foto’s genomen van de woning van [eiseres], zowel binnen als buiten.
Het vermoeden van [eiseres] dat het gewraakte artikel door TTG c.s. bedoeld is als opmaat voor het volgende artikel waaraan door [eiseres] wel is meegewerkt, is dan ook begrijpelijk en wordt ook bevestigd door het voorwoord van hoofdredacteur [gedaagde1] op pagina 2 van Privé.
TTG c.s. heeft nog aangevoerd dat het artikel geen feitelijke onjuistheden bevat. De beweringen in het artikel over de noodzaak dat de GGD en de kinderbescherming in actie komen en dat de woning uitgewoond zou zijn, zijn echter, gezien de betwisting van [eiseres] en haar verklaring voor de situaties op de foto’s, onvoldoende aannemelijk gemaakt.
Een afweging van de belangen, zoals hiervoor onder 4.1. genoemd, leidt, gelet op voornoemde omstandigheden, tot het oordeel dat het recht van [eiseres] op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer in dit geval zwaarder weegt dan het recht van TTG c.s. bij vrijheid van meningsuiting. De publicatie van de omstreden foto’s en – een deel van – de daarbij gepubliceerde begeleidende tekst, is dan ook onrechtmatig jegens [eiseres].
Tot slot heeft TTG c.s. aangevoerd dat mogelijke negatieve suggesties worden rechtgezet door het met medewerking van [eiseres] tot stand gekomen artikel van de hand van [naam redacteur]. Wat hier ook van zij, een en ander doet aan de onrechtmatigheid van het handelen van TTG c.s. niet af.
Zoals is gebleken uit de ter zitting door TTG c.s. overgelegde drukproef van het geplande artikel over [eiseres] van [naam redacteur], bevat dit artikel eveneens uitingen als “’Vieze’ villa in [woonplaats] opgeruimd!” en “De sporen van de schokkende verpaupering van de peperdure villa in [woonplaats], zie de Privé van vorige week, zijn uitgewist.”, zodat niet kan worden gezegd dat hiermee iets zou zijn rechtgezet. Ter zitting is TTG c.s. akte verleend dat hij heeft toegezegd dit geplande artikel van [naam redacteur] niet in week 23 – 13 juni 2007 te zullen plaatsen.
De vordering van [eiseres] TTG c.s. te veroordelen de openbaarmaking en verdere exploitatie van het artikel te staken is op grond van hetgeen hiervoor is overwogen toewijsbaar, waarbij de gevorderde dwangsom zal worden gematigd als na te melden.
De vorderingen van [eiseres], zoals geformuleerd onder B en D van het petitum van de dagvaarding, zullen vanwege de nauwe samenhang gezamenlijk worden behandeld. Deze vorderingen komen neer op een verbod om de foto’s verder te gebruiken en een gebod om de foto’s te vernietigen. TTG c.s. heeft ter zitting toegezegd alle foto’s, derhalve zowel de gepubliceerde als de niet-gepubliceerde, niet meer te zullen gebruiken en te zullen vernietigen. Deze vorderingen zullen derhalve als onbetwist worden toegewezen als na te melden, waarbij de dwangsom zal worden gematigd.
Voor een veroordeling van TTG c.s. zich te onthouden van verdere (onrechtmatige) uitlatingen over het interieur van [eiseres] en verwijzingen naar het gewraakte artikel is geen plaats aangezien deze vordering te algemeen geformuleerd is en toewijzing ervan zou neerkomen op een preventief publicatieverbod.
[eiseres] heeft verder veroordeling van TTG c.s. gevorderd om de bron (de maker van de foto’s) bekend te maken.
Het in artikel 10 lid 1 EVRM neergelegde recht van vrijheid van meningsuiting en de daaruit voor de persvrijheid voortvloeiende waarborgen brengen mee dat een journalist in beginsel gerechtigd is zijn bronnen geheim te houden. Ook hier geldt dat de onder 4.1. genoemde afweging van belangen moet worden gemaakt voor de beoordeling van de vraag of het door [eiseres] gevraagde bevel om de bron bekend te maken, kan worden toegewezen.
Vaststaat dat de foto’s zijn genomen door een bekende van [eiseres]. Op sommige foto’s die aan TTG c.s. zijn verstrekt staan immers ook bekenden van [eiseres] afgebeeld die zich op het moment dat de foto’s werden gemaakt in haar woning bevonden. TTG c.s. heeft ook erkend dat de foto’s door een bekende van [eiseres] zijn aangeboden. [eiseres] wordt dan ook geacht een bijzonder belang te hebben bij bekendmaking van die bron, omdat zij vreest dat degene die de foto’s heeft gemaakt nog steeds toegang heeft tot haar woning en wellicht opnieuw foto’s zal maken of de foto’s via bijvoorbeeld internet verder zal verspreiden. In dat geval dreigt herhaling van de inbreuk op haar privacy. Van [eiseres] kan bovendien niet gevergd worden de huidige situatie, waarin zij iedereen in haar persoonlijke omgeving moet wantrouwen, te laten voortduren.
In de gegeven omstandigheden wordt voorts het belang van de bron bij bescherming niet doorslaggevend geacht. Vooralsnog is niet gebleken dat bekendmaking van de bron voor deze tot onaanvaardbare gevolgen zal leiden. De vordering is dan ook toewijsbaar, waarbij de dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als na te melden.
De vordering om de editie van Privé week 22 – 6 juni 2007 uit de handel te halen wordt, zoals partijen reeds mondeling ter zitting is medegedeeld, afgewezen. Afgezien van de vraag of toewijzing van deze vordering zou leiden tot beperking van de schade die [eiseres] stelt te hebben geleden, nu de editie ten tijde van de zitting al langer dan een dag in de winkel lag en niet is uit te sluiten dat via radio en/of televisie aandacht wordt besteed aan het gewraakte artikel, is een zogenaamde recall een zeer ingrijpend middel waarvoor in redelijkheid alleen kan worden gekozen als voldoende aannemelijk is dat minder ingrijpende middelen niet tot beperking van de schade zouden kunnen leiden. Hiervan is in dit geval geen sprake. Anders dan [eiseres] heeft betoogd, kan een recall niet worden opgelegd als een soort algemene strafmaatregel.
Rectificatie wordt in de gegeven omstandigheden als een effectief middel geoordeeld ter beperking van de schade. Rectificatie van een fotoreportage is in zoverre mogelijk dat het rechterlijk oordeel omtrent de onrechtmatigheid van die reportage kan worden gepubliceerd. De in het artikel gewekte suggestie dat de GGD en de kinderbescherming jegens [eiseres] in actie moeten komen, zal TTG c.s. moeten rectificeren, aangezien, zoals hiervoor onder 4.3. is geoordeeld, deze grievende beweringen geen steun vinden in het thans beschikbare feitenmateriaal. De rectificatie, geformuleerd zoals hierna te melden, zal dienen te worden geplaatst in de eerstvolgende na betekening van dit vonnis te verschijnen editie van Privé. De dwangsom zal worden gemaximeerd als na te melden.
Tot slot heeft [eiseres] een voorschot op schadevergoeding gevraagd van EUR 25.000,=. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien voldoende aannemelijk is dat de vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen en indien van de eisende partij niet gevergd kan worden dat hij de afloop van de procedure afwacht.
Op grond van de hiervoor weergegeven omstandigheden is aannemelijk geworden dat [eiseres] door de publicatie in haar persoonlijke levenssfeer is aangetast en dat zij daardoor immateriële schade heeft geleden. De vraag of [eiseres] ook, zoals zij heeft gesteld, materiële schade heeft geleden vereist een nader onderzoek naar de feiten, waarvoor het kort geding zich niet leent. [eiseres] heeft weliswaar gesteld dat na de publicatie een donateur van haar hondenproject zich zou hebben teruggetrokken en dat zij verwacht minder omzet als tekstschrijver te zullen genereren, maar zij heeft dit geenszins aannemelijk gemaakt.
Gezien de ernst van de aantasting van de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] is voorshands voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure TTG c.s. veroordeeld zou worden tot betaling van minimaal EUR 7.500,= aan [eiseres] als immateriële schadevergoeding. Het spoedeisend belang bij toewijzing van dit bedrag in kort geding als voorschot is hierin gelegen dat de functie van smartengeld tevens is gelegen in het geven van een prompte genoegdoening voor de vergaande inbreuk op haar privacy. Dit bedrag is dan ook toewijsbaar. Bij de vaststelling van dit bedrag is rekening gehouden met de ernst van de aantasting, alsmede met de schadebeperkende werking van de rectificatie en ook met de mogelijkheid dat het geplande artikel van de hand van [naam redacteur] nog schadebeperkend zal werken.
TTG c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 84,31
- vast recht 550,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.450,31.
De beslissing
De voorzieningenrechter
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, na betekening van dit vonnis, de openbaarmaking en verdere publicatie van het artikel te staken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 2.500,= per keer dat zij in strijd handelen met deze veroordeling;
verbiedt gedaagden met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis de foto’s van het interieur van de woning van [eiseres] verder te gebruiken, op straffe van een dwangsom van EUR 2.500,= per overtreding van dit verbod;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk de foto’s van het interieur van de woning van [eiseres], ongeacht de wijze van vastlegging van deze foto’s en ook de overige foto’s die in de serie zijn gemaakt en die niet zijn gepubliceerd, binnen vijf dagen na betekening te vernietigen;
gebiedt gedaagden hoofdelijk binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis aan [eiseres] de identiteit van de maker van de foto’s bekend te maken alsmede de wijze waarop Privé in het bezit is gekomen van de foto’s, op straffe van een dwangsom van EUR 5.000,= per dag dat gedaagden nalaten daaraan te voldoen, met een maximum van EUR 100.000,=;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om op de voorpagina van de eerstvolgende na betekening van dit vonnis te verschijnen editie van het weekblad Privé, zonder commentaar of weerwoord, op een witte achtergrond in zwarte letters van gelijke grootte als de tekst “Dit is [naam] ‘HEL’”, zoals geplaatst op de voorpagina van Privé week 22 – 6 juni 2007, over de gehele breedte van de voorpagina, te plaatsen de tekst:
“RECTIFICATIE [eiseres] PAGINA 3”
en tevens op pagina 3 van dezelfde editie van Privé een rectificatie zonder commentaar of weerwoord te plaatsen gelijkmatig verspreid over een kader van 12 x 12 centimeter op een witte achtergrond in zwarte letters met de navolgende tekst:
“RECTIFICATIE [eiseres]
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 6 juni 2007 in kort geding geoordeeld dat de fotoreportage over de woning en het interieur van [eiseres] [eiseres] in Privé, week 22 - 6 juni 2007 onrechtmatig jegens [eiseres] [eiseres] is, omdat haar persoonlijke levenssfeer hierdoor is aangetast. Ook de in het artikel opgenomen suggestie dat de GGD en de kinderbescherming in actie moeten komen en dat haar woning is uitgewoond, is onrechtmatig, omdat deze geen enkele steun vindt in het thans beschikbare feitenmateriaal.
De voorzieningenrechter heeft ons veroordeeld tot het plaatsen van deze rectificatie.
De hoofdredactie.”
zulks op straffe van een dwangsom van EUR 10.000,= per editie dat gedaagden geheel of gedeeltelijk nalaten om aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van EUR 100.000,=;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan [eiseres] EUR 7.500,= (zevenduizend vijfhonderd euro) te voldoen;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op EUR 1.450,31,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sj.A. Rullmann, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.O. Rutten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2007.?