ECLI:NL:RBAMS:2007:BB8608

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
384273 / KG ZA 07-2208 OdC/SK
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R. Orobio de Castro
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op openbaarmaking documentaire over kunstenaar en leven van eiser

In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit vier personen waaronder de kunstenaar [eiser 1], een verbod op de openbaarmaking van een documentaire over het leven en werk van [eiser 1], geproduceerd door Submarine B.V. De documentaire zou op 25 november 2007 in première gaan op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA). Eisers stelden dat de documentaire inbreuk maakte op hun privacy en dat er geen toestemming was gegeven voor het gebruik van privébeelden. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er mogelijk bezwaren waren tegen de inhoud van de documentaire, deze niet voldoende waren om een verbod op de openbaarmaking te rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van wanprestatie door Submarine B.V. en dat het gebruik van de beelden niet onrechtmatig was. De eisers werden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Submarine B.V. werden begroot op EUR 9.021,30. De voorzieningenrechter benadrukte de artistieke vrijheid van de producent en de regisseur en oordeelde dat de documentaire niet in strijd was met de gemaakte afspraken.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 384273 / KG ZA 07-2208 OdC/SK
Vonnis in kort geding van 22 november 2007
in de zaak van
1. [eiser 1],
2. [eiser 2],
3. [eiser 3],
4. [eiser 4],
allen wonende te [woonplaats],
eisers in conventie bij conceptdagvaarding,
verweerders in voorwaardelijke reconventie,
procureur mr. M. Leopold,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SUBMARINE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
procureur mr. Chr. Alberdink Thijm.
Partijen zullen hierna [eisers] en Submarine B.V. genoemd worden.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 22 november 2007 heeft [eisers] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte conceptdagvaarding. Submarine B.V. heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening, en vervolgens in voorwaardelijke reconventie gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte akte. [eisers] heeft de vordering in voorwaardelijke reconventie bestreden. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is heden de beslissing gegeven en is ter zitting meegedeeld dat de uitwerking daarvan op 6 december 2007 zal volgen.
2. De beoordeling in conventie
2.1. Korte voorlopige overweging:
Ook al zou sprake zijn van wanprestatie of strijd met enige auteursrechtelijke bepaling, dan nog rechtvaardigt dit in de gegeven omstandigheden niet een verbod om de film (geheel of gedeeltelijk) openbaar te maken.
2.2. [eisers] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de volledige proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Submarine B.V. worden begroot op:
- vast recht EUR 251,00
- salaris procureur 8.770,30
Totaal EUR 9.021,30
3. De vordering in voorwaardelijke reconventie
Nu de vordering in conventie wordt afgewezen, behoeft de voorwaardelijke vordering in reconventie geen nadere bespreking.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter
4.1. weigert de gevraagde voorziening,
4.2. veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Submarine B.V. tot op heden begroot op EUR 9.021,30,
4.3. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Orobio de Castro, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. S.A. Krenning, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2007.?
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 384273 / KG ZA 07-2208 OdC/SK
Vonnis in kort geding van 22 november 2007
in de zaak van
1. [eiser 1],
2. [eiseres 2],
3. [eiser 3],
4. [eiser 4],
allen wonende te [woonplaats],
eisers in conventie bij conceptdagvaarding,
verweerders in voorwaardelijke reconventie,
procureur mr. M. Leopold,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SUBMARINE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
procureur mr. Chr. Alberdink Thijm.
Eisers zullen hierna gezamenlijk [eisers] en afzonderlijk [eiser 1], [eiseres 2], [eiser 3] en [eiser 4] worden genoemd. Gedaagde zal hierna Submarine B.V. worden genoemd.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 22 november 2007 heeft [eisers] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte conceptdagvaarding. Submarine B.V. heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening, en vervolgens in voorwaardelijke reconventie gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte akte. [eisers] heeft de vordering in voorwaardelijke reconventie bestreden. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 22 november 2007 de beslissing gegeven en is ter zitting meegedeeld dat de uitwerking daarvan op 6 december 2007 zou volgen.
2. De feiten
2.1. [eiser 1] is kunstenaar en houdt zich onder meer bezig met (digitale) fotografie en film, alsmede met computer-graphics. [eiser 1] is sinds eind jaren tachtig een frontman van de VJ (videojockey)scene. Studio [eiser 1] is de computer design studio waarin [eiser 1] voor grote ondernemingen zoals Coca Cola en Heineken projecten heeft gemaakt, alsook voor (internationale) films werken heeft gemaakt. [eiseres 2] is de levensgezellin van [eiser 1] . [eiser 4] is de broer van [eiser 1] en [eiser 3] is een vriend van [eiser 1].
2.2. Submarine B.V. houdt zich bezig met de exploitatie van een mediaproductiebedrijf. Zij is de producent van een documentaire van de regisseur [regisseur] (hierna: regisseur), getiteld ‘[eiser 1]– Speeding On The Virtual Highway’(hierna: de documentaire). De documentaire zal op zondag 25 november 2007 op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) in première gaan en later in 2008 door de AVRO op televisie worden uitgezonden in de serie ‘Close Up’.
2.3. Tussen [eiser 1] en Submarine B.V. is in verband met de onder 2.2. bedoelde documentaire op 18 mei 2006 een samenwerkingsovereenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten. Deze overeenkomst bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende:
“(…)
- Submarine een documentaire wenst te vervaardigen over het leven en werken van [eiser 1] (…);
- [eiser 1] zijn medewerking wenst te verlenen aan de Documentaire;
- (…)
ZIJN PARTIJEN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
1. Documentaire – Opnamen
1.1 [eiser 1] is bekend en akkoord met de opzet t.b.v. Documentaire zoals beschreven
in Annex A. (‘de Opzet’).
(…)
1.3 De beeld- en geluidsopnamen (…) zullen plaatsvinden in de periode van 1 april 2006
t/m 1 april 2007 (‘de Opnamen’).
1.4 [eiser 1] zal in overleg en in redelijkheid zijn medewerking verlenen aan de
Opnamen (…). De locaties en gebeurtenissen volgen uit de Opzet.
Indien [eiser 1] zwaarwegende bezwaren heeft tegen de inhoud van bepaalde
Opnamen zal hij dit onmiddellijk na het draaien daarvan, dan wel binnen 24 uur na
Opnamen aan Submarine kenbaar maken.
(…)
2. Archiefmateriaal
2.1 Onderdeel van de Opzet is het gebruik van audiovisueel archiefmateriaal, waaronder
begrepen fragmenten uit commercials en films, VJ animaties en videodagboeken die
het leven en de geschiedenis van [eiser 1] illustreren.
2.2.a Indien en voorzover [eiser 1] beschikt over de rechten op bestaand audiovisueel
materiaal (‘het [eiser 1] Materiaal’) geeft [eiser 1] Submarine hierbij toestemming om
gebruik te maken van het [eiser 1] Materiaal. [eiser 1] vrijwaart Submarine tegen
aanspraken van derden terzake. [eiser 1] zal Submarine toegang verschaffen tot het
[eiser 1] Materiaal.
2.2.b Submarine heeft/verkrijgt het non-exclusieve recht om het [eiser 1] Materiaal te
verwerken in (uitsluitend) de Documentaire, en de Documentaire – bevattende het
[eiser 1] Materiaal – naar tijd en plaats onbeperkt openbaar te (doen) maken, te (doen)
verveelvoudigen, te (doen) verspreiden en te (doen) exploiteren, (…).
2.2.c Submarine heeft/verkrijgt het recht om het [eiser 1] Materiaal te (her-)monteren, te
bewerken, er aan toe te voegen, er uit weg te laten, etc. t.b.v. de Documentaire.
2.3 Indien [eiser 1] niet zelf de rechten op bedoeld materiaal bezit, dan zal hij –
voorzover hij daarmee bekend is – aangeven bij wie de rechten berusten, en zal hij op
verzoek van Submarine zo veel als mogelijk meewerken aan het verkrijgen van zo
gunstig mogelijke licenties.
3. Inzage in de Documentaire
[eiser 1] heeft het recht vlak voordat de montage van de Documentaire definitief
voltooid wordt (de ‘off-line’ versie voordat het beeld ‘op slot’ gaat) de Documentaire
te bekijken. De inhoud van de Documentaire staat op dat moment in principe vast;
alleen de ondertitels, kleurcorrectie en geluidsmix worden daarna nog gedaan.
Uitsluitend indien [eiser 1] alsdan feitelijke onjuistheden constateert zullen deze –
in overleg met de regisseur – worden verwijderd. Voor de goede orde: [eiser 1]
heeft geen inspraak m.b.t. de in de Documentaire opgenomen interviews met derden
c.q. door derden gedane uitspraken.
(…)
6. Diversen
(…)
6.3 Submarine zal zich uitdrukkelijk onthouden van enig gebruik, verminking of andere
aantasting van de Opnamen c.q. de Documentaire, welke schade en/of nadeel zou
kunnen toebrengen aan jouw eer en goede naam.(…)”
2.4. In Annex A, behorende bij de overeenkomst, is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
Een documentair portret van de Nederlandse nieuwe media kunstenaar [eiser 1], waarin wordt gezocht naar de waarde van kunst in een commerciële wereld en de verhouding tussen virtualiteit en werkelijkheid.(…)
[eiser 1] gaat mee met zijn tijd: hij breidt zijn VJ carrière uit naar dat grote publiek en werkt met artiesten zoals DJ Tiësto en rapper Eminem. En hij gaat zich samen met een handvol jonge talenten toeleggen op commercieel werk. Zo maakt ‘[eiser 1] Studio’ bijvoorbeeld Coca Cola commercials voor meer dan 25 landen.
[eiser 1] ontwikkelt zijn computerkunst van avant-garde tot mainstream, van vrij werk tot integraal onderdeel van computergames, commercials en films. Hij werkt succesvol samen met Hollywood regisseur [regisseur 2], voor wiens Disney-film Around the World in 80 days hij twee jaar geleden de titels en animaties maakte.
De voornaamste lijnen die we in de film op dit moment beogen:
- de ontwikkelingen van [eiser 1] als kunstenaar, met gebruikmaking van archiefmateriaal, videodagboeken en het bezoeken van plekken die belangrijk zijn geweest in zijn vorming, als de Rietveld Academie en Studio Soeverijn. Het werk van [eiser 1] komt hierin uitgebreid en veelzijdig aan bod.
- Het tot stand komen van nieuwe projecten gedurende de draaiperiode tot stand komen en gekoppeld kunnen worden aan de eerste lijn. Dit kunnen zijn: nieuw werk, het bouwen van club/restaurant G-Spot waar [eiser 1] en [eiseres 2] ook trouwplannen hebben, verdere ontwikkeling van digitale animaties voor films (met name van [regisseur 2]), de introductie van nieuwe door Studio [eiser 1] ontworpen software en haar toepassing tijdens een groot VJ optreden. Uiteraard kunnen hier in de loop van het jaar andere interessante dingen bij komen.
- Interviews waarin de regisseur gedachtegoed en filosofieën van [eiser 1] en [eiseres 2] worden uitgediept. (…)”
2.5. [eiser 1], [eiseres 2], Submarine B.V. en [regisseur] hebben in de periode van januari 2006 tot medio juli 2007 (per email) gecorrespondeerd over (verzoeken tot) het beschikbaar stellen van materiaal en beelden van [eiser 1] aan Submarine B.V. ten behoeve van de documentaire, zoals:
“(…)
-een VHS geleend met daarop een ruwe montage van de videodagboeken, met daarop: ‘[eiser 1] en[eiseres 2], summer of ‘99’.
-werk van [eiser 1]: Filmwerk, commercials, foto’s etc. digitaal of op tape, DVD.
-videodagboeken. Tapes die [regisseur] gaat spotten
-Videodagboeken: doorspitten van het videodagboek archief door [eiser 1] en [eiseres 2].
- een nieuwe selectie DV tapes van door [eiser 1] en [eiseres 2] zelf gedraaid materiaal
- homevideos periode 1998-2000 is al goed gecovered, graag nog ter aanvulling: celebrities op bezoek, verder interessant materiaal [eiser 1] aan het werk.
- videodagboeken: Materiaal is van 1998 Groninger Museum tot en met 2000 kunstbeurs in NY, met daarin DJ’s. Vooral werkgericht, dus beursbezoeken (wat wel gecombineerd wordt met logeren bij kunstverzamelaar), feesten (VJ-en en Club Love Royal bv in Milaan). Videomateriaal van Ibiza. Als [eiser 1] van [eisers 2] opnames maakt die later in VJ werk worden verwerkt of waar zij het op een mooie plek over werk hebben, dan is dat wel heel mooi om te gebruiken als overgang.
- Thailand 1998-1999
- Beeldmateriaal; van [eiser 1] in de Rietveld tijd, en eindexamenwerk en ook filmpje waarop [eiser 1] is afgestudeerd en wat Stedelijk en VPRO hebben aangekocht.
- Oud archief/video’s van [eiser 1] op de Rietveld, thuis/atelier, 1e VJ werk, 1e housefeesten, [eiser 3]
- Naar de Klote.
- Eminem: hebben we nog niet
- Making-of Coca Cola commercial en winnen Spin-off Award
- wat is er gedraaid na 2000? Er liggen hier 3 dekendozen vol met fotoboekjes. Er staat ook een giga fotoarchief op de pc’s hier!
- Foto’ waarop het beredruk, gezellig en goed lopend was. De foto’s nu zijn portretten en beetje lege foto’s van 2GR die het geheel niet veel recht doen.
- oud videomateriaal [eiser 1] tijdens Rietveld en periode voor hij woonde en werkte op de Herengracht
- Eerste housefeesten die [eiser 3] organiseerde, in Utrecht,
- Thailand ’95, Ibiza ’97, Thailand dec ’98 / jan ’99
- leuke/drukke foto’s van vorige zomer bij 2GR
- 3D afbeeldingen/animaties van het ontwerp van 2GR – het vaste gebouw (als in presentatie Academie vd Bouwkunst)
-eigen muziek/cd [eiser 1] en [eiseres 2]
- titels die door [eiser 1] worden gebruikt bij VJ-en
- [eiser 1] eerste VJ experimenten uit ’87 en ’88. (…)”
2.6. Na een eerste viewing van de documentaire door [eisers] met onder andere [regisseur] is op 23 augustus 2007 aan [eiser 1] een ruwe versie van de documentaire verstrekt om deze nogmaals te kunnen bekijken. In een e-mail van 23 augustus 2007 heeft Submarine B.V. daarover aan [eiser 1] en [eiseres 2] onder meer geschreven:
“(…)
We vinden het prettig als jullie na het zien van de film opschrijven of vertellen wat er naar jullie mening ontbreekt, of ideeen hebben hoe je de film liever zou willen hebben. Maar dat jullie snappen dat [regisseur] niet verplicht is jullie ideeën over te nemen. en dat wij [regisseur] de mogelijkheid geven uit het beschikbare materiaal haar documentaire af te maken. (…)”
[eiser 1] heeft daarop per e-mail geantwoord, voor zover hier van belang:
“(…)
We begrijpen dat [regisseur] de eindverantwoordelijke over haar documentaire is, en niet verplicht is onze ideeen en suggesties over te nemen. (…)”
2.7. In een uitgebreide brief van 24 september 2007 van [eiser 1] aan Submarine B.V. heeft [eiser 1] zijn bezwaren tegen de documentaire kenbaar gemaakt. In de laatste alinea van de brief heeft [eiser 1] geschreven:
“Mijn conclusie is dat jullie het contract alsnog volledig en volgens de afspraken zullen moeten nakomen en ik behoud me even formeel alle rechten voor. De documentaire moet nu eerst opnieuw naar de tekentafel, want op deze manier is die voor mij, voor [eiser 2] en voor anderen onacceptabel en onvertoonbaar. (…)”
Submarine B.V. heeft hierop bij brief van 2 oktober 2007 gereageerd en onder meer geschreven:
“(…) Wil je ons bevestigen dat je er geen bezwaar tegen maakt als wij zo verder gaan? Wij hebben allemaal veel tijd en geld in de film gestoken en wij maken hem natuurlijk het liefste af met jouw medewerking. (…)”
2.8. In correspondentie nadien zijn partijen niet nader tot elkaar gekomen.
3. De vordering in conventie
3.1. [eisers]vordert, kort gezegd, Submarine B.V. te veroordelen iedere openbaarmaking van de huidige c.q. laatste versie van de documentaire over [eiser 1] te staken en gestaakt te (doen) houden, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van Submarine B.V. in de proceskosten.
3.2. [eisers]stelt daartoe, kort gezegd, dat Submarine B.V. de gemaakte afspraken met [eiser 1] heeft geschonden, mede gezien de door [regisseur] aan [eiser 1] geschetste intenties, en dat Submarine B.V. wanprestatie pleegt door essentiële bepalingen uit de overeenkomst niet na te komen. Submarine B.V. handelt daarnaast onrechtmatig jegens [eisers]. De documentaire is nog niet klaar om te vertonen en moet op allerlei punten worden aangepast. De documentaire bevat een fictieve, dramatische verhaallijn die in strijd is met de werkelijkheid en de aanpak die is geschetst in de opzet (Annex A). Verder bevat de documentaire intieme, schokkende en gênante (privé-) beelden die inbreuk maken op de privacy van [eiser 1] en [eiseres 2] , fragmenten waarvan bekend is dat de rechten liggen bij derden, onder wie [eiser 3] en [eiser 4] , die geen toestemming hebben gegeven voor de openbaarmaking en die zich tegen de openbaarmaking verzetten. De documentaire bevat opnamen waartegen [eiser 1] bezwaren heeft geuit conform de overeenkomst, terwijl de documentaire daarnaast belangrijke fragmenten niet laat zien, wat in strijd is met de afspraken en de opzet. Kennelijk wil de maker een negatief beeld schetsen van [eiser 1] en het verloop van zijn carrière. Aldus brengt de documentaire schade en nadeel toe aan de eer en goede naam van [eiser 1] .
3.3. Submarine B.V. voert verweer. Op dit verweer wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling in conventie
Tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst
4.1. [eiser 1] beroept zich allereerst op het tekortschieten door Submarine B.V. in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarbij behorende bijlage Annex A.
4.1.1. In de Annex zijn de voornaamste lijnen die met de film worden beoogd opgenomen, waarbij echter is opgemerkt dat dat ‘op dit moment’ is. Die lijnen betreffen (1) de ontwikkelingen van [eiser 1] als kunstenaar, waarbij gebruik gemaakt wordt van archiefmateriaal, videodagboeken en het bezoeken van plekken die belangrijk zijn geweest in zijn vorming en waarbij het werk van [eiser 1] uitgebreid en veelzijdig aan bod komt, (2) het tot stand komen van nieuwe projecten gedurende de draaiperiode en die gekoppeld kunnen worden aan de ontwikkeling van [eiser 1] als kunstenaar en (3) interviews waarin het gedachtegoed en de filosofieën van [eiser 1] en [eiseres 2] worden uitgediept.
4.1.2. Niet gezegd kan worden dat de documentaire niet een serieuze en gedegen film over de kunstenaar [eiser 1] is en dat van de in de Annex neergelegde opzet sterk is afgeweken. Dat er mogelijk gedurende het maken van de documentaire enige verandering in inzicht bij de makers is opgetreden en dat dit mogelijk in de documentaire is terechtgekomen, brengt echter niet mee dat daardoor in strijd met de overeenkomst en de in de Annex gekozen verhaallijnen is gehandeld. [eiser 1] heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de gekozen verhaallijn ver verwijderd is van de werkelijkheid en bewust zo is geënsceneerd om hem in een negatief daglicht te stellen of dat er een fictieve dramatische film is gemaakt die in strijd is met de feiten. Uit de documentaire volgt niet dat er sprake is van twee scherp gescheiden delen, een deel van vóór en een deel van ná de dood van P.G., zoals [eiser 1] heeft gesteld. Submarine B.V. heeft aangevoerd dat [eiser 1] in de documentaire wordt geschetst als icoon van zijn tijd in de tweede helft van de jaren negentig, toen in een onbezorgde tijd de housecultuur ‘love, peace and happiness’ werd gepropageerd. Na het millennium volgde de omslag, met de aanslagen op het WTC en de brand in de Roxy – de tempel van de housemuziek – een dag na de dood van G. Naar het inzicht van Submarine B.V. is in het werk van [eiser 1] de omslag van een onbezorgde tijd naar de terugkeer naar waarden en normen ook waar te nemen, hetgeen tot uiting komt in zijn verzet tegen de conservatieve tijdsgeest en het donkerder en minder onbezorgd worden van zijn werk.
Deze opzet van de documentaire brengt naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter niet mee dat de in de Annex verwoorde verhaallijnen worden verlaten en dat er vervolgens een beeld geschetst wordt dat het bergafwaarts zou gaan met de carrière van [eiser 1] . Het is overigens aan de makers om invulling te geven aan de verhaallijnen die zij met [eiser 1] hebben besproken en hebben opgenomen in de Annex, met behoud van de artistieke vrijheid van de regisseur en de producent. Met de door [persoon 1] en Submarine B.V. gekozen uitwerking van de opzet is niet in strijd gehandeld met de opzet, ook niet wanneer er onderwerpen, die in de opzet wel met name worden genoemd, niet, niet volledig of niet naar de zin van [eiser 1] in de documentaire aan de orde komen. [eiser 1] heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat de in de documentaire behandelde onderwerpen in de door de makers gekozen opzet in strijd zijn met de waarheid. Aan een aantal bezwaren van [eiser 1] over chronologie is Submarine B.V. tegemoet gekomen, door jaartallen bij de verschillende beelden te plaatsen en te vermelden welk onderwerp het betreft. Submarine B.V. heeft aannemelijk gemaakt dat een aantal fragmenten – uit de film van [regisseur 2] en uit commercials – niet in de documentaire kon worden opgenomen omdat niet duidelijk was of de rechten van derden ‘gecleared’ waren, dan wel omdat [eiser 1] het materiaal niet had geleverd. Er kan dan ook niet worden gesproken van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van Submarine B.V. ten aanzien van de opzet van de documentaire.
4.2. Wat betreft de door [eiser 1] genoemde artikelen 1.5, 3 en 6.3 van de overeenkomst, in de nakoming waarvan Submarine B.V. zou zijn tekort geschoten, geldt het volgende.
4.2.1. Artikel 1.5 bepaalt dat indien [eiser 1] zwaarwegende bezwaren heeft tegen de inhoud van bepaalde opnames, hij dit binnen 24 uur na het draaien ervan aan Submarine B.V. kenbaar dient te maken. [eiser 1] heeft gesteld dat hij de opnames echter niet (vlak) na het maken heeft kunnen terugzien, maar pas in augustus 2007. Anders dan [eiser 1] stelt, heeft dat echter aan de mogelijkheid om bezwaar te maken vrijwel meteen na het maken van die opnamen niet in de weg gestaan of hoeven staan, zeker wanneer het gaat om zwaarwegende belangen. Uit de bepaling volgt overigens niet dat Submarine B.V. opnamen, die door [eiser 1] als niet- interessant, mislukt of nietszeggend worden beschouwd, ook bij tijdig gemaakt bezwaar, niet had mogen gebruiken.
4.2.2. In artikel 3 is geregeld dat [eiser 1] het recht heeft, vlak voordat de montage van de documentaire definitief wordt voltooid, de documentaire te bekijken en dat bij het constateren van feitelijke onjuistheden deze in overleg met [regisseu] zullen worden verwijderd. Dat er, na de nog door Submarine B.V. verrichte aanpassingen en verwijderingen ook na door [eiser 1] gemaakte opmerkingen over jaartallen en chronologie, sprake is van feitelijke onjuistheden waar het artikel op ziet, heeft [eiser 1] niet aannemelijk gemaakt. Hier geldt dat de artistieke vrijheid van de makers en de keuzes die zij hebben gemaakt aan het inroepen van artikel 3 in de weg staat, indien niet van feitelijke onjuistheden sprake is. Zoals hierboven al is besproken geldt dat ook voor de door de regisseur en producent gekozen opzet van de documentaire.
4.2.3. In artikel 6.3 van de overeenkomst is bepaald dat Submarine B.V. zich zal onthouden van enig gebruik, verminking of andere aantasting van de opnames dan wel dat de documentaire geen schade of nadeel aan [eiser 1]s eer en goede naam mag toebrengen. Hoewel [eiser 1] zich in de film (uiteindelijk) niet kan vinden en zelfs zegt dat de documentaire beneden de maat is, een vertekend beeld geeft, zich veel te veel richt op negatieve bijverschijnselen en hem vooral in onbenullige en onhandige situaties laat zien terwijl er betere en meer betekenisvolle opnamen zijn, kan bij objectieve beschouwing van de documentaire, voorshands niet van een schending van dit artikel worden gesproken.
Gebruik privé-materiaal/videodagboeken
4.3. [eiser 1] verzet zich tegen het gebruik in de documentaire van archiefmateriaal dat van hem afkomstig is. Hij stelt zich op het standpunt dat het tonen van evident privacygevoelige en expliciete beelden in strijd is de overeenkomst, zodat er sprake is van wanprestatie. Verder stelt hij dat hij noch [eiseres 2] toestemming hebben gegeven voor het gebruik van de in de documentaire opgenomen archiefbeelden, althans dat zij deze toestemming hebben ingetrokken. Daarnaast zijn er andere makers van de beelden, te weten [eiser 3] en [eiser 4] en zij hebben nimmer toestemming gegeven voor gebruik van hun materiaal. Tot slot stellen [eiser 1] en [eiseres 2] dat door het gebruik van privé-beelden en DVD fragmenten met in het oog springende, privacygevoelige, gênante en schokkende beelden hun privacybelangen worden geschonden.
4.3.1. In artikel 2 van de overeenkomst is – kort gezegd – het gebruik van archiefmateriaal, waaronder commercials, films, VJ-animaties en videodagboeken die het leven en de geschiedenis van [eiser 1] illustreren, geregeld. [eiser 1] heeft toestemming gegeven voor het gebruik van deze beelden in de documentaire en Submarine B.V. gevrijwaard tegen aanspraken van derden. Aan het gebruik van de beelden is geen beperking opgelegd. Verder is tussen partijen (e-mail) correspondentie gevoerd over beelden die aan Submarine B.V. ter beschikking waren gesteld of nog moesten worden gesteld. Ook hierin zijn door [eiser 1] geen beperkingen opgelegd, ook niet met betrekking tot evident privacy gevoelige en expliciete beelden. [regisseur] heeft zelf enkele opmerkingen gemaakt over beelden die ze niet zal gebruiken, maar [eiser 1] heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij in strijd met deze toezegging zou hebben gehandeld door deze beelden toch te gebruiken. Nu uit de overeenkomst volgt dat er niet alleen een documentaire over het werk maar ook over het leven en de geschiedenis van [eiser 1] wordt gemaakt, is het gebruik van privé-materiaal voor de hand liggend. Van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst kan dan ook niet worden gesproken.
4.3.2. De toestemming van [eiser 1] voor het gebruik van de archiefbeelden en videodagboeken met privé-beelden vloeit voort uit de overeenkomst en uit de door partijen gegeven uitvoering hiervan. Vaststaat dat [eiser 1] de videodagboeken en ander archiefmateriaal aan Submarine B.V. ter beschikking heeft gesteld. [eiser 1] heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in één keer alle dozen met zijn materiaal ongezien heeft afgegeven aan Submarine B.V. onder het voorbehoud dat privé-beelden niet zouden mogen worden gebruikt, dan wel dat er enig andere beperking zou gelden. Dat [regisseur] het materiaal eerst zou gaan ‘spotten’ brengt dat evenmin (impliciet) mee. Ook in verband met de diverse verzoeken om specifieke beelden door Submarine B.V. –ook van beelden waartegen nu kennelijk bezwaar bestaat – en het ontbreken van protest door [eiser 1] tegen dit voorgenomen gebruik, kan gezegd worden dat er geen voorbehoud is gemaakt over het gebruik van beelden uit het archief van [eiser 1] en dat er (impliciet) toestemming is gegeven voor het gebruik van al het materiaal uit het ter beschikking gestelde archief. De omstandigheid dat Submarine B.V. bij derden niet om ‘quitclaims’ zou hebben gevraagd doet aan de verleende toestemming voor gebruik door [eiser 1] (en [eiseres 2] ) niet af. Het intrekken van de toestemming voor het gebruik van privé-materiaal door [eiser 1] (en [eiseres 2] ) bij brief van 24 september 2007, nadat zij eerst over een langere periode dit materiaal aan [eisers] hadden verstrekt, is ook niet mogelijk. In de documentaire zijn ook geen beelden te vinden die van zodanige privé-aard zijn dat deze niet voor publicatie in een documentaire als deze vatbaar zouden zijn. Zodanig onvertogen woorden of beelden dat Submarine B.V. had moeten begrijpen dat Submarine B.V. had moeten begrijpen dat deze niet voor publicatie bedoeld konden zijn, kan de voorzieningenrechter in de documentaire niet gewaar worden.
4.3.3. [eiser 3] en [eiser 4] beroepen zich op hun auteursrecht ten aanzien van enkele fragmenten en verzetten zich tegen gebruik hiervan. Zij hebben echter niet aannemelijk gemaakt dat zij film- of videobeelden die uit het archief van [eiser 1] afkomstig zijn en die in de documentaire worden getoond, hebben gemaakt.
[eiser 3] heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat er andere dan de door hem aan Submarine B.V. verstrekte beelden, voor het gebruik waarvan hij toestemming heeft gegeven, in de documentaire worden getoond. [eiser 1] heeft zijn stelling dat er veel materiaal geschoten door met name vrienden tussen zijn materiaal zat maar dat hij daar geen rechten op heeft, evenmin aannemelijk gemaakt. Dat hij zelf op beelden is te zien sluit niet uit dat hij de maker is. Evenmin wijst dit erop dat [eiser 3] dan wel [eiser 4] makers zijn. Thans kan dan ook niet van auteursrechtelijke aanspraken – dan wel schending van hun auteursrechten – van [eiser 3] en [eiser 4] worden uitgegaan.
4.3.4. [eiser 1] en [eiseres 2] beroepen zich er tot slot op dat Submarine B.V. door het gebruik van privacy gevoelige, gênante en schokkende beelden onrechtmatig jegens hen handelt. Ook op grond hiervan vorderen zij het verbod tot openbaarmaking van de documentaire. In dit kader heeft Submarine B.V. het verweer gevoerd dat haar op grond van artikel 10 lid 1 EVRM vrijheid van meningsuiting toekomt.
Allereerst dienen, voor de beoordeling van de vraag of het gebruik van beelden in de documentaire onrechtmatig is, de wederzijdse belangen te worden afgewogen. Het belang van [eiser 1] en [eiseres 2] is dat zij beschermd worden in hun privéleven en niet geconfronteerd worden met een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
In dit geval is van belang dat [eiser 1] en Submarine B.V. een overeenkomst zijn aangegaan voor het maken van een documentaire over zijn leven en werk, dat hij en [eiseres 2] hebben meegewerkt aan het maken van interviews en opnames door [regisseur] en dat [eiser 1] en [eiseres 2] grote hoeveelheden beeldmateriaal aan Submarine B.V. ter beschikking hebben gesteld ten behoeve van die documentaire, zonder dat daarbij expliciet door [eiser 1] een voorbehoud is gemaakt voor het gebruik van beelden in de documentaire. [eiser 1] en [eiseres 2] hebben niet het verweer van Submarine B.V. betwist dat beelden die zij nu als privé beschouwen, al eerder door [eiser 1] zijn gebruikt in zijn werk en dus al eerder openbaar gemaakt zijn, bijvoorbeeld beelden van een naakte [eiseres 2] in [eiser 1]s VJ-animaties. De door [eiser 1] en [eiseres 2] gênant en schokkend genoemde beelden, waaruit gebruik van drank of drugs zou volgen, kunnen in het licht van het zijn van kunstenaar, ook in de periode van de house(feesten) en het in die wereld verkeren, en mede in verband met het feit dat [eiser 1] en [eiseres 2] in het verleden zich, ook publiekelijk niet afkerig hebben getoond van gebruik van drugs of drank, niet als zodanig worden gekenschetst. Ook een in verband met de duiding van de tijdsgeest gebruikt fragment uit een speelfilm met daarin een rol van [eiseres 2] , kan niet als een inbreuk op de persoonlijke levensfeer worden beschouwd. Nu [eiser 1] (met [eiseres 2] ) door [regisseur] in zijn leven en zijn werk werd gevolgd ten behoeve van de documentaire, kunnen beelden van de onderweg slapende [eiser 1] en [eiseres 2] , dan wel van een onderuitgezakte, zwijgende en vermoeide [eiser 1] in een auto, evenmin als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer worden gezien. [eiser 1] en [eiseres 2] hebben geen redelijk belang (gesteld) om zich tegen het gebruik van hun portretten in de documentaire te verzetten. [eiser 1] en [eiseres 2] hebben niet aannemelijk gemaakt dat Submarine B.V. met de documentaire en het gebruik van de beelden (doelbewust) een negatief beeld heeft willen schetsen van [eiser 1] . Het belang van Submarine B.V. is dat zij in een documentaire over een kunstenaar de artistieke vrijheid moet hebben om die kunstenaar in beeld te brengen en dat zij zich óók kritisch, informerend of opiniërend moet kunnen uitlaten over het leven en het werk van die kunstenaar. De slotsom is dat Submarine B.V. – gezien alle hiervoor genoemde omstandigheden – met het gebruik van de beelden van [eiser 1] en [eiseres 2] niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens hen. Toewijzing van de vordering om het openbaar maken van de documentaire te verbieden zou daarmee een ontoelaatbare inbreuk vormen op de vrijheid van meningsuiting van Submarine B.V.
4.4. Al met al luidt de conclusie dat er geen sprake is van wanprestatie of strijd met enige auteursrechtelijke bepaling, terwijl het gebruik van privé-beelden van [eiser 1] en [eiseres 2] in de gegeven omstandigheden niet een verbod om de film (geheel of gedeeltelijk) openbaar te maken rechtvaardigt.
4.5. [eisers] zal als de in het ongelijk gestelde partij, in verband met het bepaalde in artikel 1019i Rv, in de volledige proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Submarine B.V. worden begroot op:
- vast recht EUR 251,00
- salaris procureur 8.770,30
Totaal EUR 9.021,30
5. De vordering in voorwaardelijke reconventie
Nu de vordering in conventie wordt afgewezen, behoeft de voorwaardelijke vordering in reconventie geen nadere bespreking.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
6.1. weigert de gevraagde voorziening,
6.2. veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Submarine B.V. tot op heden begroot op EUR 9.021,30,
6.3. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Orobio de Castro, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. S.A. Krenning, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2007.?