ECLI:NL:RBAMS:2007:BD2776
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Conservatoir derdenbeslag op kwaliteitsrekening van gerechtsdeurwaarderskantoor opgeheven
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 november 2007 uitspraak gedaan in een kort geding over een conservatoir derdenbeslag dat was gelegd door [gedaagde] op de kwaliteitsrekeningen van [eiseres]. [Eiseres], een gerechtsdeurwaarderskantoor, had een overeenkomst met [gedaagde] voor het verzorgen van gerechtelijke incasso's van vorderingen van UPC Nederland B.V. (hierna: UPC). In juli 2007 werd echter overeengekomen dat de overeenkomst tussen [gedaagde] en [eiseres] per 1 augustus 2007 zou worden overgedragen aan UPC. [Eiseres] stelde dat zij, na deze overdracht, niet langer verplicht was om gelden die zij ontving voor UPC aan [gedaagde] af te dragen. [Gedaagde] legde daarop beslag op de kwaliteitsrekeningen van [eiseres] om haar vorderingen veilig te stellen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het beslag moest worden opgeheven, omdat volgens artikel 19 van de Gerechtsdeurwaarderswet een derdenbeslag op een kwaliteitsrekening niet is toegestaan. De rechter stelde vast dat de gelden op de kwaliteitsrekeningen toebehoren aan de gezamenlijke rechthebbenden en niet aan [eiseres] zelf. Bovendien was summierlijk gebleken dat de vordering van [gedaagde] ondeugdelijk was, aangezien de overeenkomst met UPC per 1 augustus 2007 was overgedragen en [eiseres] niet gehouden was om in de periode van 1 augustus tot 16 oktober 2007 aan [gedaagde] af te dragen.
De rechter heeft [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van [eiseres], die zijn begroot op EUR 1.137,85. Het vonnis is openbaar uitgesproken en de voorzieningenrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt de bescherming van de rechten van gerechtsdeurwaarders met betrekking tot hun kwaliteitsrekeningen en de beperkingen van derdenbeslag in dit kader.