vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 382084 / KG ZA 07-1992 OdC/LW
Vonnis in kort geding van 15 november 2007
de stichting
WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 24 oktober 2007,
procureur mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
advocaat mr. M.G. van der Vliet-Blokziel te Almere,
[gedaagde]
krachtens huurovereenkomst domicilie gekozen hebbende te Amsterdam,
gedaagde,
procureur mr. P.C.C. Carels.
Partijen zullen hierna Eigen Haard en [gedaagde] worden genoemd.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 1 november 2007 heeft Eigen Haard gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. [gedaagde] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2. De feiten
2.1. De rechtsvoorgangster van Eigen Haard heeft met ingang van 6 augustus 1998 een huurovereenkomst gesloten met [gedaagde] ten aanzien van de woning aan de [adres 1] te Amsterdam. Eigen Haard zet de huurovereenkomst met [gedaagde] thans voort voor een huurbedrag van EUR 340,76 per maand.
2.2. In de huurovereenkomst zijn de volgende artikelen opgenomen, voor zover van belang:
“(…)
5.3. Huurder/huurster zal zich onthouden van gedragingen, waarvan naar algemeen gangbare opvattingen mag worden aangenomen dat zij schade veroorzaken aan de woning, of aan naburige woningen dan wel overlast aan de omwonenden veroorzaken.
5.4. De artikelen 5.1. t/m 5.3. gelden ook voor het gebruik door de huurder/huurster van de bij de woning behorende gemeenschappelijke ruimtes en/of voorzieningen.
(…)
5.6. Het is de huurder/huurster verboden afval, etensresten en/of andere goederen in de tuinen en de gemeenschappelijke ruimten te deponeren. (…)”
2.3. Vanaf 21 juni 2007 tot en met 23 oktober 2007 heeft Eigen Haard van omwonenden uit het appartementencomplex verschillende meldingen ontvangen van overlast door [gedaagde].
2.4. Eigen Haard heeft [gedaagde] op 5 juli 2007 een brief gestuurd met de volgende inhoud:
“(...) Waarschuwing
Ik sommeer u onmiddellijk te stoppen met het veroorzaken van overlast. U pleegt namelijk wanprestatie. Daarmee bedoel ik dat u zich niet houdt aan de verplichtingen uit onze huurovereenkomst. (..)”
2.5. Bij brief van 8 oktober 2007 heeft Eigen Haard aan [gedaagde] het volgende bericht:
“(…) Onze advocaat zal namens Eigen Haard een procedure aanhangig maken bij het Kantongerecht te Amsterdam waarin wij vragen om ontbinding van uw huurcontract en ontruiming van de woning.
U kunt deze procedure nog stopzetten door een huuropzegging in te sturen. (…)”
2.6. Op 11 oktober 2007 heeft het Meldpunt Zorg en Overlast van het stadsdeel Zeeburg te Amsterdam het volgende aan Eigen Haard bericht:
“(..) Hierbij deel ik u mede dat er vanuit het Meldpunt Zorg en Overlast Zeeburg, diverse interventies zijn geweest, gericht op het bestrijden van de extreme overlast op het adres van [gedaagde], wonende aan de [adres 1] Amsterdam.
(…)
Ondanks onze inspanningen zijn we er volgens omwonenden niet in geslaagd de overlast te doen ophouden of tot aanvaardbaar niveau terug te brengen. De deelnemende instanties aan het meldpunt hebben om die reden in gezamenlijk overleg op 9 oktober jl. besloten tot einde interventie. (…)”
2.7. Uit een door de politie aan de raadsvrouwe van Eigen Haard verstrekt overzicht blijkt dat er op 11 november 2006, 31 mei, 21 juni, 20 juli, 27 september en 6 oktober 2007 meldingen bij de politie zijn binnengekomen over de overlast veroorzaakt door [gedaagde]. De politie is naar aanleiding van de meldingen meerdere malen ter plaatse geweest.
3.1. Eigen Haard vordert samengevat - ontruiming van de woning aan de [adres 1] te Amsterdam door [gedaagde], alsmede betaling van de huurpenningen door [gedaagde] vanaf 1 november 2007 tot aan de dag der ontruiming. Daarnaast vordert zij veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2. Eigen Haard stelt hiertoe dat [gedaagde] toerekenbaar tekort schiet in zijn verplichtingen die voortvloeien uit de huurovereenkomst en dat hij zich niet als een goed huurder gedraagt. [gedaagde] veroorzaakt immers overlast – vooral in de nachtelijke uren – aan omwonenden, onder andere bestaande uit geluidsoverlast door luide muziek, schreeuwen, schelden en het uiten van bedreigingen. Eigen Haard heeft een verplichting ten opzichte van de overige huurders tot het verschaffen van een rustig huurgenot, wat zij niet kan waarborgen zolang [gedaagde] in de woning verblijft. Omwonenden worden dagelijks gestoord in hun – voornamelijk nacht – rust en zijn het gedrag van [gedaagde] meer dan zat. Eigen Haard heeft meerdere malen getracht [gedaagde] te bewegen de overlast te doen staken, doch zonder enig resultaat. Daarnaast is op 11 oktober 2007 een Einde Interventie Verklaring afgegeven. De overlast rechtvaardigt de ontruiming van de woning.
3.3. [gedaagde] voert verweer waarop hierna, voor zover van belang, nader zal worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [gedaagde] heeft de gestelde overlast ter zitting betwist. Uit de door Eigen Haard overgelegde klachten van omwonenden en het overzicht van meldingen bij de politie blijkt echter dat het gaat om ernstige, stelselmatige overlast, die vooral in de nachtelijke uren plaatsvindt. Daarbij komt dat uit het overgelegde politieoverzicht blijkt dat agenten tweemaal, zowel op 20 juli 2007 als op 27 september 2007, hebben geconstateerd dat er sprake was van geluidsoverlast afkomstig van de [adres 1] te Amsterdam en veroorzaakt door [gedaagde]. Bovendien heeft een ter zitting aanwezige omwonende verklaard dat [gedaagde] vooral ’s nachts onder invloed van alcohol veel lawaai maakt en hierdoor overlast veroorzaakt. [gedaagde] heeft ter zitting ook erkend dat hij een drankprobleem heeft en dat hij hiervoor onder behandeling is. Daarnaast is een Einde Interventie Verklaring afgegeven, nu de instanties er niet in zijn geslaagd om de overlast, veroorzaakt door [gedaagde], te doen ophouden of tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen.
Onder deze omstandigheden is voorshands voldoende aannemelijk dat er sprake is van overlast – vooral in de nachtelijke uren – die zodanig groot en stelselmatig is dat de omwonenden op onaanvaardbare wijze worden gestoord in hun woongenot en in het bijzonder in hun nachtrust. Er is ook geen uitzicht op verbetering. Dit is jegens omwonenden onrechtmatig en levert tegenover Eigen Haard wanprestatie op, die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Het is dan ook voldoende aannemelijk dat de kantonrechter de huurovereenkomst zal ontbinden en de ontruiming zal toewijzen, zodat de vordering tot ontruiming, die spoedeisend is wegens de voortdurende overlast, ook in kort geding toewijsbaar is, met dien verstande dat een ontruimingstermijn van acht dagen redelijk wordt geacht.
4.2. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Eigen Haard worden begroot op:
- dagvaarding EUR 70,85
- vast recht 251,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.137,85
4.3. Hoewel de gevorderde nakosten nog niet zijn gemaakt, staat dit er niet aan in de weg om deze voorwaardelijk toe te wijzen.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt [gedaagde] om binnen acht dagen na de betekening van dit vonnis met al het zijne en al de zijnen het pand aan de [adres 1] te Amsterdam leeg en ontruimd ter beschikking van Eigen Haard te stellen, met machtiging aan Eigen Haard om, zo [gedaagde] mocht nalaten aan deze veroordeling te voldoen, de tenuitvoerlegging daarvan zelf te bewerkstelligen, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
5.2. veroordeelt [gedaagde] om vanaf 1 november 2007 aan Eigen Haard een bedrag gelijk aan de overeengekomen huurpenningen van EUR 340,76 per maand te betalen, zolang de woning aan de [adres 1] te Amsterdam niet door [gedaagde] overeenkomstig de veroordeling onder 5.1. zal zijn ontruimd,
5.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Eigen Haard tot op heden begroot op EUR 1.137,85,
5.4. vermeerdert de proceskosten met de wettelijke rente, indien [gedaagde] niet binnen veertien dagen na dagtekening van de aanschrijving tot vrijwillige voldoening aan dit vonnis heeft voldaan en te rekenen vanaf die datum,
5.5. veroordeelt [gedaagde] om, indien hij niet binnen veertien dagen na dagtekening van de aanschrijving tot vrijwillige voldoening aan dit vonnis heeft voldaan, aan Eigen Haard te voldoen aan nakosten EUR 131,-, zonder betekening van dit vonnis, te verhogen met EUR 68,- ingeval dit vonnis wel is betekend aan gedaagde,
5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Orobio de Castro, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L.E. van der Weij, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2007.?