ECLI:NL:RBAMS:2008:BC2737
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Beëindiging bijstandsuitkering en terugvordering bijstand wegens verzwijging van onroerend goed in Turkije
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 januari 2008 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekers, die hun bijstandsuitkering zagen beëindigd vanwege het verzwijgen van een woning in Turkije. Verzoekers, die op 29 november 2007 65 jaar zijn geworden, hebben recht op AOW en aanvullende bijstandsuitkering. De rechter oordeelt dat verzoekers spoedeisend belang hebben bij hun verzoek om voorlopige voorziening, omdat zij afhankelijk zijn van financiële ondersteuning.
De rechtbank stelt vast dat de beëindiging van de bijstandsuitkering met ingang van 4 september 1989 niet deugdelijk is gemotiveerd. Er wordt niet duidelijk gemaakt waarom het recht op bijstand al vanaf deze datum is beëindigd en of de waarde van de verzwegen woning en huurinkomsten in verhouding staan tot de kosten van de woning. Dit gebrek kan in bezwaar worden hersteld. De rechter concludeert dat verzoekers geen belang hebben bij schorsing van de besluiten, omdat hen voorschotten moeten worden verstrekt tot de beslagvrije voet.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het terugvorderingsbesluit van verweerder, dat een bedrag van € 148.148,08 betreft, eveneens niet voldoende gemotiveerd is. De rechter wijst erop dat de belangenafweging die nodig is voor de terugvordering ontbreekt, en dat verweerder niet kan verwijzen naar de Beleidsregels werk en bijstand zonder een deugdelijke motivering. De rechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe, draagt verweerder op om voorschotten te verstrekken en veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers.