vonnis RECHTBANK AMSTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 377447 / HA ZA 07-2310 (AV)
[eiseres],
wonende te [adres],
eiseres,
procureur mr. F.F. Blokhuis,
1. [gedaagde 1],
wonende te [adres],
gedaagde,
procureur mr. A.R. van den Noort,
2. [gedaagde 2],
wonende te [adres],
gedaagde,
procureur mr. A.R. van den Noort.
Eiseres zal hierna [eiseres] worden genoemd. Gedaagden zullen gezamenlijk worden aangeduid met [gedaagde 1 c.s.] en afzonderlijk met [gedaagde 1] en [gedaagde 2].
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met bewijsstukken,
- de conclusie van antwoord,
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 14 november 2007 waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 13 februari 2008, met de daarin vermelde stukken;
- brief van 23 mei 2008 van de zijde van [eiseres] waarin de zaak ten aanzien van [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) is ingetrokken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Bij beschikking van 16 januari 2008 is de echtscheiding uitgesproken tussen [eiseres] en [gedaagde 2]. [eiseres] en [gedaagde 2] hebben samen twee inmiddels volwassen zoons. Een van de zoons heet [zoon], is geestelijk gehandicapt en woont bij [eiseres].
2.2. Sinds enige jaren heeft [gedaagde 2] een relatie met [gedaagde 1]. [betrokkene 1] onderhoudt vriendschappelijke contacten met [gedaagde 1 c.s.]
2.3. Op de voorpagina van Privé nummer 22 van 30 mei 2007 zijn drie foto’s afgebeeld van de door [eiseres] bewoonde (voormalig echtelijke) woning (hierna: de woning). Als kop bij de foto’s staat:
“Zo’n PUINHOOP is haar huis Dit is [eiseres]’s ‘HEL’”
Op pagina 6 staan nog drie foto’s waarop de woning, de tuin, en [eiseres] en [gedaagde 2] staan afgebeeld. Op pagina’s 7 tot en met 9 staan in totaal 11 foto’s waarop onder meer het interieur van de woning, dode muizen, een besmeurde zitbank en vieze keukenkastjes te zien zijn. De aanhef van het artikel luidt:
“Het leek erop dat de echtscheiding van [gedaagde 2] en [eiseres] zonder problemen zou verlopen. Maar nu strijden de twee om de echtelijke villa in het peperdure [adres], of beter: wat er van die villa over is! [eiseres] beschouwt dat pand als háár huis, sinds [gedaagde 2] het jaren geleden verliet. Geruchten dat het vies zou zijn, verwijst ze naar het rijk der fabelen, MAAR DIT IS DE WAARHEID!”
Verder luidt het artikel, voor zover relevant:
“De honden lopen in en uit, er was een ezel, een papegaai en in nóg meer lijkt de villa van [eiseres] op een gestrande Ark van Noach. Hoeveel dieren zij precies heeft - dood of levend - weet [eiseres] zelf ook niet. Dat kan ook niet, wanneer je de muizen, ratten en kakkerlakken meetelt. De fraaie villa die ‘malle [eiseres]’ ooit samen met hitzanger [gedaagde 2] bewoonde, is één grote puinhoop.”
Verder bevat het artikel onder meer de volgende zinsneden:
“In [adres] was het een publiek geheim dat [eiseres] de echtelijke woning volledig heeft UITGEWOOND!”
“Ik heb nog nooit zo’n vieze bende gezien. Dode muizen, ratten, keutels van allerlei dieren en zo veel stof als er in de wintercollectie van C&A gaat!”
“Vorige week gaf hij [rechtbank: met ‘hij”wordt de huidige partner van [eiseres] aangeduid] als commentaar op de troep- en beestenverhalen uit [adres]: ‘Waarom krijgen de dieren hier de schuld van? Zij doen geen vlieg kwaad! En het huis is helemaal niet verwaarloosd! […] Het is zeker niet de vieze bende zoals het door sommigen wordt omschreven! Ik run hier een dierenopvang en zorg er persoonlijk voor dat het huis goed schoongehouden wordt. DE EXCLUSIEVE FOTO’S DIE PRIVE U OP DEZE EN DE VORIGE PAGINA’S LAAT ZIEN, VERTELLEN ECHTER EEN ANDER VERHAAL. Je vraagt je af wanneer de GGD en de kinderbescherming in actie komen om hier wat aan te doen”
2.4. De foto’s en het artikel in het weekblad Privé zijn gemaakt en gepubliceerd zonder medeweten van [eiseres].
2.5. Op de website van het weekblad Privé (www.prive.nl) van 31 mei 2007 is voornoemde voorpagina ook opgenomen en refereert [betrokkene 2] (de hoofdredacteur van Privé) aan het artikel. Hij schrijft onder meer:
“Over beesten gesproken. Dat [eiseres] van dieren houdt weet zo langzamerhand iedereen. Zij schreef er columns over, haalde een hele veestapel in huis en liet zelfs een ezel door de kamer lopen. De sporen daarvan zijn in het huis goed te zien! Vorige week nog reageerde de nieuwe vriend [betrokkene 3] van [gedaagde 2]’-bijna- ex-vrouw op berichten dat het in hun huis zo’n puinhoop was. ‘Daar kun je de dieren niet de schuld van geven,’ zei [betrokkene 3], én trouwens, ik zie er persoonlijk op toe dat het huis keurig wordt schoongemaakt.’ Deze week kreeg collega [collega] een uitnodiging om met een fotograaf langs te komen bij [eiseres], die ons haar hele verhaal over de moeizame scheiding wil doen. Daarop vooruitlopend alvast deze ronduit schokkende foto’s van de woning, een puinhoop waar niemand in zou mogen leven.”
2.6. [eiseres] heeft tegen de uitgever van Privé, de hoofdredacteur en de auteur van het artikel een kort geding aangespannen, waarbij zij onder meer vorderde dat er een rectificatie zou worden geplaatst. Ook heeft zij gevorderd dat de maker van de foto’s en de wijze waarop Privé de foto’s in haar bezit heeft gekregen bekend diende te worden gemaakt.
Bij vonnis van 6 juni 2007 heeft de kort gedingrechter onder meer geoordeeld dat op straffe van een dwangsom de identiteit van de maker van de foto’s bekend diende te worden gemaakt, dat de foto’s van het interieur van de woning ongeacht de wijze van vastlegging en ook de overige foto’s die in de serie zijn gemaakt en die niet zijn gepubliceerd dienden te worden vernietigd, dat gedaagden (in kort geding) op straffe van een dwangsom een rectificatie dienden te plaatsen en zijn gedaagden (in kort geding) hoofdelijk veroordeeld om EUR 7.500,= aan immateriële schade aan [eiseres] te voldoen. Privé heeft de rectificatie geplaatst en de door de kort geding rechter opgelegde immateriële schadevergoeding is aan [eiseres] betaald.
2.7. Op 8 juni 2007 maakte de advocaat van Privé bekend dat [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4]) de foto’s aan Privé heeft gegeven en dat Privé is meegedeeld dat [gedaagde 2] de maker van de foto’s is.
2.8. Op maandag 11 juni 2007 maakte [gedaagde 2] in een uitzending van RTL Boulevard bekend dat hij de foto’s heeft gemaakt.
2.9. Op woensdag 13 juni 2007 maakte [betrokkene 4] in een uitzending van RTL Boulevard bekend dat hij de foto’s aan Privé heeft verstrekt. Hij verklaarde in die uitzending onder meer dat hij de foto’s op verzoek van een vriendin van de familie [gedaagde 2] aan Privé heeft doen toekomen. [betrokkene 4] vertelde dat hem was meegedeeld dat hij de familie [gedaagde 2] daarmee een groot plezier zou doen.
2.10. Op donderdag 14 juni 2007 verklaarde [betrokkene 1] in een uitzending van RTL Boulevard dat [gedaagde 2] “er buiten zou staan”.
2.11. Bij akte aanvullende producties heeft [eiseres] als productie 12 een brief in het geding gebracht van 29 januari 2008 waarin onder meer staat:
“Dear [eiseres],
It is unfortunate that we have to write this letter, but we need to inform you that PAWS-PATAS has certainly taken a financial blow due to the dwindling donations that we normally would have received via you and your/our supporters in Holland since June 2007. Monies that we usually receive have not been forthcoming;”. Deze brief is niet van een handtekening voorzien, maar volgens het onderschrift is deze van [president], president van PAWS-PATAS.
Bij voormelde akte is als productie 13 een brief in het geding gebracht van 30 januari 2008 die evenmin van een handtekening is voorzien, maar volgens het onderschrift afkomstig is van [penningmeester en secretaris], penningmeester en secretaris van HAAS. Deze brief luidt, voor zover relevant:
“Beste [eiseres],
Zoals je weet is de Vereniging HAAS volledig afhankelijk van donaties. Helaas is gebleken dat de inkomsten van deze donaties ernstig zijn teruggelopen sinds de rattengate affaire. […] De grote sponsoren die gepland hadden wederom royaal te doneren in 2007, hebben niet meer gestort. Deze geplande 2 jaarlijkse donaties zouden net als in 2005 weer in oktober/november gestort worden, echter dit is tot op heden niet gebeurd.
Bovenstaande geeft ons serieuze vermoedens dat dit gekomen is door alle negatieve publiciteit rond deze affaire, waardoor mensen de Vereniging HAAS niet meer serieus nemen.”
3. De vordering
3.1. [eiseres] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
A. Te verklaren voor recht dat [gedaagde 1 c.s.] onrechtmatig hebben gehandeld door de foto’s en informatie te verspreiden, met als doel deze te publiceren, waarmee zij [eiseres] schade hebben toegebracht;
B. [gedaagde 1 c.s.] te verbieden, met onmiddellijke ingang, om van de foto’s verder enig gebruik te (doen) maken, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,= voor iedere foto of gedeelte daarvan die in strijd met dit verbod zou worden gebruikt, met een maximum aan verbeurde dwangsommen van 2,5 miljoen euro;
C. [gedaagde 1 c.s.] hoofdelijk te gebieden de foto’s van het interieur van de woning ongeacht de wijze van vastlegging van deze foto’s en ook de overige foto’s die in die serie zijn gemaakt en die niet zijn gepubliceerd binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis te vernietigen;
D. [gedaagde 1 c.s.] ieder afzonderlijk te bevelen om aan [eiseres] te vergoeden alle schade en kosten die zij ten gevolge van de onrechtmatige handelwijze van gedaagden heeft geleden en zal lijden, een en ander nader op te maken bij staat, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 juni 2007, althans vanaf een datum die de rechtbank juist zal achten;
E. [gedaagde 1 c.s.] hoofdelijk te bevelen aan [eiseres] te voldoen een bedrag van EUR 15.000,=, althans een zodanig bedrag als de rechtbank juist zal achten, bij wijze van voorschot op de schadevergoeding die gedaagden aan [eiseres] verschuldigd zullen blijken te zijn;
F. [gedaagde 1 c.s.] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2. [eiseres] grondt haar vordering op het onrechtmatig handelen van [gedaagde 1 c.s.] Zij stelt dat [gedaagde 1] op 5 augustus 2006 de foto’s heeft genomen van het interieur van de woning, op het moment dat [eiseres] op vakantie was en er een muizenplaag in het huis heerste die door de als oppas aanwezige werkster verholpen diende te worden. Vervolgens hebben [gedaagde 2] en [gedaagde 1] de foto’s verspreid, onder andere onder [betrokkene 1], de manager van [gedaagde 2], [betrokkene 5] en aan [betrokkene 4]. Door de foto’s te maken en vervolgens te laten publiceren hebben [gedaagde 1 c.s.] het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] geschonden en haar eer en goede naam geschaad. [gedaagde 1 c.s.] hebben samengespannen om de foto’s te laten publiceren in een landelijk weekblad. [gedaagde 1 c.s.] hadden hiermee ten doel [eiseres] te beschadigen, aldus steeds [eiseres].
3.3. Voorzover [gedaagde 1 c.s.] stellen dat zij niet wisten dat Privé de foto’s had is dit volgens [eiseres] niet juist. In een uitzending van RTL Boulevard van september 2007 heeft [gedaagde 1] gezegd dat zij er spijt van had dat zij toen zij vernam dat de foto’s bij Privé lagen niet had ingegrepen. Ook het nalaten van enige poging om publicatie van de foto’s te voorkomen is volgens [eiseres] onrechtmatig jegens haar.
3.4. Bovendien, zo stelt [eiseres], is gebleken dat de foto’s die [betrokkene 4] aan Privé heeft doen toekomen van te lage kwaliteit waren om te publiceren. Waarschijnlijk heeft [gedaagde 1] de foto’s op hoge kwaliteit aan Privé geleverd. Aldus vormt het heimelijk maken van de foto’s in de door [eiseres] bewoonde woning al een onrechtmatige daad, hetgeen eveneens geldt voor het verspreiden van de foto’s. Het is helemaal een grove schending van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, wanneer de foto’s worden doorgespeeld naar Privé. Zonder de handelingen van [gedaagde 1 c.s.] had de publicatie in Privé nooit tot stand kunnen komen, zodat zij verantwoordelijk en aansprakelijk zijn.
3.5. [eiseres] vordert vergoeding van materiële en immateriële schade. Met betrekking tot de materiële schade voert [eiseres] aan dat deze bestaat uit verlies van donaties voor haar projecten waarmee zij mishandelde, zieke of zwervende dieren helpt. [eiseres] is beschermvrouwe van de Peoples Animal Welfare Society, oftewel PAWS, gevestigd in Spanje. Voor PAWS heeft zij de afgelopen tien jaar zo’n EUR 4 ton aan donaties ingezameld. PAWS heeft sinds de publicatie in Privé geen donaties meer via [eiseres] ontvangen. De goodwill die [eiseres] door de jaren heen had opgebouwd lijkt verdwenen te zijn. Daarnaast heeft [eiseres] de vereniging H.A.A.S., gevestigd te Kortgene (hierna: HAAS) opgericht waarvan zij voorzitter is. HAAS helpt de grote asiels in Spanje die vaak 1.000 honden hebben, met voedsel, medicijnen, hun vaak gebrekkige kennels en riolering enzovoorts. HAAS heeft in 2005 nog zo’n EUR 80.000,= aan donaties ontvangen. Door de publicatie in Privé hebben diverse donateurs zich teruggetrokken. Het gemis aan donaties voor HAAS schat [eiseres] op EUR 5.000,=. [eiseres] voert onderhavige procedure derhalve niet alleen op eigen naam, maar voor een gedeelte ook op last van en voor rekening en risico van PAWS en HAAS. De afgehaakte donateurs hebben geen reden voor afhaken gegeven, maar PAWS en HAAS kunnen geen andere reden verzinnen, dan de negatieve publiciteit rondom [eiseres].
3.6. De door [eiseres] gevorderde immateriële schade bestaat uit reputatieschade. Bij het publiek is de indruk ontstaan dat zij een smerig huis heeft, terwijl dat niet het geval is.
3.7. [eiseres] stelt schade als bedoeld in artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) te hebben geleden. Deze schade bestaat uit juridische kosten. Na het kort geding vonnis heeft de raadsman van [eiseres] meer dan 40 uur à EUR 200,= (vermeerderd met 6% kantoorkosten en BTW) besteed aan onder andere correspondentie met partijen en de pers, diverse besprekingen, een groot aantal telefoongesprekken, onderhandelingen en het opstellen van de dagvaarding. De schadevergoeding die Privé in kort geding heeft voldaan dekt deze totale schade bij lange na niet, aldus [eiseres].
4. Het verweer
4.1. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] stellen niet verantwoordelijk en/of aansprakelijk te zijn voor eventueel door [eiseres] geleden schade ten gevolge van de publicatie in Privé. De foto’s die in Privé zijn gepubliceerd zijn één jaar voor publicatie gemaakt door [gedaagde 2] en [gedaagde 1]. De foto’s zijn zonder medeweten en/of toestemming van [gedaagde 2] en [gedaagde 1] in handen gekomen van Privé. [gedaagde 2] heeft de foto’s gemaakt omdat hij zich ernstig zorgen maakte over de slechte woon- en leefsituatie waarin zijn geestelijk gehandicapte zoon [zoon] verkeert en om, met hulp van deskundigen, te bewerkstelligen dat [eiseres] mee zou werken aan opname van [zoon] in een tehuis voor adolescenten met een verstandelijke beperking en/of een aan autisme verwante stoornis. [gedaagde 1] heeft in opdracht van [gedaagde 2] enige van de door hem gemaakte foto’s in augustus 2006 gemaild aan [betrokkene 1], die jarenlang bevriend is geweest met [eiseres] en die een kennis was van [gedaagde 2] en [gedaagde 1]. De foto’s zijn nooit met het doel gemaakt om [eiseres] op deze wijze te beschadigen. [betrokkene 1] heeft enige van deze foto’s zonder toestemming van [gedaagde 1 c.s.], in de loop van 2007 aan de haar bekende tv-life-shop-presentator [betrokkene 4] gegeven, die de foto’s vervolgens aan diverse weekbladen heeft aangeboden, op welk aanbod Privé is ingegaan. Kennelijk dacht [betrokkene 1] [gedaagde 2] daarmee ongevraagd een dienst te bewijzen. [gedaagde 2] was daarvan helemaal niet gediend en de publicatie van de foto’s in Privé en de daarop volgende publicaties in de roddelpers, waaraan [eiseres] medewerking heeft verleend, hebben [gedaagde 1 c.s.] veel materiële en immateriële schade berokkend.
4.2. De door [eiseres] bij akte in het geding gebrachte brieven van 29 januari en 30 januari 2008 van respectievelijk PAWS en HAAS leveren niet het begin van bewijs van schade op. De brieven zijn niet ondertekend en bovendien blijkt uit de brieven niet dat er een verband is tussen de schade die de stichtingen stellen en de onderhavige kwestie, aldus [gedaagde 1 c.s.]
5. De beoordeling
5.1. In dit geding staan een aantal feiten vast. [gedaagde 2] en/of [gedaagde 1] hebben foto’s genomen van het interieur van de door [eiseres] bewoonde woning. Deze foto’s zijn via het mailadres van [gedaagde 1 c.s.] aan [betrokkene 1] gemaild. [betrokkene 1] heeft de foto’s doorgemaild naar [betrokkene 4] die de foto’s heeft aangeboden aan Privé. Privé heeft de foto’s vervolgens voorzien van een artikel en dit gepubliceerd. Onduidelijk is of Privé de foto’s heeft gepubliceerd die zij van [betrokkene 4] heeft ontvangen of dat Privé op een andere wijze foto’s met een hogere resolutie heeft ontvangen en die heeft geplaatst. Tevens is onduidelijk wie nu precies de foto’s heeft gemaakt, volgens [eiseres] heeft [gedaagde 1] dit gedaan, terwijl [gedaagde 1 c.s.] stellen dit samen te hebben gedaan. Deze onduidelijkheden behoeven evenwel geen verdere bespreking in verband met het navolgende.
5.2. Voorop dient te worden gesteld dat de kort geding rechter bij vonnis van 6 juni 2007 in de door [eiseres] tegen De Telegraaf Tijdschriften Groep b.v., [betrokkene 2] en [betrokkene 6] aangespannen procedure heeft overwogen dat de publicatie in Privé een inbreuk vormt op de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] en dat zij daardoor immateriële schade heeft geleden, welke schade de kort geding rechter heeft begroot op minimaal EUR 7.500,=. Daarbij is overwogen dat bij de vaststelling van dit bedrag rekening is gehouden met de ernst van de aantasting, alsmede met de schadebeperkende werking van de eveneens opgelegde rectificatie. Genoemd bedrag is betaald. Aldus heeft [eiseres] voor de inbreuk die de publicatie in Privé op haar persoonlijke levenssfeer heeft gemaakt, naast een rectificatie, reeds een financiële genoegdoening ontvangen.
5.3. In de onderhavige procedure vordert [eiseres] opnieuw schadevergoeding en een verklaring voor recht dat [gedaagde 1 c.s.] onrechtmatig hebben gehandeld door de foto’s te verspreiden, met als doel deze te doen publiceren. Deze vorderingen zullen worden afgewezen. Op zich is het maken van foto’s van het interieur van [eiseres] door [gedaagde 2] die in ieder geval op dat moment (mede) eigenaar was van de woning en/of door [gedaagde 1] niet onrechtmatig. Ditzelfde geldt in beginsel voor het vervolgens mailen van deze foto’s naar vrienden en/of bekenden. Vast staat dat [betrokkene 4] foto’s die hij van [betrokkene 1] heeft ontvangen, aan Privé heeft gestuurd met als doel deze te doen publiceren. Dit laatste is onrechtmatig jegens [eiseres]. Of en in hoeverre [gedaagde 1 c.s.] hierbij op onrechtmatige wijze betrokken waren kan evenwel in het midden blijven nu [eiseres] onvoldoende heeft gesteld om aannemelijk te maken dat de door haar als gevolg van de publicatie geleden schade het reeds toegekende en betaalde bedrag van EUR 7.500,= overstijgt.
5.4. De door [eiseres] gestelde materiële schade is, gezien de gemotiveerde betwisting door [gedaagde 1 c.s.] niet vast komen te staan. De door [eiseres] overgelegde brieven van de stichting en de vereniging zijn niet ondertekend en bevatten ook overigens geen concrete aanwijzingen dat er daadwerkelijk schade is geleden. Slechts in de brief van de Vereniging HAAS wordt een vermoeden uitgesproken dat de teruglopende donaties het gevolg zouden kunnen zijn van de “affaire”. Gezien de gemotiveerde betwisting van [gedaagde 1] c.s had het op de weg van [eiseres] gelegen om nadere feiten en omstandigheden aan te dragen waaruit de door haar gestelde materiële schade blijkt. Nu zij dit heeft nagelaten en ter zake geen voldoende concreet bewijsaanbod heeft gedaan, heeft [eiseres] onvoldoende onderbouwing gegeven voor haar stelling dat bedoelde organisaties materiële schade hebben geleden.
5.5. Ten aanzien van de immateriële schade is de rechtbank van oordeel dat [eiseres]’s schade het in kort geding toegekende bedrag van EUR 7.500,= niet overstijgt. Daarbij acht de rechtbank van belang dat het onrechtmatig karakter van de publicatie niet alleen is veroorzaakt door de foto’s, maar ook door de begeleidende tekst. De begeleidende tekst is geen onderwerp van het geschil. De vordering tot vergoeding van de schade op te maken bij staat en het gevorderde voorschot daarop zullen dan ook worden afgewezen.
5.6. De vordering tot vergoeding van juridische kosten, zijnde buitengerechtelijke (incasso-)kosten, zal - mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voor-werk II - worden afgewezen. [eiseres] heeft immers niet gesteld dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan [eiseres] vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten. Met betrekking tot de door [eiseres] gestelde kosten in verband met het te woord staan van de pers heeft overigens nog te gelden dat er onvoldoende gronden zijn gesteld of gebleken om deze kosten op [gedaagde 1 c.s.] te verhalen. Deze kosten vallen niet onder de buitengerechtelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 ,lid 2, sub c, BW.
5.7. Ten aanzien van de door [eiseres] gevorderde verklaring voor recht dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door de foto’s te verspreiden, met als doel deze te publiceren, overweegt de rechtbank het volgende. Gelet op het feit dat de rechtbank hiervoor heeft overwogen dat voor verdere vergoeding van schade geen plaats is, kan hierin ook geen belang zijn gelegen voor het geven van een verklaring voor recht. Daarnaast ziet de rechtbank geen ruimte voor het aannemen van een gerechtvaardigd belang bij de vordering op grond van het door [eiseres] aangegeven belang dat het voor haar belangrijk is exact te weten hoe de foto’s bij Privé zijn beland. Dat is immers een zuiver emotioneel belang, hetgeen niet kan worden aangemerkt als een voor de toewijzing van de vordering genoegzaam belang zoals bedoeld in artikel 3:303 van het Burgerlijk Wetboek. Ook deze vordering van [eiseres] zal dan ook worden afgewezen.
5.8. Met betrekking tot het door [eiseres] onder 3.1. sub B en C gevorderde geldt het volgende. [gedaagde 1 c.s.] hebben in hun conclusie van antwoord aangegeven dat de gepubliceerde foto’s inmiddels zijn vernietigd. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat [gedaagde 1 c.s.] derhalve geen gebruik meer zullen maken van deze foto’s. Het onder 3.1. sub B en C gevorderde zal dan ook worden afgewezen.
5.9. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
5.10. De kosten aan de zijde van [gedaagde 1 c.s.] worden begroot op:
- vast recht EUR 330,00
- salaris procureur EUR 904,00 (2,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.234,00
6. De beslissing
De rechtbank
6.1. wijst de vorderingen af,
6.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 1 c.s.] tot op heden begroot op EUR 1.234,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Voetelink, en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2008.?