ECLI:NL:RBAMS:2008:BD3783
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorlopig getuigenverhoor wegens gebrek aan belang en eigen handelen verzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 juni 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Het verzoeker, die in de media negatief werd neergezet, wilde getuigen horen om zijn onschuld te bewijzen en compensatie te verkrijgen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verzoeker geen belang heeft bij het verzoek, omdat vaststaat dat hij zelf foto's heeft doorgespeeld aan het tijdschrift 'Privé', wat heeft geleid tot de negatieve publicatie over hem. De rechtbank concludeert dat het beeld dat in de media over verzoeker is ontstaan, het gevolg is van zijn eigen handelen. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en verzoeker veroordeeld in de proceskosten van de tegenpartijen.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 4 december 2007 werd ingediend. De rechtbank heeft verschillende stukken in overweging genomen, waaronder een brief van de procureur van verzoeker en een proces-verbaal van de mondelinge behandeling. De feiten van de zaak zijn complex, met een echtscheidingsprocedure en publicaties in de media die de reputatie van verzoeker hebben aangetast. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker de foto's tegen betaling aan 'Privé' heeft geleverd, wat de basis vormde voor de publicatie. De rechtbank heeft benadrukt dat, ongeacht de betrokkenheid van anderen, verzoeker verantwoordelijk is voor de schade die hij heeft geleden door zijn eigen acties.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante juridische bepalingen en heeft geconcludeerd dat het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor niet kan worden toegewezen. De rechtbank heeft de kosten van de procedure aan verzoeker opgelegd, die in het ongelijk is gesteld.