ECLI:NL:RBAMS:2008:BD5699
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Ontbinding koopovereenkomst onder ontbindende voorwaarde en redelijkheid en billijkheid
In deze zaak heeft eiseres A een vordering ingesteld tegen gedaagde De Adelaar B.V. met betrekking tot de ontbinding van een koopovereenkomst die op 28 februari 2005 was gesloten. De koopovereenkomst betrof de aankoop van een appartement onder een ontbindende voorwaarde, waarbij de verkoper, De Adelaar, de benodigde splitsingsvergunning diende te verkrijgen. A heeft de rechtbank verzocht te verklaren dat de koopovereenkomst is ontbonden, omdat de ontbindende voorwaarde niet is vervuld. De rechtbank heeft vastgesteld dat A van 1 januari 1976 tot 1 juli 2005 in een benedenwoning heeft gewoond, en dat de verkoper, C, het pand wilde renoveren, wat leidde tot een mediationtraject en uiteindelijk tot de koopovereenkomst.
De rechtbank heeft de feiten en verklaringen van beide partijen in overweging genomen. A stelde dat De Adelaar onvoldoende inspanningen heeft geleverd om de splitsingsvergunning tijdig te verkrijgen, terwijl De Adelaar betoogde dat externe factoren de vertraging hebben veroorzaakt. De rechtbank oordeelde dat De Adelaar de ontbindende voorwaarde had geformuleerd op een manier die een aanzienlijke kans op vervulling bood, en dat zij dit als een formaliteit had gepresenteerd, terwijl zij zich bewust moest zijn van de risico's.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het beroep van De Adelaar op de ontbindende voorwaarde naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was. De rechtbank verklaarde de koopovereenkomst van 28 februari 2005 ontbonden en veroordeelde De Adelaar om A een bedrag van EUR 26.000 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd De Adelaar veroordeeld in de proceskosten van A, die op EUR 2.069,43 werden begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 12 maart 2008.