ECLI:NL:RBAMS:2008:BD6565

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/1832 AW, AWB 08/1857 AW, AWB 07/3844 AW
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om plaatsing leerkracht op gewenste school en niet-ontvankelijkheid beroep

In deze zaak heeft verzoekster, werkzaam als leerkracht, bezwaar gemaakt tegen haar overplaatsing naar een andere school binnen de stichting voor openbaar primair onderwijs Amstelwijs. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om geplaatst te worden op de obs Martin Luther King. De rechtbank heeft op 3 juli 2008 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van verzoekster niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit was het gevolg van het feit dat verzoekster inmiddels geen belang meer had bij de beoordeling van haar beroep, aangezien zij inmiddels was geplaatst op de obs Piet Hein en daar met ingang van 1 augustus 2008 in de formatie zou worden opgenomen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster op 13 mei 2008 verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening had ingediend, die samenhingen met haar beroepschrift van 3 oktober 2007 en het bezwaarschrift van 6 mei 2008. De rechtbank heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, evenals het beroep tegen het bestreden besluit. De rechter heeft overwogen dat de feiten en omstandigheden in de hoofdzaak geen nader onderzoek vereisten en dat verzoekster geen bezwaar had tegen de overplaatsing, mits duidelijkheid bestond over haar nieuwe taken.

De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van het griffierecht of een veroordeling van verweerder in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter in aanwezigheid van de griffier, en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.

Uitspraak

Rechtbank Amsterdam
Sector Bestuursrecht Algemeen
voorlopige voorzieningen
UITSPRAAK
in het geding met reg.nrs. AWB 08/1832 AW, AWB 08/1857 AW, AWB 07/3844 AW
tussen:
[verzoekster], wonende te [adres],
verzoekster,
vertegenwoordigd door mr. J. Jaab,
en:
de stichting voor openbaar primair onderwijs Amstelwijs,
verweerder,
vertegenwoordigd door [persoon 1] en [persoon 2].
1. PROCESVERLOOP
Verzoekster is aangesteld in dienst van verweerder en verricht haar werkzaamheden aan de openbare basisschool (hierna: obs) De Westwijzer.
Bij besluit van 2 juli 2007 heeft verweerder verzoekster overgeplaatst naar een andere school binnen de stichting. De overplaatsing zal plaatsvinden bij eerste geschikte gelegenheid. De schoolvakantie zal worden afgewacht om daadwerkelijk een werkplek voor verzoekster te vinden. Bij brief van 13 augustus 2007 heeft verzoekster hiertegen bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 22 augustus 2007 (bestreden besluit I) heeft verweerder het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaar buiten de bezwaartermijn is ingediend.
Verzoekster heeft hiertegen bij brief van 3 oktober 2007 beroep ingesteld (geregistreerd onder nummer AWB 07/3844 AW).
Bij brief van 11 maart 2008 heeft verzoekster verzocht haar te plaatsen in de functie van groepsleerkracht op de obs Martin Luther King.
Bij besluit van 9 april 2008 (bestreden besluit II) heeft verweerder medegedeeld dat op de obs Martin Luther King geen sprake is van structurele formatie of vacatureruimte ten behoeve van een reguliere functie.
Bij brief van 6 mei 2008 heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van het verzoek om haar te plaatsen in de functie van groepsleerkracht op de obs Martin Luther King.
Verzoekster heeft op 13 mei 2008 verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend. Deze verzoeken hangen samen met respectievelijk het beroepschrift van 3 oktober 2007 en het bezwaarschrift van 6 mei 2008.
Het onderzoek is gesloten ter zitting van 26 juni 2008.
2. OVERWEGINGEN
Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient te worden nagegaan of onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, het treffen van een voorlopige voorziening vereist. Bij de vereiste belangenafweging gaat het om een afweging van enerzijds het belang van de verzoeker dat een onverwijlde voorziening wordt getroffen en anderzijds het door de onmiddellijke uitvoering van het besluit te dienen belang.
Ingevolge artikel 8:86 van de Awb kan de rechter, wanneer beroep bij de rechtbank is ingesteld, onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak indien hij van oordeel is dat nader onderzoek na de zitting in de voorlopige voorzieningszaak redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak.
De rechter is van oordeel dat de feiten en omstandigheden in de hoofdzaak geen nader onderzoek vergen. Nu partijen in de uitnodiging voor de zitting zijn gewezen op de mogelijkheid dat gebruik kan worden gemaakt van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 8:86 van de Awb, bestaat er geen beletsel voor toepassing van dat artikel.
Ter zitting heeft verzoekster verklaard dat zij zich niet verzet tegen overplaatsing van obs De Westwijzer naar een andere school. Tot nog toe was echter niet duidelijk op welke school zij zou worden geplaatst en welke taken zij zou krijgen. Inmiddels is verzoekster sinds maart 2008 werkzaam op de obs Piet Hein, waar zij met ingang van 1 augustus 2008 in de formatie wordt opgenomen. Zij zal worden ingezet in de remedial teaching voor de groepen 6/7 en 1/2. Verzoekster heeft ter zitting verklaard dat indien zij in maart 2008 had geweten dat zij met ingang van 1 augustus 2008 op de obs Piet Hein zou blijven, zij geen bezwaar zou hebben gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om haar op de obs Martin Luther King te plaatsen. Naar het oordeel van de rechter heeft verzoekster hiermee aangegeven dat hetgeen verzoekster met het beroep beoogde te bereiken inmiddels door de feiten is achterhaald.
Verweerder heeft ter zitting aangegeven dat indien verzoekster overleg wenst over de invulling van haar taken per 1 augustus 2008 zij dit met de directeur van de obs Piet Hein kan bespreken.
Gelet op het voorgaande is de rechter van oordeel dat verzoekster geen belang meer heeft bij de beoordeling van haar beroep. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Nu de hoofdzaak niet inhoudelijk zal worden beoordeeld, zal evenmin op het met het beroep connexe verzoek om voorlopige voorziening (AWB 08/1832 AW) inhoudelijk worden ingegaan. Het verzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Voorts is de rechter van voorlopig oordeel dat verzoekster evenmin belang meer heeft bij beoordeling van het bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek om plaatsing op de obs Martin Luther King. Naar verwachting zal verweerder haar bezwaar niet-ontvankelijk verklaren.
De rechter ziet dan ook geen aanleiding om hangende het bezwaar een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om voorlopige voorziening (AWB 08/1857 AW) wordt afgewezen.
Er is geen aanleiding voor een vergoeding van het griffierecht of een veroordeling van verweerder in de proceskosten.
De rechter beslist als volgt.
3. BESLISSING
De rechter:
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I (AWB 07/3844 AW) niet-ontvankelijk;
- verklaart het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening (AWB 08/1832 AW) niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening (AWB 08/1857 AW) af.
Deze uitspraak is gedaan op 3 juli 2008 door mr. M. Vaandrager, voorzieningenrechter,
in tegenwoordigheid van mr. J.E. Nicolai, griffier en bekend gemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum.
De griffier, De voorzieningenrechter,
Tegen deze uitspraak kunnen, voor zover deze betreft het oordeel in de hoofdzaak (reg.nr. AWB 07/3844 AW) een belanghebbende en het bestuursorgaan gedurende zes weken na de datum van toezending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.
Afschrift verzonden op:
DOC:B