ECLI:NL:RBAMS:2008:BD9582
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldsaneringstraject
In deze zaak heeft verzoekster, een 49-jarige vrouw met een totale schuldenlast van € 13.626,99, een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsanering. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij 7,7% van de concurrente vorderingen en 15,4% van de preferente vorderingen zou betalen, met finale kwijting van de restvordering. De Postbank, die een schuld van € 5.497,68 vertegenwoordigt, heeft echter geweigerd in te stemmen met deze regeling, met als argument dat het aangeboden percentage te laag is en zij de voorkeur geeft aan zelf de incasso ter hand te nemen.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 juli 2008, waarbij verzoekster werd bijgestaan door een tolk en een schuldhulpverlener. De rechtbank heeft de persoonlijke omstandigheden van verzoekster in overweging genomen, waaronder haar medische toestand en het feit dat zij sinds 1996 geen betaalde arbeid heeft verricht. De rechtbank concludeert dat het onwaarschijnlijk is dat verzoekster in de toekomst in staat zal zijn om meer te verdienen dan het bedrag dat in het kader van het dwangakkoord wordt aangeboden. Bovendien zou de kostenstructuur van een schuldsaneringsregeling betekenen dat schuldeisers minder zouden ontvangen dan het aangeboden akkoord.
De rechtbank oordeelt dat de Postbank in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, gezien de onevenredigheid tussen het belang van de Postbank en de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers. De rechtbank heeft daarom het verzoek om Postbank te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en verklaart de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.M. Patijn op 9 juli 2008.