ECLI:NL:RBAMS:2008:BF0833
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- G.W.K. van der Valk Bouman
- A.W.H. Vink
- M.R. Jöbsis
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake pensioenverzekeringsovereenkomst en kostenallocatie in beschikbare premieregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 mei 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen A, eiseres, en Legal & General Nederland Levensverzekeringmaatschappij N.V., gedaagde, over de wijze waarop kosten in rekening worden gebracht in het kader van een pensioenverzekeringsovereenkomst. A had een pensioenverzekering afgesloten bij Legal & General, die een zogenaamde 'beschikbare premieregeling' betrof. A stelde dat de kosten die Legal & General in rekening bracht, niet in overeenstemming waren met artikel 7a van de Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW), dat vereist dat de opbouw van pensioenaanspraken gedurende het deelnemerschap ten minste evenredig in de tijd plaatsvindt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat A van mening was dat Legal & General de kosten gelijkmatig over de looptijd van de verzekering moest verdelen, om te voldoen aan de eisen van de PSW. A vorderde onder andere dat Legal & General de waardeoverdracht van de pensioenaanspraken zou uitvoeren met inachtneming van deze gelijkmatige kostenverdeling. Legal & General betwistte echter dat artikel 7a PSW van toepassing was op beschikbare premieregelingen en voerde aan dat de door haar toegepaste kostenallocatie in overeenstemming was met de geldende richtlijnen.
Na beoordeling van de argumenten van beide partijen, concludeerde de rechtbank dat A niet had aangetoond dat de kostenallocatie van Legal & General onredelijk was of in strijd met de PSW. De rechtbank wees de vorderingen van A af en veroordeelde haar in de kosten van het geding. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor een evenwichtige kostenallocatie in pensioenregelingen, maar bevestigt ook dat verzekeraars enige flexibiliteit hebben in hun kostenstructuur, mits deze redelijk is en niet in strijd met de wet.