1. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1. [verweerder], thans 54 jaar oud, is sedert 15 januari 1980 in dienst van (de rechtsvoorganger van) AAHG, laatstelijk als Senior productontwikkelaar hypotheken, te Capelle aan de IJssel Het brutosalaris bedraagt € 6.140,76 per maand exclusief vakantietoeslag.
1.2. De werkzaamheden van [verweerder] bestaan uit het analyseren, ontwikkelen en in de markt zetten van hypotheekproducten.
1.3. AAHG is een honderd procent dochtermaatschappij van ABN/AMRO Bank N.V., hierna ABN/AMRO te noemen.
1.4. Op 14 juni 2000 heeft [verweerder] op een kredietaanvraag van hem en zijn echtgenote gericht aan de ABN/AMRO de handtekening van zijn echtgenote, [partner van verweerder], zonder haar medeweten en/of haar toestemming gezet.
1.5. [verweerder] is sedert maart 2007 in een echtscheiding verwikkeld.
1.6. [partner van verweerder], heeft 11 mei 2007 op advies van het rekening voerend kantoor, de ABN Bank te Hilversum, bij de politie aangifte gedaan wegens valsheid in geschrifte van haar echtgenoot in 2000. Het betrof een aanvraag tot verhoging van de kredietruimte op de privé en/of rekening van de [verweerder en partner van verweerder] van fl .5000,-- naar fl. 30.000,--.
1.7. Naar aanleiding van een telefoontje van [partner van verweerder] op 9 juli 2007 over haar aangifte aan de afdeling Group Security bij ABN/AMRO wordt [verweerder] geconfronteerd met de beschuldiging. [verweerder] erkent direct de handtekening van zijn vrouw op de desbetreffende kredietaanvraag te hebben geplaatst .
1.8. Het verslag van een vervolggesprek 19 juli 2007 vermeldt voorzover hier van belang:
1.9. bbb
1.10. Op 24 juli 2007 wordt aan [verweerder] meegedeeld dat AAHG maar één type sanctie kent voor een dergelijk vergrijp, namelijk beëindiging van het dienstverband Hij wordt vrijgesteld van werkzaamheden.
1.11. De gemachtigden van partijen hebben nadien overleg gevoerd, maar zijn niet tot overeenstemming gekomen.
1.12. Bij brief van 12 maart 2008 aan de gemachtigde van [verweerder] deelt de politie Gooi en Vechtstreek te Hilversum mee dat “deze zaak administratief is opgelegd, daar de zaak door mij als civielrechtelijke zaak is beoordeeld”.