ECLI:NL:RBAMS:2008:BG1806
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toegankelijkheid van processtukken in strafzaken met betrekking tot foslo-confrontaties
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 8 februari 2008, stond de vraag centraal of de foto’s die gebruikt zijn bij de foslo-confrontatie als processtukken moeten worden aangemerkt en aan het strafdossier moeten worden toegevoegd. De rechtbank heeft het bezwaarschrift van de verdachte gegrond verklaard en gelast dat de officier van justitie afschriften in kleur van de gebruikte foto’s aan het strafdossier toevoegt. De rechtbank benadrukte dat processtukken die relevant zijn voor de verdediging, zoals de foto’s, toegankelijk moeten zijn voor de verdachte om een eerlijke procesgang te waarborgen.
De rechtbank overwoog dat processtukken alle documenten zijn die door de opsporings- en vervolgingsinstanties aan het dossier moeten worden toegevoegd. De verdachte heeft recht op kennisneming van stukken die van belang kunnen zijn voor zijn verdediging, zowel belastend als ontlastend. De rechtbank stelde vast dat de officier van justitie de foto’s niet wilde verstrekken op basis van privacyoverwegingen, maar oordeelde dat deze reden niet opwoog tegen het recht van de verdachte op een eerlijk proces. De rechtbank wees erop dat de foto’s geen aanvullende identificerende gegevens bevatten en dat de betrokkenen bekend waren met het doel van de foto’s.
De rechtbank concludeerde dat de weigering van de officier van justitie om de foto’s aan het dossier toe te voegen niet gerechtvaardigd was en dat de foto’s als processtukken moesten worden aangemerkt. De beslissing van de rechtbank onderstreept het belang van transparantie en toegankelijkheid van bewijsstukken in strafzaken, vooral in situaties waarin de rechten van de verdediging op het spel staan.