ECLI:NL:RBAMS:2008:BG1819
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P.C. Janssen
- J. Knol
- G.W.A. Lamsvelt
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar de geestesgesteldheid van de verdachte in een strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 april 2008 een interlocutoir vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, die op dat moment gedetineerd was in het Huis van Bewaring 'Het Schouw' te Amsterdam. De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter terechtzitting te heropenen, omdat het onderzoek naar de geestesgesteldheid en geestesvermogens van de verdachte niet volledig was geweest. Dit besluit volgde op de beraadslaging naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 maart 2008, waarbij een deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut was binnengekomen. De rechtbank achtte zich onvoldoende voorgelicht over de geestelijke toestand van de verdachte in relatie tot de telastegelegde feiten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat een onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte niet op andere wijze kan plaatsvinden dan via observatie in een klinische setting. De rechtbank heeft daarom de benoeming van een deskundige, bij voorkeur een psychiater, bevolen. Deze deskundige moet op basis van contact met de verdachte en het strafdossier een oordeel vormen over de noodzaak van een klinische observatie. De rechtbank heeft bepaald dat het onderzoek ter terechtzitting binnen negentig dagen na de uitspraak moet worden hervat, en dat de verdachte en de benadeelde partij op de hoogte moeten worden gesteld van het nader te bepalen tijdstip van hervatting.
Dit vonnis is uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters in aanwezigheid van de griffier, en is openbaar gemaakt op de zitting van 3 april 2008.