ECLI:NL:RBAMS:2008:BG3833

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KK 08-892
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlast door drugsgebruik benedenbuurvrouw en verzoek om voorzieningen

In deze zaak heeft eiseres, die sinds 1 januari 2004 een woning huurt van gedaagde, een kort geding aangespannen wegens overlast door drugsgebruik van haar benedenbuurvrouw. Eiseres heeft geklaagd over het roken van harddrugs door de benedenbuurvrouw, wat volgens haar leidt tot rookoverlast in haar woning. Eiseres heeft een aantal verzoeken ingediend, waaronder het aanbrengen van isolatiemateriaal en het bieden van vervangende woonruimte. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overlast niet voldoende aannemelijk is gemaakt. Tijdens een rookproef op 20 oktober 2008 werd vastgesteld dat er slechts een kleine rookpluim in de woning van eiseres doordrong. De benedenbuurvrouw heeft verklaard dat zij slechts één pijpje crack per dag rookt, wat volgens de kantonrechter niet leidt tot onaanvaardbare overlast. De buurtregisseur van de politie heeft geen klachten ontvangen over de benedenbuurvrouw en bevestigde dat de woning er niet uitzag als een gebruikerspand. Eiseres heeft geen medische stukken overgelegd die de gezondheidseffecten op haar kinderen onderbouwen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres moet worden afgewezen, omdat de gestelde overlast niet is aangetoond. Eiseres is veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 400,- aan salaris voor de gemachtigde van gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM KORT GEDING
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : KK 08-892
Datum : 4 november 2008
493
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam op de vordering in kort geding in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
gemachtigde: mr. A.T. Eisenmann
t e g e n:
de stichting STICHTING YMERE
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
gemachtigde mr. F.S.P. van der Wal.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij dagvaarding van 3 oktober 2008, met bewijsstukken, heeft eiseres een voorziening gevorderd. Ter terechtzitting van 28 oktober 2008 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Eiseres is verschenen, vergezeld door haar gemachtigde. Ter zitting heeft eiseres een op voorhand toegezonden akte wijziging/vermeerdering van eis met producties genomen. Gedaagde is verschenen bij [vertegenwoordiger gedaagde] vergezeld door haar gemachtigde. Beide raadslieden hebben de zaak bepleit aan de hand van een overgelegde pleitnota, onder verwijzing naar op voorhand toegezonden producties. De ter zitting aanwezige [persoon 1] en de buurtregisseur van politie hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Na verder debat is vonnis gevraagd en bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. Als uitgangspunt dient het volgende:
1.1. Eiseres huurt sinds 1 januari 2004 van gedaagde de woning aan het adres [adres 1] te Amsterdam. Het betreft een kleine bovenwoning bestaande uit twee verdiepingen in een monumentaal hofje in de Jordaan. Op de eerste verdieping bevindt zich de slaapkamer, op de tweede verdieping de woonkamer en de keuken. Eiseres woont daar met haar partner en twee kinderen.
1.2. Sinds 28 maart 2008 bewoont [persoon 1] voormeld de woning op nummer [nummer], waarvan de woonkamer en de keuken onder de woning van eiseres zijn gelegen. De beide woningen hebben een gezamenlijke voordeur en hal. De trap naar de woning van eiseres komt uit in die hal.
1.3. Bij brief van 15 augustus 2008 heeft eiseres bij gedaagde een klacht ingediend met betrekking tot overlast als gevolg van het roken van harddrugs door de benedenbuurvrouw, waardoor rook haar woning binnendringt. Eiseres eist aanpassing van de ventilatie/isolatie.
1.4. Bij brief van 27 augustus 2008 heeft de gemachtigde van eiseres gedaagde gesommeerd om in te grijpen.
1.5. Bij brief van 3 september 2008 heeft gedaagde aangeboden om een zgn. rookproef uit te voeren in de woningen om te bepalen of en zo ja welke hoeveelheid rook er in de woning van eiseres zou kunnen doordringen.
1.6. Eiseres heeft in eerste instantie niet aan een rookproef mee willen werken. Naderhand heeft zij alsnog haar medewerking verleend.
1.7. De rookproef heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2008. Daarbij is de woning van [persoon 1] vol met dichte rook gezet. Blijkens het onderzoeksverslag is geconstateerd dat een kleine rookpluim doordrong in de slaapkamer van eiseres vanuit de koker waarin zich de buizen van de ventilatie- en rookgasafvoerkanalen bevinden. Op de tweede verdieping is in de keuken een sterkere rookpluim gezien, eveneens afkomstig ui de afdichting van die koker. Op de bovenste verdieping (zolder) kwam de meeste rook naar binnen, omdat de koker ter plaatse niet dicht is maar voorzien van een inspectieluikje.
1.8. De aangetroffen lekken in de koker zijn op 23 oktober 2008 door de aannemer van gedaagde hersteld.
2. Eiseres vordert als voorziening gedaagde te bevelen om haar woning en/of die van haar benedenbuurvrouw te voorzien van isolatiemateriaal dat ertoe zal leiden dat de overlast stopt, haar en/of haar benedenbuurvrouw vervangende woonruimte aan te bieden totdat de noodzakelijke aanpassingen aan de woning zijn verricht en maatregelen te nemen die ertoe leiden dat in de benedenwoning geen harddrugs worden gebruikt, een en ander op straffe van een dwangsom. Verder vordert eiseres - na vermeerdering van eis - betaling van € 1.000,- als voorschot op schade die zij als gevolg van de overlast lijdt, alles met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding.
3. Eiseres stelt daartoe dat [persoon 1] de hele dag door crack rookt en dat ook haar bezoek in de woning harddrugs gebruikt, waarvan de dampen bij eiseres de woning binnendringen. De kinderen van eiseres ondervinden daarvan hinder en de oudste vertoont op school vreemd gedrag. Eiseres maakt zich zorgen over de gezondheid van haar kinderen, omdat passief meeroken van cocaïne of crack nadelige effecten kan meebrengen. Gedaagde was bekend met de verslaving van [persoon 1]. Ten tijde van de toewijzing van de woning was zij volgens eiseres opgenomen in de Jellinek kliniek. Eiseres acht het daarom onzorgvuldig dat gedaagde [persoon 1] de woning heeft toegewezen. Naar aard en intensiteit is sprake van ernstige overlast, hetgeen een gebrek oplevert in de zin van artikel 7:204 BW. Als verhuurder is gedaagde gehouden eiseres rustig woongenot te verschaffen. Dat betekent dat gedaagde tegen de overlast veroorzaakt door de benedenbuurvrouw dient op te treden. Volgens eiseres duurt de overlast ook na de onder 1.8 bedoelde werkzaamheden onverminderd voort. De rook trekt ook via de gemeenschappelijke hal door naar de woning van eiseres. Eiseres is al sinds zes weken met de kinderen ingetrokken bij haar moeder in [plaats]. De kinderen gaan in Amsterdam naar school. Eiseres heeft kosten gemaakt om met de kinderen heen en weer te rijden. Bovendien is haar gezinsleven totaal ontregeld. Zij acht gedaagde schadeplichtig voor het ontstaan van deze situatie.
4. Gedaagde voert verweer tegen de vordering en stelt - kort gezegd - dat eiseres zich schuldig maakt aan ernstige overdrijving. Zij wijst erop dat eiseres de eerste vier maanden nadat [persoon 1] onder haar was komen wonen niet heeft geklaagd. [persoon 1] heeft verklaard dat zij dagelijks één pijpje crack rookt op haar slaapkamer, die niet onder de woning van eiseres is gelegen, maar onder de woning van buren die niet hebben geklaagd. Dat roken duurt dan slechts tien seconden. Gelet op de uitslag van de rookproef kan daarvan in de woning van eiseres niets te merken zijn geweest. De slaapkamer van [persoon 1] heeft geen verbinding met de hal. Van de hele dag crack roken is geen sprake. Dat zou [persoon 1] ook niet kunnen bekostigen. Noch bij Meldpunt Zorg en Overlast noch bij de politie zijn meldingen van overlast bekend met betrekking tot (de woning van) [persoon 1]. Voor zover al sprake was van een gebrek door de geringe lekkage via de niet geheel luchtdichte koker, is dat verholpen. Gedaagde acht zich niet gehouden tot verdere maatregelen. Het enkele feit dat [persoon 1] sinds jaar en dag harddrugs gebruikt in de beslotenheid van haar eigen woning verstoort niet het woongenot van omwonenden, laat staan in ontoelaatbare mate. Van slecht woongedrag is geen sprake. [persoon 1] heeft hiervoor een aantal jaren een woning van gedaagde in Amsterdam Noord gehuurd. Vanuit de toenmalige omgeving zijn geen klachten vernomen. [persoon 1] heeft haar huidige woning gewoon via woningnet verkregen. Gedaagde wijst erop dat een medische verklaring met betrekking tot de kinderen ontbreekt. Ten slotte betwist gedaagde de gestelde schade.
5. In deze kort geding procedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, beoordeeld worden of de vordering van eiseres in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopen daarop door toewijzing reeds nu gerechtvaardigd is, dan wel dat een ordemaatregel geboden is.
6. Die vragen moeten ontkennend worden beantwoord. Tegenover de hiervoor weergegeven betwisting van haar stellingen door gedaagde heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van overlast als gevolg van het drugsgebruik van [persoon 1], laat staan van overlast in zodanige mate dat vergaande maatregelen als gevorderd zijn geïndiceerd. [persoon 1] heeft ter zitting bevestigd dat zij éénmaal per dag een pijpje crack (gekookte cocaïne) rookt in haar slaapkamer. Dit duurt ongeveer tien seconden. Na een kwartiertje lucht zij dan haar slaapkamer door het raam open te zetten. Zij ontvangt geen bezoek dat in haar woning drugs gebruikt. De kantonrechter heeft geen aanleiding om aan de verklaring van [persoon 1] te twijfelen. De buurtregisseur van politie heeft ter zitting verklaard dat hij eenmaal in de woning van [persoon 1] is geweest toen zij daar naar eigen zeggen had gebruikt. Hij heeft toen ook een basepijpje zien liggen, maar geen geur van drugs waargenomen. Dergelijke geur is hem ambtshalve wel bekend. De woning zag er naar zijn ervaring niet uit als een gebruikerspand. Bij het politiebureau om de hoek van het hofje zijn ook geen klachten bekend met betrekking tot [persoon 1] of bezoek van [persoon 1]. Ter zitting is door S.P. van der Land (sociaal psychiatrisch verpleegkundige van Mentrum) bevestigd dat [persoon 1], anders dan eiseres stelt, niet vanuit de Jellinek kliniek haar huidige woning heeft betrokken. Medische stukken waaruit blijkt dat de kinderen van eiseres aan passief meeroken van harddrugs zouden zijn blootgesteld, zijn niet overgelegd. De wel overgelegde schriftelijke verklaringen van haar moeder, een leerkracht en enkele omwonenden zijn te vaag om daaraan bewijs van haar stellingen te ontlenen.
7. Dit betekent dat de gevraagde voorzieningen moeten worden geweigerd.
8. Gelet op deze afloop wordt eiseres veroordeeld in de kosten van het geding.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. wijst de vordering af;
II. veroordeelt eiseres in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde begroot op € 400,- aan salaris gemachtigde;
III. verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 november 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter