26. In dit kader wordt eerst vastgesteld dat – anders dan [gedaagden] bepleit – de Algemene Voorwaarden van AgfaPhoto Finance op de overeenkomsten van toepassing zijn. Op de voorzijde van beide contracten wordt daarnaar immers verwezen en op de achterzijde is de tekst van de condities afgedrukt. Door ondertekening van de contracten heeft [gedaagden] de toepasselijkheid van de voorwaarden aanvaard.
Als het contract [nummer] – zoals [gedaagden] stelt – niet als een huurovereenkomst maar als een lease overeenkomst was bedoeld, als met andere woorden het verkeerde formulier is gebruikt, dan dient de gelding van de op het juiste formulier afgedrukte voorwaarden te worden aangenomen.
27. De vraag of partijen destijds bij de totstandkoming van het contract [nummer] inderdaad een lease overeenkomst bedoeld hebben, laat de kantonrechter op dit moment in het midden.
28. De door [gedaagden] bij de ontbinding van de overeenkomsten ingeroepen tekortkoming betreft het feit dat zij bij het gebruik van de onderhavige apparatuur niet langer kon steunen op de Agfa-service.
Er kan geen discussie zijn dat zulks in beginsel de ontbinding zou kunnen rechtvaardigen, indien de serviceverplichting door AgfaPhoto Finance zelf zou zijn aangegaan. Daarbij is in aanmerking te nemen dat de onderhavige apparatuur zonder de door [gedaagden] bedongen service praktisch gesproken onbruikbaar was.
AgfaPhoto Finance heeft in dat verband nog wel gesteld dat na het faillissement van AgfaPhoto Netherlands een onderneming, genaamd A&O Imaging Services BNL, de serviceverlening kon continueren, maar die stelling is door [gedaagden] ontkend en door AgfaPhoto Finance vervolgens onvoldoende onderbouwd.
29. Te bezien is of voormelde tekortkoming van AgfaPhoto Netherlands aan AgfaPhoto Finance mag worden toegerekend. [gedaagden] heeft zodanige toerekening bepleit met een beroep op de nauwe verbondenheid tussen de servicecontracten met de leverancier en de met AgfaPhoto Finance gesloten contracten. Daarbij heeft zij verwezen naar o.m. HR 14.1.00
NJ 00.307.
De Hoge Raad besliste daar dat indien met betrekking tot enig goed tussen leverancier, afnemer en financier afzonderlijke overeenkomsten bestaan van huurkoop enerzijds en financiering anderzijds, tussen die contracten in beginsel een zodanige verbondenheid bestaat dat ontbinding van de huurkoop ook tot ontbinding van de financieringsovereenkomst kan leiden. Het arrest knoopt aan bij de bescherming die art. 7A:1576h lid 3 aan een huurkoper biedt.
30. De in die uitspraak beoordeelde casus wijkt op onderdelen af van de onderhavige zaak. In beide gevallen is weliswaar sprake van een tekortkoming van de leverancier onder de annexe overeenkomst, maar in casu wordt op die grond ontbinding van de financieringsovereenkomst bepleit, terwijl het arrest de vraag betreft of de ontbinding van de annexe overeenkomst op grond van zodanige tekortkoming mede de ontbinding van de financieringsovereenkomst tot gevolg heeft.
Een ander verschil is dat in casu de annexe overeenkomst geen huurkoop betreft, maar een servicecontract.
Ook is een verschil dat het contract [nummer] – althans volgens AgfaPhoto Finance – geen huurkoop c.q. lease, maar huur zou betreffen.
Echter, deze juridische c.q. juridisch-technische verschillen kunnen naar het oordeel van de kantonrechter niet afdoen aan de vergaande materiële en economische overeenstemming tussen beide casus.
Tussen de diverse contracten, in deze zaak aan de orde, wordt dan ook een zelfde verbondenheid aangenomen als in het voormelde arrest. Daarom zal genoemde uitspraak dienen als een van de richtsnoeren voor de beoordeling van deze zaak.