4.3. Partrust stelt dat het artikel van 14 november 2008 geen of weinig nieuwswaarde heeft, en maakt bezwaar tegen plaatsing bij het artikel van de foto van het bedrijfspand waar Partrust is gevestigd.
Het is echter aan De Telegraaf en [gedaagde 2] om uit te maken waaraan zij in hun publicaties aandacht besteden en om dat te doen in de vorm die hun goeddunkt.
Partrust maakt verder bezwaar tegen de vermelding dat [persoon 1] en [persoon 2] zich “echter wel” via hun advocaten beklaagden over de wijze van oproeping.
Met die woorden wordt echter tot uitdrukking gebracht dat [persoon 1] en [persoon 2] niet in persoon het woord hebben gevoerd, maar via hun advocaten wel van zich hebben laten horen.
Verder stelt Partrust dat De Telegraaf en [gedaagde 2] onvolledig zijn geweest door niet te vermelden dat [persoon 1] en [persoon 2] ondanks dat de oproeping nietig was, vrijwillig zijn verschenen. Door gebruik van het woord mopperen suggereren De Telegraaf en [gedaagde 2] dat [persoon 1] en [persoon 2] de strafzaak maar “gezeur” vinden, terwijl zij juist vrijwillig zijn verschenen omdat zij graag willen dat de zaak snel wordt afgehandeld.
Hoewel goed denkbaar is dat De Telegraaf en [gedaagde 2] ook hadden vermeld dat [persoon 1] en [persoon 2] ondanks de nietige dagvaarding vrijwillig zijn verschenen, maakt weglating hiervan het artikel niet onrechtmatig.
Partrust maakt verder bezwaar tegen de vermelding dat het strafrechtelijk onderzoek tegen de Partrust-top al ruim vier jaar loopt. Daarmee wordt volgens haar gesuggereerd dat sprake is van recente wetsovertredingen, terwijl dat niet het geval is.
Strikt genomen is inderdaad niet juist dat het onderzoek al vier jaar loopt, want het onderzoek is afgesloten. Wel loopt de strafzaak al vier jaar. Het artikel bevat echter ook de mededeling dat de rechtbanken in Alkmaar en Arnhem zich niet bevoegd hebben verklaard om de zaak te behandelen en dat de behandeling volgens de officier van justitie nu in Breda zal plaatsvinden. Daarmee hebben De Telegraaf en [gedaagde 2] voldoende duidelijk gemaakt in welk stadium de strafzaak zich bevindt.
Partrust stelt verder dat onjuist is dat zij is gelieerd aan Fincorp.
Inderdaad is Partrust niet aan Fincorp gelieerd in de zin dat zij vennootschappen binnen hetzelfde concern zijn, maar uit de overgelegde uittreksels uit het handelsregister blijkt dat [persoon 2] zowel (indirect) bestuurder is van Partrust als van Fincorp Investments B.V. Er is derhalve wel sprake van een verbinding tussen beide vennootschappen en het is dan ook niet onrechtmatig om te spreken van “gelieerd”.
Partrust maakt tevens bezwaar tegen de vermelding dat Groen Effect onderdeel uitmaakt van een Antilliaanse vennootschap.
Zij heeft echter niet bestreden dat dit inderdaad het geval is, en vermelding van dit feit is niet onrechtmatig.
Partrust stelt verder dat De Telegraaf en [gedaagde 2] telkens in hun publicaties vermelden dat Partrust negatief in het nieuws is geweest, terwijl het uitsluitend De Telegraaf en [gedaagde 2] zijn die negatief over Partrust publiceren.
Uit de door De Telegraaf en [gedaagde 2] overgelegde afdrukken van de websites van BN/DeStem, het ANP, de VEB, het Financieele Dagblad en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Registeraccountants blijkt echter dat ook deze media sinds (in ieder geval) januari 2008 negatieve aandacht aan Partrust hebben besteed.
Partrust maakt verder nog bezwaar tegen de vermelding dat de VEB haar leden heeft gewaarschuwd voor producten van Partrust, omdat volgens haar de VEB slechts tegen één product van Partrust – te weten AEXTRA – heeft gewaarschuwd.
Uit het persbericht van de VEB blijkt dat zij met name waarschuwt voor AEXTRA, maar tevens dat zij Partrust schaart tot de aanbieders die – ondanks debacles rond Royal Dubai en Golden Sun Resort en de inval bij Palm Invest – nog steeds proberen mensen te verleiden om te beleggen in producten van meer van
EUR 50.000,00 die niet onder toezicht staan. Daaraan voegt de VEB nog toe dat Partrust al jarenlang risicovolle obligaties aanbiedt. Het persbericht van de VEB heeft dan ook een ruimere strekking dan Partrust aanneemt.
Partrust heeft verder bezwaren tegen de vermelding dat zij haar klanten “zelfs” omwisseling aanbiedt van de tegoeden aan niet uitgekeerde rente voor aandelen in Partrust. Zij is van mening dat hiermee wordt gesuggereerd dat een waardeloos voorstel wordt gedaan.
In deze zienswijze wordt zij niet gevolgd. Veeleer lijkt daarmee te worden bedoeld dat het een vergaand voorstel is aan aandeelhouders die in beginsel recht hebben op tijdige rentebetaling.
Ten slotte bestrijdt Partrust dat [gedaagde 3] optreedt namens enkele tientallen klanten van Partrust, omdat slechts dertien van haar klanten [gedaagde 3] opdracht hebben gegeven om conservatoir beslag te leggen onder Partrust.
Het bericht dat [geda[gedaagde 3] namens ongeveer twintig klanten van Partrust optreedt is afkomstig van de website van [geda[gedaagde 3] zelf, die het als geen ander kan weten. Op het moment dat De Telegraaf en [gedaagde 2] tot publicatie van dit artikel overgingen, bestond er voor hen dan ook geen aanleiding om daaraan te twijfelen. Dat later minder klanten van Partrust mee bleken te doen aan de beslaglegging, maakt deze mededeling niet alsnog onrechtmatig.