2.3. Het vonnis van deze rechtbank van 22 september 2004 (hierna: het vonnis) luidt
- voor zover van belang - als volgt.
“
1.2. Ten behoeve van de verkoop is A begin januari 2002 in contact getreden met V&H Vastgoed B.V. (hierna: V&H).
(…)
1.6. Bij brief van 3 mei 2002 heeft V&H onder meer het volgende aan A medegedeeld:
“(…) Afwijkend van onze oorspronkelijke opzet om de onroerende zaak […] samen met Evia Real Estate B.V. […] te verwerven, is de afgelopen dagen gebleken, dat deze vennootschap er de voorkeur aan geeft om de onroerende zaak alleen te kopen en daarna aan A (…) te verhuren.
(…)
De belangrijkste voorwaarden blijven gelijk, en wij zullen ze voor alle duidelijkheid nog eens, met nadere opmerkingen, bespreken.
1. De koopprijs bedraagt € 32.130.000 […] exclusief omzetbelasting.
2. De huurprijs bedraagt jaarlijks € 3.289.200 […] exclusief omzetbelasting op te splitsen in:
a. huur opstallen € 3.060.000 exclusief omzetbelasting per jaar;
b. erfpachtcanon € 209.200 exclusief omzetbelasting per jaar.
3. (…) Wij willen nog eens extra vermelden dat de huurindexering is uitgesloten gedurende de eerste drie jaren van de looptijd van de huurovereenkomst.
Bovendien hebben wij afgesproken, dat groot onderhoud voor rekening is van verhuurder.
(…)
5. Ter beoordeling van de gegoedheid van de toekomstig huurder en de garantiegever door Evia Real Estate B.V. verzoeken wij U ons te doen toekomen de vastgestelde jaarrekeningen van A Logistics Nederland B.V. en A Distri Logistics Veendam B.V., van de boekjaren 1999, 2000 en 2001.
(…)
10. Na ontvangst van de navolgende stukken:
- jaarrekeningen der vennootschappen
- millieurapportage
- notariële voorstellen
- besluit van de Raad van Commissarissen
- technische omschrijving van de onroerende zaak
Zal Evia Real Estate binnen een termijn van zes weken na ontvangst van deze stukken verifiëren en, zonodig, vragen om toelichting en nadere informatie. De juridische levering en de daarmee samenvallende datum aanvang huurovereenkomst zal plaatsvinden op uiterlijk 1 september 2002 of zoveel eerder als koper dit wenst.
11. Evia Real Estate BV bedingt terzake van deze sale / leaseback geen voorbehoud van financiering(…)”
De brief is voor akkoord ondertekend door V&H, A en Evia.
(…)
3. De beoordeling
(…)
3.2. Vervolgens stelt [de rechtbank] vast dat op 3 mei 2002 een koopovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen (…). Hoewel Evia heeft aangevoerd dat er geen koopovereenkomst tot stand is gekomen omdat partijen het niet eens zijn geworden over de essentialia, zal de rechtbank dit betoog verwerpen. (…)
(…)
3.8. Nu is komen vast te staan dat de overeenkomst niet tot stand is gekomen onder invloed van een wilsgebrek dan wel op grond van dwaling en derhalve niet vernietigbaar is, komt de rechtbank toe aan de beoordeling van de vraag of de (…) overeenkomst (…) namens A buitengerechtelijk is ontbonden.
(…)
3.11. Gelet op hetgeen hiervoor onder 3.10 is overwogen kan de ontbinding van de overeenkomst niet rechtens geschieden nu geen wanprestatie aan Evia kan worden verweten en zij derhalve ook niet in verzuim is.
(…)
3.15. Hiermee komt de rechtbank toe aan de beoordeling van de door Evia in reconventie gevorderde verklaring voor recht dat A tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst (…).
(…)
3.16. (…) Zoals hiervoor onder 3.10 is overwogen, had A geen grond om de overeenkomst (…) te ontbinden, aangezien de zes weken termijn zoals bepaald in artikel 10 van de overeenkomst nog lopende was. Door de overeenkomst te ontbinden tijdens de zes weken termijn kon Evia daaruit afleiden dat A in de nakoming van de overeenkomst tekort zou schieten. De rechtbank is derhalve van oordeel dat op grond van artikel 6:265 BW ontbinding van de overeenkomst op grond van wanprestatie gerechtvaardigd is. Immers, aan alle vereisten is voldaan. (…)
(…)
3.18. Voldoende aannemelijk is voorshands dat Evia door de ontbinding vanwege de tekortkoming van A schade heeft geleden. A is derhalve verplicht de schade te vergoeden die Evia lijdt nu (…) ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.”