ECLI:NL:RBAMS:2008:BH2286
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onverschuldigde betaling door zorgverzekeraar aan tandarts zonder verrichte werkzaamheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 november 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Onderlinge Waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars Groep, Zorgverzekeraar U.A. (hierna: CZ) en tandarts A. CZ had op basis van declaraties van A een bedrag van ruim EUR 80.000,-- aan hem betaald voor zorg die niet was verleend. Na onderzoek door CZ bleek dat de werkzaamheden die ten grondslag lagen aan de declaraties niet waren verricht, wat door A niet werd weersproken. CZ vorderde een verklaring voor recht dat het bedrag onverschuldigd was betaald en veroordeling van A tot terugbetaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente.
De rechtbank oordeelde dat A, door het indienen van de declaraties voor niet verrichte handelingen, wist dat hij onterecht betaald was. De rechtbank wees de vordering van CZ toe en verklaarde dat A EUR 80.503,40 onverschuldigd had ontvangen. Tevens werd A veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente vanaf 25 januari 2008 en tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank overwoog dat A in verzuim was, omdat hij niet had weersproken dat het bedrag vóór de genoemde datum aan hem was voldaan. De proceskosten aan de zijde van CZ werden begroot op EUR 2.650,44, en A werd ook veroordeeld in de beslagkosten die CZ had gemaakt.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van zorgverleners om alleen declaraties in te dienen voor daadwerkelijk geleverde zorg en de gevolgen van het indienen van onterechte declaraties.