ECLI:NL:RBAMS:2008:BH7210
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.G. Bauduin
- C. von Meyenfeldt
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter wegens vermeende vooringenomenheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 april 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van een kantonrechter, ingediend door een verzoeker die zich benadeeld voelde in een lopende procedure. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter vooringenomen was, omdat deze in een eerder vonnis de door verzoeker voorgestelde vragen niet had overgenomen, terwijl de vragen van de tegenpartij wel waren meegenomen. Verzoeker stelde dat hij hierdoor niet in staat was om zijn rechten adequaat uit te oefenen en dat de houding van de rechter tijdens de comparitie getuigde van partijdigheid.
De rechtbank oordeelde dat de bezwaren van verzoeker niet aan de orde konden komen in het kader van de wrakingsprocedure. De rechtbank benadrukte dat het doel van een wrakingsverzoek is om te waken tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid, en niet om inhoudelijk te oordelen over eerdere procesbeslissingen. De rechtbank stelde vast dat de bezwaren van verzoeker niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. Bovendien werd opgemerkt dat verzoeker zijn bezwaren tijdig had moeten indienen, aangezien een wrakingsverzoek moet worden gedaan zodra alle feiten bekend zijn.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen en bepaald dat de zaak met het rolnummer [ ] in de stand wordt voortgezet waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee leden van de kamer, en vond plaats in aanwezigheid van de griffier.