ECLI:NL:RBAMS:2008:BH7281
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.J. Peeters
- M. van Hees
- M.J.M. Langeveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 juni 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van een kantonrechter, ingediend door verzoeker op 24 april 2008. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter niet onpartijdig was, omdat verzoeker tijdens de comparitie niet in staat was om relevante stukken in te dienen en de rechter hem tot tweemaal toe zou hebben uitgelachen. Verzoeker voelde zich hierdoor onheus bejegend en meende dat zijn recht op een eerlijk proces was geschonden.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de weigering van de rechter om nieuwe stukken toe te laten geen grond voor wraking vormde, aangezien verzoeker deze stukken ook eerder had kunnen indienen. Bovendien was verzoeker te laat met het indienen van zijn eis in reconventie, wat de rechter terecht had afgewezen. De rechtbank kon niet vaststellen dat de rechter verzoeker daadwerkelijk had uitgelachen; er was slechts sprake van een glimlach, die verzoeker als kwetsend had ervaren.
De rechtbank benadrukte dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd moet zijn en dat de enkele visie van verzoeker niet voldoende was om aan te nemen dat de rechter niet onpartijdig was. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid en dat verzoeker, die ervoor had gekozen om zonder juridische bijstand te procederen, de gevolgen van zijn onbekendheid met het procesrecht voor zijn rekening moest nemen. De rechtbank besloot het wrakingsverzoek af te wijzen en de zaak voort te zetten in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het verzoek.