ECLI:NL:RBAMS:2008:BH7283
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.J. Peeters
- M. van Hees
- M.J.M. Langeveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een bestuursrechter wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 juni 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. [X], een bestuursrechter. Het wrakingsverzoek werd ingediend door verzoeker, die stelde dat de rechter zijn zaak niet zorgvuldig had behandeld. Verzoeker verwees naar een eerdere zaak waarbij dezelfde gemachtigde van de verweerder betrokken was, en stelde dat hij onvoldoende gelegenheid had gekregen om te reageren op de argumenten van de gemachtigde. Verzoeker had ook een verzoek gedaan om gescheiden van de verweerder te worden gehoord, wat door de rechter werd afgewezen.
De rechtbank oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde gronden voornamelijk zijn persoonlijke visie op de beslissing van de rechter betroffen en dat deze gronden geen objectieve aanwijzingen voor partijdigheid opleverden. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de vrees van verzoeker voor partijdigheid niet gerechtvaardigd was, en dat het enkele feit dat de rechter partijen niet gescheiden wilde horen, niet voldoende was om aan te nemen dat de rechter niet onpartijdig was.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek als ongegrond afgewezen. De rechtbank bepaalde dat de procedure met het nummer AWB 08/1262 WWB hervat zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek. De uitspraak benadrukt het belang van de objectieve beoordeling van wrakingsverzoeken en de grenzen van de rechtsmiddelen in bestuursrechtelijke procedures.