ECLI:NL:RBAMS:2008:BH7288
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.J. Peeters
- M. van Hees
- M.J.M. Langeveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een bestuursrechter in een bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 juni 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van een rechter, ingediend door een verzoeker die zich benadeeld voelde door de rechterlijke beslissing. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter zich schuldig had gemaakt aan rechtsweigering door niet in te gaan op het voorstel van de verzoeker om zelf in de zaak te voorzien. De verzoeker meende dat de rechter vooral de praktische kant van de zaak had belicht, zonder rekening te houden met de nadelige gevolgen voor hem en zijn moeder.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vooropgesteld dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de door de verzoeker aangevoerde omstandigheden geen grond bieden voor de vrees dat de rechter aan onpartijdigheid zou ontbreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden van de verzoeker vooral zijn visie op de door de rechter genomen beslissing betroffen en dat hieruit niet kon worden afgeleid dat de vrees voor partijdigheid gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft verder opgemerkt dat een verzoek tot wraking niet bedoeld is om onwelgevallige beslissingen ter discussie te stellen, en dat het gesloten systeem van rechtsmiddelen hieraan in de weg staat. Aangezien er geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, heeft de rechtbank het wrakingsverzoek als ongegrond afgewezen. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee leden van de kamer, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.