ECLI:NL:RBAMS:2008:BI1501
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.F. Korthals Altes
- P.C.N. van Gelderen
- Rechtspraak.nl
Herstel van vonnis inzake vervangende hechtenis in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 november 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte met parketnummer 13/994205-07. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde, dat betrekking had op artikel 10.1 lid 1 van de Wet milieubeheer en subsidiair artikel 13 van de Wet bodembescherming. De vergunningverlenende instantie heeft niet willen toestaan dat groutwater naar belendende percelen zou percoleren, omdat niet bekend was of deze grond voorzien was van een beschermende waterkerende verharding. Hierdoor bestond de mogelijkheid dat het groutwater een negatieve invloed op de bodem zou hebben. De rechtbank oordeelde dat de feiten en omstandigheden in het dossier onvoldoende bewijs boden voor de stelling dat het water in de plassen van de verdachte afkomstig was. De rechtbank merkte op dat er geen wetenschappelijk vergelijkend onderzoek naar de chemische samenstelling van het water was gedaan, wat de beoordeling van de zaak had kunnen beïnvloeden.
In het herstel van het vonnis werd vastgesteld dat in de schriftelijke weergave van het vonnis een omissie was opgetreden. De beslissing over de vervangende hechtenis was niet opgenomen in het dictum, wat een standaardbeslissing is bij de oplegging van een geldboete. De rechtbank heeft daarom het vonnis hersteld door de beslissing over de vervangende hechtenis toe te voegen, waarbij werd bepaald dat bij gebreke van betaling en verhaal, de hechtenis voor de tijd van 10 dagen zou worden opgelegd. Dit herstel werd ondertekend door de voorzitter en de griffier, waarbij werd opgemerkt dat de oudste en jongste rechter niet in staat waren het vonnis mede te ondertekenen.