ECLI:NL:RBAMS:2008:BJ8246

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
411081 / KG ZA 08-2027
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbesteding van parkeerbeheerdiensten door Stadsdeel Oud-Zuid en de rechtsgeldigheid van de contractverlenging met Parkeer Combinatie Holland

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert de besloten vennootschap P1 ON STREET B.V. (hierna: P1) dat het stadsdeel Oud-Zuid van de Gemeente Amsterdam wordt verboden om de lopende overeenkomst met Parkeer Combinatie Holland Amsterdam Oud-Zuid B.V. (hierna: PCH) te verlengen of te vernieuwen. P1 stelt dat de Gemeente in strijd handelt met het aanbestedingsrecht door de overeenkomst met PCH, die op 31 december 2008 afloopt, te verlengen zonder een nieuwe aanbestedingsprocedure te doorlopen. De voorzieningenrechter heeft op 13 november 2008 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vorderingen van P1 zijn afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de Gemeente vrij was om de overeenkomst met PCH te verlengen, omdat de betrokken opdracht geen duidelijk grensoverschrijdend belang vertoonde. Dit betekent dat de Gemeente niet verplicht was om een oproep tot mededinging te plaatsen. De voorzieningenrechter heeft daarbij overwogen dat de aard van de diensten en de korte looptijd van het contract (slechts zes maanden) niet rechtvaardigen dat een buitenlandse partij de opdracht zou kunnen uitvoeren. De vorderingen van P1 zijn afgewezen, en P1 is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Gemeente en PCH zijn begroot op elk EUR 1.070,00.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter,
zaaknummer / rolnummer: 411081 / KG ZA 08-2027 AB/PvV
Vonnis in kort geding van 13 november 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
P1 ON STREET B.V.,
gevestigd te Den Haag,
eiseres bij dagvaarding van 31 oktober 2008,
advocaat mr. A. van Hees te Amsterdam,
tegen
het publiekrechtelijk lichaam
GEMEENTE AMSTERDAM, STADSDEEL AMSTERDAM OUD-ZUID,
zetelend te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. G. Verberne te Amsterdam.
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARKEER COMBINATIE HOLLAND AMSTERDAM OUD-ZUID B.V.,
gevestigd te Den Haag,
gevoegde partij aan de zijde van gedaagde,
advocaat mr. P.F.C. Heemskerk te Utrecht,
1. De procedure
Ter terechtzitting van 7 november 2008 heeft eiseres, verder te noemen P1, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, verder te noemen de Gemeente of stadsdeel Oud-Zuid, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Met instemming van partijen is Parkeer Combinatie Holland Amsterdam Oud-Zuid B.V., verder te noemen PCH, toegelaten als gevoegde partij. Eiseres heeft producties en een pleitnota in het geding gebracht. Stadsdeel Oud-Zuid en PCH hebben een pleitnota in het geding gebracht. Ter terechtzitting waren, voor zover van belang, aan de zijde van P1 aanwezig, [vertegenwoordiger 1 eiseres] en mr. J.F. van Nouhuys. Aan de zijde van de Gemeente waren ter terechtzitting aanwezig [vertegenwoordiger 1 gedaagde], [vertegenwoordiger 2 gedaagde] en mr. Verberne. Aan de zijde van PCH waren [vertegenwoordiger 1 gevoegde partij], [vertegenwoordiger 2 gevoegde partij] en mr. Heemskerk aanwezig. In verband met de spoedeisendheid van de zaak heeft de voorzieningenrechter ter zitting aangekondigd dat op 13 november uitspraak zal worden gedaan en dat op 20 november de schriftelijk uitwerking daarvan zal volgen. Dit is de schriftelijk uitwerking.
2. De feiten
2.1. P1 en PCH zijn bedrijven die zich toeleggen op het aanbieden en verzorgen van parkeerbeheerdiensten.
2.2. De Gemeente heeft in 2003 de parkeercontrolediensten in het stadsdeel
Oud-Zuid Europees aanbesteed. De aanbesteding is destijds aan PCH gegund. De door de Gemeente met PCH gesloten overeenkomst heeft een looptijd tot en met 31 december 2006, met de mogelijkheid van een eenmalige verlenging voor de periode van 2 jaar. Van de mogelijkheid tot verlenging is door de Gemeente gebruik gemaakt, zodat de overeenkomst met PCH op 31 december 2008 afloopt.
2.3. Bij brief van 15 september 2008 heeft P1 aan het stadsdeel Oud-Zuid gevraagd wanneer de publicatie van de aanbesteding van de parkeercontrolediensten in dat stadsdeel zal plaatsvinden.
2.4. Bij brief van 7 oktober 2008 heeft het stadsdeel Oud-Zuid het volgende, voor zover hier van belang, aan P1 meegedeeld:
“Op dit moment is er nog geen duidelijkheid over de situatie na afloop van het contract met PCH. Zodra er duidelijkheid hierover is, wordt u uiteraard hierover geïnformeerd; ik verwacht binnen ca. vier weken.”
2.5. Bij brief van 16 oktober 2008 heeft de raadsman van P1 aan stadsdeel Oud-Zuid meegedeeld dat P1 zich ernstig zorgen maakt over het feit dat binnen het stadsdeel nog geen duidelijkheid bestaat over een nieuwe aanbesteding. In verband daarmee heeft P1 het stadsdeel Oud-Zuid verzocht binnen vijf werkdagen schriftelijk te bevestigen dat het aanbestedingrecht niet zal worden geschonden. Stadsdeel Oud-Zuid is daarbij tevens verzocht expliciet mee te delen dat niet tot onderhandse verlenging/vernieuwing van de overeenkomst met PCH zal worden overgegaan.
2.6. Bij brief van 22 oktober 2008 heeft het stadsdeel Oud-Zuid aan P1 meegedeeld dat de in de brief van 16 oktober 2008 genoemde termijn van vijf werkdagen te kort is om te reageren en dat er naar wordt gestreefd om P1 uiterlijk 31 oktober 2008 een inhoudelijke reactie te geven.
2.7. Bij brief van 23 oktober 2008 heeft de raadsman van P1 aan stadsdeel Oud-Zuid meegedeeld dat het voor P1 niet acceptabel is dat haar brief van 16 oktober 2008 pas op 31 oktober 2008 zal worden beantwoord. In verband daarmee is het stadsdeel verzocht om uiterlijk 28 oktober 2008 om 10.00 uur te bevestigen dat voor de periode vanaf 1 januari 2009 nog geen contract is gesloten en dat ook niet het voornemen bestaat om onderhands aan PCH of een derde een contractsverlenging te gunnen.
3. Het geschil
3.1. P1 vordert samengevat - de Gemeente:
- te verbieden de lopende overeenkomst met PCH ter zake de parkeercontrolediensten in het stadsdeel Oud-Zuid te verlengen of te vernieuwen,
- te gebieden, indien de lopende overeenkomst met PCH is verlengd of vernieuwd of indien de Gemeente een nieuwe overeenkomst ter zake de parkeercontrolediensten in stadsdeel Oud-Zuid is aangegaan voor de periode na 31 december 2008, een dergelijke overeenkomst te beëindigen, op te zeggen of te ontbinden binnen twee weken na het vonnis,
- te verbieden, indien de hiervoor vermelde vordering wordt afgewezen en de overeenkomst met PCH reeds is verlengd of vernieuwd of indien de Gemeente reeds voor de parkeercontrolediensten in het stadsdeel Oud-Zuid voor de periode na 31 december 2008 een overeenkomst is aangegaan, om uitvoering te geven aan een dergelijke overeenkomst,
- de Gemeente te gebieden om ten behoeve van de aanbesteding van de opdracht voor de vanaf 1 januari 2009 te verrichten parkeercontrolediensten in het stadsdeel Oud-Zuid een oproep tot mededinging te plaatsen en de mededing binnen twee weken na dit vonnis door middel van een publicatie in het Supplement van het Publicatieblad der Europese Gemeenschappen bekend te maken,
Een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de Gemeente in de kosten van dit geding.
3.2. P1 stelt daartoe dat op 31 december 2008 het contract van de Gemeente met PCH ter zake de parkeercontrolediensten in het stadsdeel Oud-Zuid afloopt. Zeer recent heeft P1 van de Gemeente vernomen dat zij het contract met PCH voor 6 maanden, derhalve tot 1 juli 2009, heeft verlengd of voor die periode een nieuwe overeenkomst heeft gesloten. De Gemeente handelt daarmee in strijd met het aanbestedingsrecht. Het gaat hier namelijk om een overheidsopdracht, onder bezwarende titel die betrekking heeft op de categorie “overige diensten” zoals vermeld in bijlage 2, lijst B bij het Besluit van 16 juli 2005 houdende regels voor het gunnen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (Bao). Voor overheidsopdrachten voor B-diensten geldt dat indien een opdracht een duidelijk grensoverschrijdend belang vertoont een voorafgaande oproep tot mededinging en aanbesteding verplicht is. De onderhavige dienst heeft een duidelijk grensoverschrijdend belang. Indien niet in kort geding een maatregel wordt getroffen zal geen aanbesteding meer kunnen plaatsvinden voor de parkeercontrolediensten die de Gemeente vanaf 1 januari 2009 zal afnemen. Er is daarom een spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen. Aldus P1.
3.3. De Gemeente voert, daarbij ondersteund door PCH, verweer waarop hierna, voor zover van belang, nader zal worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het gaat hier om 2B-diensten. Dergelijke diensten hebben in beginsel geen grensoverschrijdend belang, zodat voorafgaande aankondiging niet is voorgeschreven. Dat wordt anders als de betrokken opdracht toch een duidelijk grensoverschrijdend belang vertoont.
4.2. Volgens P1 is dat hier het geval. De opdracht is ook in 2003 Europees aanbesteed. Bij de stadsdelen De Baarsjes en Bos en Lommer was dat in 2006 ook het geval. Het is ook vast beleid van het stadsdeel om aan te besteden. Het gaat om veel parkeerplaatsen en dus om een grote omzet en een interessante winst. De parkeerbeheermarkt is inmiddels een Europese markt en het is voor een marktpartij van commercieel belang te kunnen vertellen dat het parkeerbeheer in een hoofdstad als Amsterdam wordt verzorgd. In 2003 heeft een buitenlandse partij (Central Parking Systems) meegedongen naar dit contract en in de stadsdelen De Baarsjes en Bos en Lommer heeft APCOA, die in handen is van een buitenlandse moeder, meegedaan.
4.3. Anders dan in 2003 en 2006 het geval was, gaat het hier om een contract voor slechts een half jaar, van 1 januari tot 1 juli 2009. Er is uitdrukkelijk geen mogelijkheid tot verlenging opgenomen. Na 1 juli 2009 gaat de Gemeente het parkeerbeheer “inbesteden”.
De Gemeente heeft gemotiveerd en onweersproken gesteld dat destijds alleen met de implementatie al een dergelijke periode gemoeid was. Daarmee is voldoende aannemelijk dat deze verlenging voornamelijk interessant is voor degene die er al zit en geen implementatie meer hoeft door te voeren. Het lijkt dan ook niet reëel dat een in het buitenland gevestigde onderneming deze opdracht daadwerkelijk kan uitvoeren. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat de opdracht een duidelijk grensoverschrijdend belang heeft en stond het de Gemeente dus vrij ter zake een overeenkomst te sluiten zoals zij heeft gedaan.
4.4. De gevraagde voorzieningen zullen dan ook worden geweigerd, met verwijzing van P1 als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten.
De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.070,00
en de kosten aan de zijde van PCH worden begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.070,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2. veroordeelt P1 in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op EUR 1.070,00, en aan de zijde van PCH tot op heden begroot op EUR 1.070,00,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. P.J. van Vliet, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2008.?