2.9. Stelplicht en bewijslast blijven dan ook op Malca c.s. rusten, en aan haar stelplicht heeft Malca c.s. nu juist, naar het oordeel van de rechtbank, onvoldoende voldaan.
Tegen de camerabeelden heeft Malca c.s. voornamelijk ingebracht dat niet, of niet altijd even duidelijk is te zien wat er binnen in de container en in/uit het zicht van de camera gebeurt, terwijl Malca c.s. ook enkele (theoretische) mogelijkheden van verduistering noemt zoals de mogelijkheid dat een van de KLM medewerkers het vermiste collo onder zijn trui heeft gestopt. Nog afgezien van het feit dat deze laatste mogelijkheid door geen enkel bewijsstuk wordt ondersteund, en ook bewijs van deze theorie niet concreet wordt aangeboden, is de enkele mogelijkheid dat het collo is zoek geraakt dan wel is gestolen terwijl het onder de hoede van KLM verkeerde, onvoldoende om uit te kunnen gaan van opzet dan wel van bewuste roekeloosheid in de zin van artikel 34 WL.
Daarnaast is het, anders dan Malca c.s. stelt, niet aan KLM om aan te tonen dat het bewuste pakketje in de container is geladen c.q. na belading in de container is gebleven.
De door Malca c.s. genoemde leemtes in de beelden zijn verder door KLM, naar het oordeel van de rechtbank, genoegzaam verklaard, nu KLM heeft aangegeven dat de camera uitsluitend in geval van beweging opnames maakt.
Wat betreft het argument van Malca c.s. dat het in strijd met de eigen veiligheidsvoorschriften (de manual) niet vervoeren van de waardezending in een collector bag of security box en/of het niet afdichten van de container door middel van een deur opzet of bewuste roekeloosheid van KLM in de zin van artikel 34 WL oplevert, wordt als volgt overwogen.
KLM heeft in de eerste plaats aangegeven dat vervoer via een ‘aircraft strongbox in the hands of the purser’ niet mogelijk was. Het gebruik van een collector bag of security box was verder volgens KLM destijds nog niet verplicht. Wat hier verder ook van zij, ook indien dit wel verplicht zou zijn geweest wil dat nog niet zonder meer zeggen dat het niet gebruiken van deze bag of security box, dan wel het niet gebruiken van een deur om de container af te sluiten, meebrengt dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. KLM heeft immers onvoldoende betwist toegelicht dat de feitelijk gebruikte wijze van vervoer in dit geval niet onveiliger was. Zo kan door gebruik van een deur niet elke diefstal worden voorkomen, terwijl het volledig sealen van de container en het plaatsen van vier security boxen voor de opening en het aanbrengen van zegels in dit geval niet minder veilig wordt geacht. In ieder geval heeft Malca c.s. onvoldoende gesteld waaruit kan worden afgeleid dat door de concrete wijze van vervoer er wetenschap bij (personeel van) KLM zou bestaan dat er waarschijnlijk schade uit zou voortvloeien.
Deze wetenschap van schade is evenmin gesteld bij de wijze waarop de aflevering in Tel Aviv in strijd met interne procedureregels heeft plaatsgevonden, zodat ook bij aflevering geen opzet of bewuste roekeloosheid in de zin van artikel 34 WL kan worden aangenomen.
Het zelfde geldt voor het niet als één geheel behandelen van de waardezending maar het verdelen ervan over 7 colli, los van de vraag of dit wel of niet in strijd met de opdracht is gebeurd. Voorts heeft Malca c.s. onvoldoende gesteld waaruit kan worden afgeleid dat er met de veiligheidszegels door personeel of ondergeschikten van KLM zou zijn geknoeid.