ECLI:NL:RBAMS:2009:5701
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Weigering exploitatievergunning voor horecabedrijf door burgemeester van Amsterdam
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door dr.mr. G.P. Dayala, een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening in verband met de weigering van de burgemeester van Amsterdam om een exploitatievergunning te verlenen voor zijn horecabedrijf, café The Building. De burgemeester heeft de aanvraag afgewezen op basis van de vrees dat de aanwezigheid van het horecabedrijf een nadelige invloed zou hebben op het woon- en leefklimaat in de omgeving. Dit besluit was gebaseerd op eerdere overtredingen van de beoogde leidinggevende, mevrouw [X], die in het verleden herhaaldelijk de sluitingstijden niet heeft nageleefd en een last onder bestuursdwang heeft gekregen voor een andere onderneming.
De voorzieningenrechter heeft op 10 september 2009 de zaak behandeld en vastgesteld dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij de verzochte voorziening, aangezien zijn horecabedrijf al een maand gesloten was en hij financiële schade leed. De rechter heeft echter ook geconcludeerd dat de burgemeester op goede gronden heeft aangenomen dat de aanwezigheid van het horecabedrijf een negatieve impact heeft op de omgeving. De rechter heeft de argumenten van verzoeker, die stelde dat de weigering van de vergunning onterecht was en dat hij de leidinggevende rol van mevrouw [X] onder zijn toezicht zou houden, niet overtuigend geacht.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de burgemeester in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. De rechter heeft benadrukt dat de beoordeling van de vergunning niet alleen gebaseerd mag zijn op de huidige aanvraag, maar ook op de wijze van bedrijfsvoering in het verleden. De uitspraak is gedaan door mr. C.F. de Lemos Benvindo en is openbaar uitgesproken op 24 september 2009.