ECLI:NL:RBAMS:2009:BH7799
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.R.S.M. Marres
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag van werknemer door gemeente via stichting
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 maart 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door mr. N.D. Groenewoud, en de Gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door Stichting Pantar Amsterdam, met mr. R.A.M. Galligan als gemachtigde. De zaak betreft een ontslag dat door de Gemeente aan [eiser] is gegeven, welke [eiser] als kennelijk onredelijk heeft bestempeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Gemeente Pantar heeft opgericht om de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (Wwb) te waarborgen, en dat Pantar een arbeidscontract met [eiser] had gesloten. Na een schorsing van [eiser] op 5 maart 2008, heeft de Gemeente de arbeidsovereenkomst opgezegd per 4 augustus 2008 zonder ontslagvergunning. [eiser] vorderde een verklaring voor recht dat het ontslag kennelijk onredelijk was, alsook schadevergoeding en betaling van achterstallig salaris.
De kantonrechter heeft de redelijkheid van het ontslag beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. De rechter oordeelde dat de Gemeente niet voldoende bewijs had geleverd voor de ontslaggronden die in de ontslagbrief waren aangevoerd. Slechts één van de vier ontslaggronden, namelijk de afwijzing van de functie van Baliemedewerker DWI door [eiser], kon de toets der kritiek doorstaan. De rechter concludeerde dat deze enkele tekortkoming niet voldoende was om het ontslag te rechtvaardigen, en dat het ontslag als kennelijk onredelijk moest worden aangemerkt. De kantonrechter heeft de Gemeente veroordeeld tot betaling van de gevorderde schadevergoeding, het salaris over de periode van 1 juni 2008 tot 4 augustus 2008, en het vakantiegeld, evenals de proceskosten van [eiser].