ECLI:NL:RBAMS:2009:BI3816
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Vrakking
- Rechtspraak.nl
Bodemszaak inzake aankoop onroerend goed en bedenktijd volgens artikel 7:2 lid 2 BW
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, stond de geldigheid van een koopovereenkomst voor een perceel bouwterrein centraal. De eiser, Salland Heeten B.V., had op 10 oktober 2007 een koopovereenkomst ondertekend met [A], maar er ontstond onduidelijkheid over de terhandstelling van de overeenkomst. Artikel 7:2 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek vereist dat de koper een afschrift van de ondertekende koopovereenkomst ontvangt, zodat hij de mogelijkheid heeft om binnen drie dagen de koop te ontbinden. De rechtbank oordeelde dat een 'gelijkluidende kopie' van de overeenkomst niet voldeed aan deze vereisten, omdat de authenticiteit van de overeenkomst niet voldoende gewaarborgd was.
De rechtbank stelde vast dat [A] pas op 14 december 2007 een door beide partijen ondertekend afschrift van de koopovereenkomst had ontvangen. Dit betekende dat de bedenktijd pas op die datum begon te lopen. [A] had de koopovereenkomst op dezelfde dag schriftelijk ontbonden, wat volgens de rechtbank binnen de wettelijke termijn was. De vorderingen van Salland Heeten om [A] te veroordelen tot nakoming van de koopovereenkomst werden afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat er geen geldige overeenkomst tot stand was gekomen.
De rechtbank veroordeelde Salland Heeten in de proceskosten van [A], die op dat moment waren begroot op EUR 1.207,00. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. J.M. Vrakking op 25 maart 2009.