ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3479

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
426591 - KG ZA 09-952
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Sj.A. Rullmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van kraakpanden aan de Kuipersstraat te Amsterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 juni 2009 uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van verschillende kraakpanden aan de Kuipersstraat te Amsterdam. Eiseres, de stichting Woningstichting Eigen Haard, heeft de voorzieningenrechter verzocht om gedaagden te veroordelen tot ontruiming van de woningen, omdat zij zonder recht of titel in de panden verblijven. De verschenen gedaagde heeft verweer gevoerd, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet als belangenbehartiger voor de niet verschenen gedaagden kan optreden. De rechtbank benadrukte dat iedere kraker zijn eigen belang moet kenbaar maken door te verschijnen ter zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Eigen Haard de benodigde vergunningen voor renovatie heeft verkregen en dat de ontruiming noodzakelijk is om de werkzaamheden te kunnen starten. De verschenen gedaagde voerde aan dat de ontruimingstermijn te kort is, vooral voor gezinnen met kleine kinderen, maar de rechtbank oordeelde dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar was. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld om uiterlijk 14 juni 2009 de woningen te ontruimen en heeft de proceskosten aan de zijde van Eigen Haard begroot op € 1.150,25.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van Eigen Haard toegewezen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen omtrent de ontruiming. De rechtbank heeft de gedaagden ook veroordeeld in de nakosten en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Sj.A. Rullmann, bijgestaan door mr. R. Verloo, griffier.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 426591 / KG ZA 09-952 SR/RV
Vonnis in kort geding van 11 juni 2009
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 6 mei 2009,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
1. HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROEREND ZAAK GELEGEN AAN DE KUIPERSSTRAAT 159-I, 159-II EN 159-III TE AMSTERDAM,
allen niet verschenen,
2. gedaagde sub 2,
wonende te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. L. Scheffer te Amsterdam.
1. De procedure
1.1. Ter terechtzitting van 5 juni 2009 heeft eiseres, verder Eigen Haard, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Daarin is gedaagde sub 2, verder de verschenen gedaagde, onder nummer 35 van de lijst van gedaagden gedagvaard. De verschenen gedaagde heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Tegen de niet verschenen gedaagden (sub 1) is verstek verleend. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht, de verschenen gedaagde ook een pleitnota. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
1.2. Ter zitting waren aan de zijde van Eigen Haard aanwezig: [A], medewerker bewonerszaken, [B], medewerker herhuisvesting, [C], projectleider, [D], veiligheidscoördinator stadsdeel Oud-Zuid, [E], ontwikkelaar, met mr. M.G. van der Vliet-Blokziel, advocaat te Almere.
Aan de zijde van de verschenen gedaagde: de verschenen gedaagde met mr. Scheffer.
2. De feiten
2.1. Eigen Haard is eigenaresse van de panden gelegen aan de Kuipersstraat 159 te Amsterdam. Deze panden maken deel uit van een groot renovatieproject, waarvan ook de panden gelegen aan de Kuipersstraat 125, 127, 129, 131, 133, 135 en 157 onderdeel uitmaken. Verder zullen in dit project nabijgelegen panden gelegen in de Rustenburgerstraat 130, 130A, 157 en de Verbindingsstraat 13, 15, 17 en 19 worden gerenoveerd. De woningen in alle hiervoor genoemde panden zijn gekraakt (geweest). Jegens de gebruikers van de woningen in alle hiervoor genoemde panden zijn procedures aanhangig gemaakt waarin de ontruiming van de panden wordt gevorderd. Al deze procedures zijn gelijktijdig met deze procedure behandeld.
2.2. Eind 2007 heeft Eigen Haard een bouwvergunning gevraagd voor het oprichten van een woongebouw na de sloop van de panden in het project. Bij besluit van 10 december 2008 is die bouwvergunning verleend. Bij besluit van 12 januari 2009 is een vergunning tot woningonttrekking afgegeven en op 5 februari 2009 de benodigde sloopvergunning.
2.3. De reguliere huurders hebben na beëindiging van de huurovereenkomst door Eigen Haard de woningen in de panden verlaten.
2.4. De verschenen gedaagde maakt sinds januari 2008 gebruik van de woning gelegen aan de Kuipersstraat 159-III te Amsterdam.
2.5. Onder de door de verschenen gedaagde in het geding gebrachte stukken bevindt zich een brief van de kraakgroep Verbindingsblok van 22 juni 2008 waarin een voorstel wordt gedaan om het project van Eigen Haard over te nemen. Bij brief van 8 juli 2008 heeft Eigen Haard geantwoord dat de kraakgroep voor haar geen gesprekspartner is. Daarnaast heeft Eigen Haard het voorstel ook op inhoudelijke gronden afgewezen.
2.6. Op 19 augustus 2008 is een gesprek tussen Eigen Haard en de advocaat van de verschenen gedaagde gepland geweest. Bij e-mail van 18 augustus 2008 heeft mr. Scheffer die afspraak afgezegd. Zij heeft Eigen Haard daarbij ook verzocht om "(…) de cijfers en details over verdeling sociale huur en koop en de data van vergunningsaanvragen toegestuurd te krijgen (…)."
2.7. De eerste fase van de werkzaamheden van het renovatieproject is onderzoek naar de aanwezigheid van asbest en verwijdering daarvan. Dit dient te worden afgerond voordat de panden daadwerkelijk kunnen worden gesloopt.
2.8. In de buurt van de panden aan de Kuipersstraat bevinden zich enkele basisscholen, waarvan de zomervakantie in de eerste week van juli 2009 begint en zes weken duurt. De bouwvak begint op 20 juli 2009 en duurt drie weken.
3. Het geschil
3.1. Eigen Haard vordert - samengevat - gedaagden te veroordelen om uiterlijk 14 juni 2009 de woningen in het pand te ontruimen, met machtiging van Eigen Haard om dit vonnis zo nodig zelf ten uitvoer te doen leggen, met bepaling dat dit vonnis tot één jaar na wijzen ten uitvoer mag worden gelegd bij herkraak. Een en ander met veroordeling van gedaagden in de proceskosten, daarbij inbegrepen een voorwaardelijke veroordeling in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen betaling van de proceskosten heeft plaatsgevonden.
3.2. Eigen Haard stelt daartoe - zakelijk weergegeven - dat de verschenen gedaagde en andere gedaagden zonder recht of titel in de woningen in het pand verblijven. Eigen Haard heeft eind 2007 de benodigde vergunningen aangevraagd. Tegen deze aanvraag hebben velen hun zienswijze ingediend welke bij de beslissing op de aanvraag zijn meegenomen door het stadsdeel. Inmiddels beschikt Eigen Haard over alle vergunningen en dienen de geplande renovatiewerkzaamheden van de panden op 15 juni 2009 te beginnen om de overlast voor de buurt - met name voor de daarin aanwezige basisscholen - zoveel mogelijk te beperken. Alle kraakpanden moeten daarom voor die datum ter beschikking van Eigen Haard worden gesteld.
3.3. De verschenen gedaagde voert - kort gezegd - aan dat hij, en alle andere gedaagden in het project, rauwelijks zijn gedagvaard. De meesten wonen al jaren, sommigen vanaf 2003, in de panden en hebben tot de zomer van 2008 met Eigen Haard onderhandeld over het renovatieproject. Daarbij is het de wens van de krakers dat een groter aantal woningen voor sociale huur zal worden gerealiseerd. Na de brief van 8 juli 2008 hebben de krakers niets meer van Eigen Haard gehoord, tot de dagvaarding werd betekend. De gevorderde termijn tot ontruiming is te kort. In de panden wonen ook gezinnen met kleine kinderen die op een dergelijk korte termijn geen vervangende woonruimte kunnen vinden. Bovendien hebben gedaagden, ook de verschenen gedaagde, beperkte financiële middelen. Bij die gezinnen zal dus een noodtoestand ontstaan als de ontruiming als gevorderd wordt toegewezen. Tot slot is een ontruiming op dergelijke korte termijn niet gerechtvaardigd gelet op het langdurige verblijf in de panden van de krakers.
4. De beoordeling
4.1. De verschenen gedaagde is op naam gedagvaard, naast een aantal anoniem gedagvaarde gebruikers van de panden, die niet ter zitting zijn verschenen. Hij heeft zijn verweer ook gevoerd namens de niet verschenen gedaagden. De verschenen gedaagde kan in deze procedure echter niet als hun belangenbehartiger optreden. Dat in bezwaarschriftprocedures bij bestuursorganen het bezwaar van één persoon ook geldt, dan wel kan gelden, voor anderen, zelfs zij die anoniem wensen te blijven, gaat in gerechtelijke procedures tot ontruiming van kraakpanden niet op. In dergelijke procedures dient iedere kraker in beginsel zijn of haar belang bij de weigering van de gevraagde voorziening naar voren te brengen en dus zelf te verschijnen. Slechts wanneer honorering van een verweer van een verschenen gedaagde ertoe zou leiden dat ontruiming van andere, niet verschenen, gedaagden zonder zin is, omdat de eigenaar toch niet volledig over het onroerende goed kan beschikken, is dat anders. Het gaat er dus in de eerste plaats om of het verweer van de ter zitting verschenen gedaagde, dat alleen zijn omstandigheden kan betreffen, kan worden gehonoreerd. Pas daarna komt aan de orde of dit consequenties heeft voor de overige gedaagden die niet ter zitting zijn verschenen.
4.2. De vordering tot ontruiming van de verschenen gedaagde kan in kort geding slechts worden toegewezen, indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter die vordering zal toewijzen en Eigen Haard een spoedeisend belang bij haar vordering heeft.
4.3. Onbetwist is dat de verschenen gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. Daardoor handelt hij onrechtmatig jegens Eigen Haard. Voorshands is aannemelijk dat de bodemrechter de vordering zal toewijzen, zodat deze in kort geding eveneens toewijsbaar is. Het voor een voorlopige voorziening vereiste spoedeisend belang vloeit voort uit de aan Eigen Haard verleende vergunningen voor de renovatiewerkzaamheden en het feit dat op 15 juni 2009 met deze werkzaamheden een begin wordt gemaakt. Daarnaast heeft [D] ter zitting bevestigd dat de eventueel aanwezige asbest voor de schoolvakanties dient te worden verwijderd, zodat de sloopwerkzaamheden zoveel mogelijk voor de bouwvak, en tijdens die schoolvakanties, kunnen worden uitgevoerd.
4.4. De verschenen gedaagde heeft voornamelijk verweer gevoerd tegen de ontruimingstermijn. Hij heeft betoogd dat hij rauwelijks is gedagvaard en dat bij hem de verwachting is gewekt dat Eigen Haard met de krakers zal overleggen over de planning van de renovatie. Daarnaast heeft Eigen Haard volgens de verschenen gedaagde na de betekening van de dagvaarding toegezegd dat de woningen pas per 1 juli 2009 ontruimd hoeven te zijn. De thans gevorderde ontruimingstermijn is te kort, en zal leiden tot een noodtoestand bij de vele gezinnen met kleine kinderen die gebruikmaken van de woningen in de kraakpanden, aldus de verschenen gedaagde.
4.4.1. Ter zitting heeft de verschenen gedaagde desgevraagd te kennen gegeven dat hij zelf geen gezin met kleine kinderen heeft. Zijn verweer dat daarop is gebaseerd treft in zijn geval dan ook geen doel. Gelet op hetgeen onder 4.1 is overwogen wordt aan dit verweer in de andere procedures tot ontruiming van de kraakpanden in het projectgebied (zie 2.1) of jegens de niet verschenen gedaagden in deze procedure voorbij gegaan.
4.4.2. De verschenen gedaagde heeft ook aangevoerd dat Eigen Haard in mei 2009 heeft toegezegd dat hij de woning pas per 1 juli 2009 zou hoeven te ontruimen. Eigen Haard heeft daartegenover gesteld dat zij alleen bereid is geweest die termijn in acht te nemen als haar zekerheid zou worden geboden, dat alle krakers de panden op die dag zullen verlaten. Nu Eigen Haard op dit punt geen zekerheid heeft gekregen, acht zij zich niet aan die termijn gebonden. De verschenen gedaagde heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de toezegging om de woningen pas per 1 juli 2009 te ontruimen onvoorwaardelijk was.
4.4.3. De verschenen gedaagde heeft verder betoogd dat hij na de brief van 8 juli 2008 tot de dagvaarding niets meer heeft vernomen van Eigen Haard over de renovatie en de planning daarvan, ondanks haar bereidheid de krakers daarbij te betrekken. Voorop wordt gesteld dat uit niets is gebleken dat Eigen Haard een dergelijke toezegging ook aan de verschenen gedaagde persoonlijk heeft gedaan. Daarnaast heeft Eigen Haard in de bedoelde brief aan de woordvoerder van de kraakgroep te kennen gegeven hen niet langer als gesprekspartner te zien. De eventuele toezegging door Eigen Haard om de krakers te betrekken bij het project is daarmee van tafel geraakt. Daarnaast heeft de verschenen gedaagde aangevoerd dat zijn advocaat nimmer antwoord heeft gekregen op de e-mail van 18 augustus 2008, gericht aan Eigen Haard. Evenmin is echter gebleken dat de verschenen gedaagde, of zijn advocaat, nadien heeft geprobeerd een antwoord, of de in de e-mail gevraagde informatie, van Eigen Haard te krijgen. Zelfs de besluiten tot verlening van de vergunningen, die zijn gepubliceerd in een lokale krant, heeft de verschenen gedaagde niet bewogen om contact met Eigen Haard op te nemen over de planning van de ontruiming. Pas nadat de dagvaarding aan hem is betekend heeft zijn advocaat (de advocaat van) Eigen Haard daarover benaderd. Het had echter op de weg van de verschenen gedaagde gelegen dat hij dit in een eerder stadium had gedaan.
4.4.4. De conclusie is dan ook dat er geen aanleiding is om de gevorderde ontruimingstermijn niet te volgen. Eigen Haard heeft eind 2007 de voor de renovatie benodigde vergunningen aangevraagd die haar zijn verleend in de winter van 2008/2009. Het is niet waarschijnlijk, gelet op de betrokkenheid van de krakers bij de renovatie zoals blijkt uit de communicatie tussen hen en Eigen Haard, dat de verschenen gedaagde niet op de hoogte is geweest van de verlening van de vergunningen. In ieder geval had hij daarvan kennis kunnen hebben. Hij heeft dus voldoende tijd gehad om zich voor te bereiden op de ontruiming van de door hem zonder recht of titel in gebruik genomen woning. Het betoog van de verschenen gedaagde dat de ontruimingstermijn te kort is vanwege het lange gebruik van de woning is evenmin aanleiding om die onrechtmatigheid langer voort te laten duren.
4.5. De vordering jegens de niet verschenen gedaagden komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen als na te melden.
4.6. De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge artikel 556 lid 1 en artikel 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) overbodig is.
4.7. Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Eigen Haard worden begroot op:
- dagvaarding € 72,25
- vast recht 262,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.150,25
te vermeerderen met de advertentiekosten verschuldigd op grond van artikel 61 Rv.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt gedaagden om uiterlijk 14 juni 2009, na de betekening van dit vonnis met al het hunne en al de hunnen de woningen aan de Kuipersstraat 159-I, 159-II en 159-III (1073 ER) te Amsterdam te ontruimen en ontruimd te houden,en de respectieve woningen geheel leeg en ontruimd ter beschikking van eiseres te stellen,
5.2. bepaalt dat deze veroordeling binnen de in art. 557a lid 3 Rv genoemde termijn van één jaar ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet,
5.3. veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van Eigen Haard tot op heden begroot op € 1.150,25, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening, en te vermeerderen met de advertentiekosten verschuldigd op grond van artikel 61 Rv,
5.4. veroordeelt gedaagden om, indien zij niet na dagtekening van de aanschrijving tot vrijwillige voldoening aan dit vonnis heeft voldaan, aan Eigen Haard te voldoen aan nakosten € 131,00, zonder betekening van dit vonnis, te verhogen met € 74,00 ingeval dit vonnis wel is betekend aan gedaagden.
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sj.A. Rullmann, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2009.