RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08/4790 BELEI
uitspraak van de enkelvoudige kamer
Stichting Kinderopvang Bussum-Naarden / Muiden-Muiderberg,
gevestigd in Bussum,
eiseres,
gemachtigde [gemachtigde],
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Naarden,
verweerder,
gemachtigde [gemachtigde].
Verweerder heeft bij besluit van 17 december 2007 een subsidie verleend aan eiseres ter hoogte van € 114.593,- voor het jaar 2008 voor de exploitatie van de peuterspeelzalen van de voormalige Stichting Algemene Peuterspeelzalen Naarden.
Eveneens bij besluit van 17 december 2007 heeft verweerder eiseres een subsidie verleend voor het jaar 2008 ter hoogte van € 32.342,- voor de exploitatie van de peuterspeelzalen in de gemeente Bussum.
Bij besluit van 16 oktober 2008, verzonden op 22 oktober 2008, heeft verweerder het tegen deze besluiten door eiseres gemaakte bezwaar ongegrond verklaard (het bestreden besluit).
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 augustus 2009. Eiseres is verschenen bij voornoemde gemachtigde, vergezeld door [persoon 1]. Verweerder is verschenen bij voornoemde gemachtigde.
Eiseres exploiteert vier peuterspeelzalen in Naarden, elf in Bussum en twee in Muiden/Muiderberg. De vier peuterspeelzalen in Naarden werden voorheen geëxploiteerd door de Stichting Algemene Peuterspeelzalen Naarden (hierna: SAPN). Naar aanleiding van de zwakke financiële positie van de SAPN zijn eiseres en de SAPN op verzoek van de gemeente Naarden op 1 februari 2006 gefuseerd. Eiseres heeft in 2006 en 2007 subsidie ontvangen van verweerder voor de vier peuterspeelzalen in Naarden en - naar rato van het aantal kinderen uit de gemeente Naarden dat naar peuterspeelzalen in Bussum gaat - voor de peuterspeelzalen in Bussum. Bij de oorspronkelijke subsidiebesluiten voor 2006 en 2007 was geen rekening gehouden met loon- en prijscompensatie. Nadien heeft verweerder in 2007 alsnog looncompensatie toegepast over de subsidies voor 2006 en 2007.
Bij brief van 20 maart 2007 heeft eiseres subsidie aangevraagd bij verweerder voor het jaar 2008 ter hoogte van € 119.950,- voor de voormalige peuterspeelzalen van de SAPN in Naarden. De aangevraagde subsidie is bestemd voor loonkosten (€ 84.696,-) en overige kosten (€ 35.254,-). Bij de aanvraag heeft eiseres aangegeven dat bij de loonkosten rekening is gehouden met een indexering van de lonen van 3,5% ten opzichte van 2007 en dat bij de overige kosten rekening is gehouden met een indexering van 2% ten opzichte van 2007.
Eveneens bij brief van 20 maart 2007 heeft eiseres subsidie aangevraagd bij verweerder voor het jaar 2008 ter hoogte van € 33.854,- voor de peuterspeelzalen in Bussum. De aangevraagde subsidie is bestemd voor loonkosten (€ 23.904,-) en overige kosten (€ 9.950,-). Ook bij deze aanvraag heeft eiseres rekening gehouden met een indexering van de lonen met 3,5% ten opzichte van 2007 en bij de overige kosten met een indexering van 2% ten opzichte van 2007.
Bij besluit van 17 december 2007 heeft verweerder eiseres een subsidie verleend voor het jaar 2008 van maximaal € 114.593,- voor de exploitatie van de peuterspeelzalen van de voormalige SAPN. Hierbij heeft verweerder overwogen dat de subsidie is verleend conform het subsidieplafond 2008, zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Naarden.
Eveneens bij besluit van 17 december 2007 heeft verweerder eiseres een subsidie verleend voor het jaar 2008 van maximaal € 32.342,- ,- voor de exploitatie van de peuterspeelzalen in Bussum. Ook hierbij heeft verweerder overwogen dat de subsidie is verleend conform het subsidieplafond 2008, zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Naarden.
Eiseres heeft tegen beide besluiten bezwaar gemaakt. Daarbij heeft zij aangevoerd dat bij de subsidieverleningen ten onrechte geen rekening is gehouden met de gevraagde indexeringen.
Bij advies van 26 mei 2008 heeft de Commissie voor de bezwaarschriften van de gemeente Naarden (hierna: de Commissie) verweerder geadviseerd de bezwaren van eiseres gegrond te verklaren en de besluiten van 17 december 2007 te wijzigen in die zin dat bij het verlenen van de subsidie alsnog rekening wordt gehouden met de indexering van lonen en prijzen. Daarbij heeft de Commissie geoordeeld dat sprake is van opgewekt vertrouwen, omdat over de subsidie voor de jaren 2006 en 2007 wel indexering heeft plaatsgevonden.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder, in afwijking van het advies van de Commissie, de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard en de besluiten van 17 december 2007 gehandhaafd. Daarbij heeft verweerder, kort samengevat, overwogen dat in 2007 eenmalig is besloten om over de subisidie voor de jaren 2006 en 2007 een loon/prijsindexatie toe te passen, maar dat niet is besloten de indexatie met betrekking tot 2008 (en eerdere jaren) structureel in het subsidiebeleid op te nemen. Van schending van opgewekt vertrouwen is dan ook geen sprake, aldus verweerder.
De rechtbank overweegt het volgende.
Op 6 oktober 2005 heeft de gemeenteraad van de gemeente Naarden de Algemene subsidieverordening 2005 gemeente Naarden (hierna: de Verordening), vastgesteld. Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Verordening stelt de gemeenteraad het beleidskader en het subsidieplafond vast.
Ingevolge artikel 15 van de Verordening, voor zover hier van belang, kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien de subsidieverstrekking niet past binnen de door de raad gestelde beleidskaders zoals genoemd in artikel 6, eerste lid.
In het Subsidiebeleidskader gemeente Naarden 2008-2010 (hierna: het beleid), vastgesteld door de gemeenteraad op 26 juni 2007, is, voor zover hier van belang, bepaald dat de basis voor het financiële kader in de subsidietoekenning 2006 ligt. Met de aanvragers die op de subsidielijst 2006 staan is in (bijna) alle gevallen sprake van een langlopende subsidierelatie. Op basis van het raadsbesluit over het hanteren van de zogeheten nullijn vindt in principe geen loon- en prijscompenstatie plaats. Het college kan in incidentele gevallen anders besluiten.
De rechtbank stelt voorop dat uit de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat een bestuursorgaan bij het toekennen van een subsidie beleidsvrijheid toekomt en dat de rechtbank een dergelijk besluit terughoudend dient te toetsen. Slechts indien geoordeeld moet worden dat het bestuursorgaan niet in redelijkheid tot voormeld besluit heeft kunnen komen dan wel dat het besluit is genomen in strijd met de wet of in strijd met enig algemeen rechtsbeginsel, is plaats voor vernietiging van dat besluit (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 25 februari 2009, www.rechtspraak.nl, LJN: BH3950).
Vast staat dat in het beleid van verweerder is neergelegd dat in principe geen loon- en prijscompenstatie plaatsvindt, gezien het besluit van de gemeenteraad om de nullijn te hanteren. De rechtbank acht dit beleid van verweerder niet kennelijk onredelijk of anderszins onjuist. Dat de buurgemeente Bussum de subsidies wel jaarlijks indexeert, zoals eiseres heeft aangevoerd, maakt dit niet anders. De gemeente Bussum is een ander bestuursorgaan dat - blijkbaar - een ander beleid voert op dit punt. Gelet op de beleidsvrijheid die verweerder toekomt, bestaat er voor verweerder geen verplichting zijn beleid ook op die wijze in te richten.
De rechtbank stelt vast dat verweerder, door bij de verlening van de subsidies over 2008 geen indexeringen toe te passen, heeft gehandeld in overeenstemming met zijn beleid.
Eiseres heeft aangevoerd dat zij er op basis van de fusiebesprekingen met de gemeente Naarden van is uitgegaan dat de jaarlijkse subsidies geïndexeerd zouden worden omdat zonder die indexering het huidige aanbod aan peuterspeelzalen in de gemeente Naarden niet gewaarborgd kan worden.
De rechtbank ziet hierin geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan verweerder van zijn beleid had moeten afwijken. Niet gebleken is dat verweerder in het kader van de fusiebesprekingen een ondubbelzinnige, schriftelijke toezegging heeft gedaan dat de subsidies jaarlijks geïndexeerd zouden worden. Van gerechtvaardigde, rechtens te honoreren, verwachtingen kan dan ook geen sprake zijn. Eiseres kan evenmin gerechtvaardigde verwachtingen ontlenen aan de omstandigheid dat verweerder in 2007 - achteraf - alsnog de subisidies voor 2006 en 2007 heeft geïndexeerd. Verweerder heeft in 2007 gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om in incidentele gevallen af te wijken van de hoofdregel dat geen indexatie wordt toegepast, omdat hiervoor op dat moment financiële ruimte was. Daaruit kan niet worden afgeleid dat dit jaarlijks zou gebeuren.
Gelet op het voorgaande heeft verweerder in redelijkheid kunnen besluiten bij het verlenen van de subsidies voor 2008 aan eiseres geen rekening te houden met loon- en prijscompensatie. Het beroep is dan ook ongegrond.
Voor een proceskostenveroordeling of voor vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.F. de Lemos Benvindo, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. T.E. Bouwmeester, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2009.
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na toezending hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te ‘s-Gravenhage.
Afschrift verzonden op:
DOC: C
SB