ECLI:NL:RBAMS:2009:BK1683

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/846003-06
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.J. van der Meer
  • P. de Vries
  • A. van der Linden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissingen van de rechtbank Amsterdam in de strafzaak tegen Trafigura Beheer B.V. met betrekking tot verzoeken gedaan ter terechtzitting

In de strafzaak tegen Trafigura Beheer B.V. heeft de rechtbank Amsterdam op 10 april 2009 beslissingen genomen naar aanleiding van verzoeken die zijn gedaan tijdens de regiezitting op 2 april 2009. De rechtbank heeft de verzoeken van de verdediging om bepaalde bijlagen bij de notities van de landsadvocaat aan het dossier toe te voegen, in overweging genomen. De verdediging stelde dat deze stukken relevant zijn voor de beoordeling van de tenlastegelegde feiten, vooral omdat de VROM-inspectie betrokken is bij de EVOA. De rechtbank oordeelde dat de gevraagde stukken van belang kunnen zijn voor de beslissingen die op basis van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering moeten worden genomen. De officier van justitie werd opgedragen om deze stukken aan het dossier toe te voegen, tenzij het vertrouwelijke informatie betreft die het beroepsgeheim zou schenden.

Daarnaast werd er een rechtshulpverzoek aan het Verenigd Koninkrijk besproken. De verdediging vroeg om toevoeging van documenten die relevant zijn voor het nadere onderzoek dat op basis van een eerder rechtshulpverzoek uit 2006 is gestart. De rechtbank oordeelde dat de toezegging van de officier van justitie om relevante informatie schriftelijk aan de verdediging te verstrekken voldoende was om het verzoek van de verdediging af te wijzen.

Verder werden er verzoeken behandeld met betrekking tot het horen van getuigen, waaronder getuigen uit Ivoorkust. De rechtbank wees deze verzoeken af, omdat de verdediging niet voldoende had onderbouwd hoe deze getuigen te traceren zijn en de feitenomschrijving te algemeen was. De rechtbank besloot ook dat het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst wordt en dat er een regiezitting zal plaatsvinden in het laatste kwartaal van 2009, tenzij eerder noodzakelijk. De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte bevolen voor een nader te bepalen datum.

Uitspraak

Bijlage
RECHTBANK AMSTERDAM
Beslissingen van de rechtbank Amsterdam, meervoudige economische strafkamer, in de strafzaak tegen Trafigura Beheer B.V. (13/846003-06), genomen naar aanleiding van verzoeken gedaan ter terechtzitting van 2 april 2009 alsmede ambtshalve genomen naar aanleiding van voornoemde zitting en uitgesproken ter terechtzitting van 10 april 2009.
1. Bijlagen notitie landsadvocaat 15 december 2006
De verdediging heeft - kort gezegd - verzocht een aantal van de bijlagen bij de notities van de landsadvocaat van 15 december 2006 (rubriek 9.62) aan het dossier te laten toevoegen.
De verdediging is van oordeel dat de door haar gevraagde stukken moeten worden getoetst aan het relevantiecriterium dat is ontleend aan het Dev Sol-arrest (Hoge Raad 7 mei 1996, NJ 1996, 687). Door de landsadvocaat worden feitelijke en juridische standpunten ingenomen die betrokken kunnen worden bij de aan verdachte tenlastegelegde feiten. Het behoeft - aldus de verdediging - geen nader betoog dat de stukken waarop de landsadvocaat zijn advies aan het ministerie van VROM/de VROM-inspectie heeft gebaseerd dan evenzeer relevant zijn. Dat geldt te meer nu de VROM-inspectie het bevoegde gezag is met betrekking tot de EVOA en een groot deel van de stukken die de verdediging aan het dossier wenst te zien toegevoegd door (medewerkers) van VROM/de VROM-inspectie is opgesteld.
De rechtbank is van oordeel dat de door de verdediging genoemde stukken van belang kunnen zijn voor enige in het kader van 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering te nemen beslissing en draagt de officier van justitie op de volgende stukken aan het dossier toe te voegen:
- e-mail van [naam 1] aan [naam 2] van 22 oktober 2006, 23:37 uur;
- e-mail van [naam 3] en de daarbij behorende bijlage aan [naam 4] van 18 september 2006, 13:48 uur;
- de brieven van de VROM-inspectie van 25 september 2006 aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Amsterdam en het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland, alsmede de concepten van die brieven en de daarbij behorende faxberichten;
- de conceptnota informatieverzoek aan de heer [naam 5] afkomstig van de VROM-inspectie met de daarbij behorende conceptbrief;
- faxbericht van [naam 6] aan het ministerie van Buitenlandse Zaken van 29 september 2006 gericht aan de secretaris-generaal [naam 7] van het ministerie van VROM;
- e-mail van [naam 8] gericht aan [naam 2] van 26 september 2006, 09:04 uur;
- overzicht wetgeving en verantwoordelijkheden van belang bij verblijf Probo Koala in Amsterdam;
- overzicht wetgeving en verantwoordelijkheden van belang bij verblijf Probo Koala in Amsterdam versie 2 oktober 2006;
- brief van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 29 september 2006 gericht aan [naam 9] van de VROM-Inspectie (kenmerk VI/NW/20063080) en het daarbij behorende overzicht van klachten;
- de brief van [naam 10], hoofd Klimatologische Dienst van het KNMI van 3 oktober 2006 en de daarbij behorende bijlagen;
- faxgeschiedenisrapport voor DNB sector M&V, [nr] van 7 juli 2006, 15:20 uur;
- e-mail van [naam 3] gericht aan [naam 2] van 3 oktober 2006, 13:47 uur;
- e-mail van [naam 9] aan [naam 11] van 28 september 2006, 14:09 uur;
- kernvragen Probo Koala;
- aanpak onderzoekstraject Probo Koala;
- e-mail van [naam 9] gericht aan [naam 12], [naam 13], [naam 2], [naam 14] en [naam 3] van 19 september 2006, 13:34 uur;
- e-mail van [naam 15] aan [naam 2] van 3 oktober 206, 17:10 uur;
- faxsheet Probo Koala, d.d. 3 oktober 2006;
- ship folder user: [naam 1], software version 1.5.0. Probo Koala;
- faxbericht van Greenpeace van 26 september 2006 gericht aan het ministerie van VROM, staatssecretaris [naam 16] en de daarbij behorende brief aan de minister-president [naam 17];
- e-mail van [naam 9] aan [naam 3] en [naam 13] van 15 september 2006, 16:10 uur;
- e-mail van [naam 2] aan [naam 15] van 22 september 2006, 09:46 uur.
De bovengenoemde stukken zijn kennelijk gebruikt bij het opstellen door de landsadvocaat van een notitie. Voor zover mocht blijken dat sprake is van stukken van de cliënt van de landsadvocaat die zijn gegeven in het kader van het opstellen van de notitie en als vertrouwelijk zijn te beschouwen en waarvan kennisneming zou leiden tot schending van het beroepsgeheim, een en ander ter beoordeling van de landsadvocaat, kan voeging achterwege kan blijven.
Het verzoek tot het voegen van informatie over APS afkomstig van www.maritiemegids.nl en over de MAIN VII afkomstig van internet wordt afgewezen omdat deze informatie voor een ieder met toegang tot het internet beschikbaar is.
2. Rechtshulpverzoek aan het Verenigd Koninkrijk
De verdediging heeft naar voren gebracht dat de officier van justitie de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk heeft verzocht nadere opsporingshandelingen te verrichten. De officier van justitie heeft, aldus de verdediging, te kennen gegeven dat zijn nadere verzoek is gebaseerd op een (eerder) rechtshulpverzoek uit 2006. Het beginsel van de inwendige openbaarheid vergt dat de officier van justitie een stuk aan het procesdossier toevoegt waaruit alle relevante gegevens met betrekking tot dit nadere verzoek blijkt, aldus de verdediging. De verdediging verzoekt daarom te bevelen een stuk aan het procesdossier toe te voegen waaruit alle relevante gegevens met betrekking tot het nadere onderzoek blijkt.
De officier van justitie heeft op de regiezitting van 2 april 2009 onder meer verklaard dat de server van de computer van Trafigura is leeggetrokken en dat dit vele terabytes aan data heeft opgeleverd die onmogelijk allemaal te bestuderen zijn en daarom met behulp van zoektermen worden onderzocht. Het is een tijdrovend en ingewikkeld proces. Het onderzoeken van de data gebeurt op grond van het oude rechtshulpverzoek, aldus de officier van justitie. Nu de officier van justitie heeft toegezegd de onderzoeksvraag (de zoekopdracht) en aanverwante mededelingen aan het Verenigd Koninkrijk op schrift te stellen en dit geschrift aan de verdediging ter hand te stellen, heeft hij daarmee naar het oordeel van de rechtbank ruimschoots voldaan aan de interne openbaarheid. De rechtbank is dan ook van oordeel dat door deze toezegging een door de verdediging bedoeld bevel achterwege kan blijven.
3. Proces-verbaal met betrekking conceptnotitie Probo Koala
De verdediging heeft verzocht de officier van justitie nogmaals op te dragen een proces-verbaal te laten opmaken omtrent dossierstuk 9.34 (Verkeer en Waterstaat conceptnotitie Probo Koala Wvvs).
De officier van justitie heeft ter terechtzitting desgevraagd meegedeeld dat het desbetreffende proces-verbaal nog niet is opgemaakt, maar dat dit alsnog zal gebeuren. De rechtbank is van oordeel dat met deze mededeling van de officier van justitie kan worden volstaan.
4. Horen [naam 18] of opsteller notitie
De rechtbank heeft op 2 juli 2008 beslist dat de beslissing op het verzoek tot het horen van [naam 18] wordt aangehouden tot nadat de officier van justitie het proces-verbaal heeft verstrekt waarin wordt gerelateerd wie de opsteller van de notitie van Verkeer en Waterstaat is, die wordt genoemd op pagina 11.477 van het dossier en welk stuk [naam 18] heeft ge-e-maild naar [naam 19].
De verdediging heeft de rechtbank verzocht deze beslissing te wijzigen in die zin dat het aan het oordeel van de rechter-commissaris wordt gelaten of de heer [naam 18] dan wel de opsteller van de notitie moet worden gehoord.
De rechtbank wijzigt haar beslissing van 2 juli 2008 in die zin dat nadat de officier van justitie het proces-verbaal heeft verstrekt waarin wordt gerelateerd wie de opsteller van de notitie van Verkeer en Waterstaat is, het ter beoordeling van de rechter-commissaris is of [naam 18] dan wel of de opsteller van de notitie moet worden gehoord.
4. Estland
De verdediging heeft, omdat haar is gebleken dat om de vragen van de verdediging te kunnen beantwoorden wellicht niet de heer [naam 20] degene is die het meest in aanmerking komt om te worden gehoord, maar een (of meer) ander(en), de rechtbank verzocht haar beslissing van 2 juli 2008 in zoverre aan te passen dat het aan de rechter-commissaris wordt gelaten op een eventueel hernieuwd/gewijzigd verzoek ten aanzien “Estland” te beslissen.
De rechtbank wijzigt haar beslissing van 2 juli 2008 in die zin dat het thans ter beoordeling van de rechter-commissaris is wie als getuige ten aanzien van “Estland” moet worden gehoord. De rechtbank tekent daar bij aan dat een verzoek tot het horen van een getuige alleen voor toewijzing in aanmerking komt voor zover de verdediging thans voor 1 juni 2009 voldoende persoonsgegevens van de desbetreffende persoon aanlevert.
5. Het verzoek tot het horen van getuigen uit Ivoorkust
De verdediging heeft haar verzoek tot het horen van de getuigen uit Ivoorkust zoals gedaan op de regiezitting van 26 juni 2008 onverkort gehandhaafd.
De rechtbank heeft op 2 juli 2008 de beslissing op het verzoek tot horen van de getuigen uit de Ivoorkust aangehouden en de verdediging de gelegenheid geboden bij de eerstkomende regiezitting haar verzoek om deze getuigen te horen nader en gemotiveerd toe te lichten. De rechtbank heeft bij voornoemde beslissing overwogen dat de verdediging in haar motivering bij deze getuigen onvoldoende concreet gemaakt had hoe deze getuigen zijn te traceren. Behalve bij de getuigen 89, 90 en 91 heeft de verdediging volstaan met de mededeling “gegevens bekend bij Ivoriaanse autoriteiten”. De rechtbank heeft in haar beslissing van 2 juli 2008 opgenomen dat een dergelijke aanduiding onvoldoende is om op grond daarvan een verzoek te kunnen toewijzen. Voorts heeft de rechtbank in die beslissing opgenomen dat bovendien de feitenomschrijving waarover de getuigen zouden moeten worden gehoord te algemeen gesteld is om op een dergelijk verzoek te kunnen beslissen.
Nu de verdediging haar verzoek tot het horen van de getuigen uit Ivoorkust niet voldoende nader en gemotiveerd heeft toegelicht, evenmin voldoende concreet heeft gemaakt hoe de door haar genoemde getuigen zouden zijn te traceren en ook de feitenomschrijving waarover de getuigen zouden moeten worden gehoord niet heeft gespecificeerd, wijst de rechtbank het horen van de getuigen uit de Ivoorkust af.
6. [naam 21]
Nu zowel de verdediging als de officier van justitie afziet van het horen van [naam 21] als getuige en de rechtbank ambtshalve ook geen aanleiding ziet haar als getuige te horen, hoeft [naam 21] niet als getuige te worden gehoord.
7. Verwijzen naar rechter-commissaris
De stukken worden in handen gesteld van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde door te gaan met het horen van de getuigen dan wel deskundigen en voorts al datgene te verrichten wat zij in het belang van het onderzoek acht.
8. Schorsing van het onderzoek
Het onderzoek wordt geschorst voor onbepaalde tijd.
9. Regiezitting betreffende geheimhouderstukken
De officier van justitie heeft op de regiezitting naar voren gebracht dat het Openbaar Ministerie de opsporingsdiensten de opdracht heeft gegeven de stukken te controleren op geheimhoudergesprekken en -stukken. Deze controles hebben, aldus de officier van justitie, in enkele gevallen geleid tot de ontdekking van niet eerder (h)erkende geheimhoudergesprekken of geheimhouderstukken in het dossier. De officier van justitie heeft voorts meegedeeld dat het Functioneel Parket in alle openheid en actief verslag wil doen van de resultaten van eerder genoemde hercontrole. Het Openbaar Ministerie zal de rechtbank en de verdediging in kennis zal stellen van de uitkomsten van de extra controleslag. Zodra het onderzoek is afgerond, zal het Openbaar Ministerie de verdediging en de rechtbank nader informeren over de bevindingen, aldus de officier van justitie
De rechtbank bepaalt dat nadat de door de officier van justitie bedoelde stukken met betrekking tot de geheimhouderstukken en -gesprekken aan de verdediging en de rechtbank zijn verstrekt, een afzonderlijke zitting zal worden gearrangeerd waarop de kwestie betreffende geheimhoudergesprekken en -stukken zal worden besproken.
10. Regiezitting
De rechtbank bepaalt dat in het laatste kwartaal 2009 een regiezitting zal plaatsgrijpen tenzij mocht blijken dat een regiezitting eerder noodzakelijk is of een regiezitting dan geen toegevoegde waarde heeft.
11. Oproepen verdachte
De rechtbank beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen datum en het nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving aan de verdediging van verdachte.