ECLI:NL:RBAMS:2009:BK1683
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. van der Meer
- P. de Vries
- A. van der Linden
- Rechtspraak.nl
Beslissingen van de rechtbank Amsterdam in de strafzaak tegen Trafigura Beheer B.V. met betrekking tot verzoeken gedaan ter terechtzitting
In de strafzaak tegen Trafigura Beheer B.V. heeft de rechtbank Amsterdam op 10 april 2009 beslissingen genomen naar aanleiding van verzoeken die zijn gedaan tijdens de regiezitting op 2 april 2009. De rechtbank heeft de verzoeken van de verdediging om bepaalde bijlagen bij de notities van de landsadvocaat aan het dossier toe te voegen, in overweging genomen. De verdediging stelde dat deze stukken relevant zijn voor de beoordeling van de tenlastegelegde feiten, vooral omdat de VROM-inspectie betrokken is bij de EVOA. De rechtbank oordeelde dat de gevraagde stukken van belang kunnen zijn voor de beslissingen die op basis van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering moeten worden genomen. De officier van justitie werd opgedragen om deze stukken aan het dossier toe te voegen, tenzij het vertrouwelijke informatie betreft die het beroepsgeheim zou schenden.
Daarnaast werd er een rechtshulpverzoek aan het Verenigd Koninkrijk besproken. De verdediging vroeg om toevoeging van documenten die relevant zijn voor het nadere onderzoek dat op basis van een eerder rechtshulpverzoek uit 2006 is gestart. De rechtbank oordeelde dat de toezegging van de officier van justitie om relevante informatie schriftelijk aan de verdediging te verstrekken voldoende was om het verzoek van de verdediging af te wijzen.
Verder werden er verzoeken behandeld met betrekking tot het horen van getuigen, waaronder getuigen uit Ivoorkust. De rechtbank wees deze verzoeken af, omdat de verdediging niet voldoende had onderbouwd hoe deze getuigen te traceren zijn en de feitenomschrijving te algemeen was. De rechtbank besloot ook dat het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst wordt en dat er een regiezitting zal plaatsvinden in het laatste kwartaal van 2009, tenzij eerder noodzakelijk. De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte bevolen voor een nader te bepalen datum.