ECLI:NL:RBAMS:2009:BK1859

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
437860 - KG ZA 09-1971
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W. Tonkens - Gerkema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verwijdering van filmpje op internet wegens inbreuk op persoonlijke levenssfeer

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 september 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en de besloten vennootschap GS MEDIA B.V., die de websites Geenstijl.nl en Dumpert.nl exploiteert. Eiseres, een 20-jarige studente, vorderde de verwijdering van een filmpje dat op deze websites was geplaatst, waarin zij in beschonken toestand te zien was. Eiseres stelde dat de openbaarmaking van het filmpje een ernstige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer vormde en dat de bijbehorende commentaren grievend en kwetsend waren. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de openbaarmaking van het filmpje zonder toestemming van eiseres onrechtmatig was, en dat de vrijheid van meningsuiting van Geenstijl niet opwoog tegen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van eiseres. De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres tot verwijdering van het filmpje en de bijbehorende commentaren toewijsbaar was, en heeft Geenstijl veroordeeld tot het staken van de openbaarmaking en het verwijderen van de teksten en commentaren. Tevens zijn dwangsommen opgelegd voor het geval Geenstijl niet aan de veroordeling zou voldoen. De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, vooral in situaties waarin individuen in kwetsbare posities worden afgebeeld zonder hun toestemming.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 437860 / KG ZA 09-1971 WT/MB
Vonnis in kort geding van 11 september 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [amsterdam],
eiseres bij conceptdagvaarding,
advocaat mr. J.G.J. van Groenendaal te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GS MEDIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde, vrijwillig verschenen,
advocaten mr. J.P. van den Brink en mr. S.C. van Loon te Amsterdam.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 11 september 2009 heeft eiseres, verder [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte conceptdagvaarding. Gedaagde, verder Geenstijl, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en gedaagde daarnaast een pleitnota.
De voorzieningenrechter heeft voorafgaand aan de zitting, op 11 september 2009 om 11.00 uur en na de zitting, diezelfde dag om 14.15 uur, op de website www.geenstijl.nl de beelden en berichten die hier onderwerp van geschil zijn, bekeken. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 11 september 2009 de beslissing gegeven en is ter zitting meegedeeld dat de uitwerking daarvan op 24 september 2009 zal volgen. Het hierna volgende bevat die uitwerking.
Ter zitting waren aanwezig, voor zover hier van belang,
aan de zijde van [eiseres]: [eiseres] met mr. van Groenedaal;
aan de zijde van Geenstijl: mrs. Van den Brink en Van Loon.
2. De feiten
2.1. Geenstijl exploiteert de actualiteitenwebsite www.geenstijl.nl en www.dumpert.nl, een website waarop gebruikers filmpjes kunnen publiceren.
2.2. In februari 2007 is [eiseres], toen 20 jaar oud en [opleiding]studente, gefilmd toen zij zich, samen met een vriendin, ’s nachts bevond in een portiek in de buurt van het Leidseplein te Amsterdam. Van de toen gemaakte beelden is een filmpje van twee minuten gemaakt (verder: het filmpje). Beide meisjes lijken onder invloed te zijn van aanzienlijke hoeveelheden alcohol. Op het filmpje wordt ingezoomd op een plas braaksel, die zich tussen hen in op de grond bevindt. Alleen [eiseres] komt in het filmpje sprekend in beeld. Het eerste dat zij op het filmpje tegen de cameraman zegt is: “Rot op, ik studeer [opleiding]” of woorden van gelijke strekking. Daarna gaat zij toch in op vragen van de cameraman en zegt zij dat zij als [X] van haar dispuut wenst te worden aangesproken met “[naam]” en vermeldt zij enige intieme details over haar privéleven. Thans is [eiseres] haar studie aan het afronden aan de [Y]. Daarnaast heeft zij een parttime baan.
2.3. De opnamen zijn gemaakt door [naam 1] en een montage daarvan, waarin enkele beeld- en geluidsopnamen vele malen worden herhaald (hierna: het filmpje) is op enig moment in 2007 door hem en de Vereniging Studenten-TV (verder: Studenten-TV) op internet geplaatst.
2.4. Op 9 juli 2009 heeft Studenten-TV het filmpje op haar homepage gezet, waarna het de aandacht heeft getrokken van Geenstijl, die het op haar beurt, op 16 juli 2009, heeft geplaatst op haar website dumpert.nl, waarnaar via geenstijl.nl kan worden doorgelinkt. In de inleidende tekst op geenstijl.nl wordt [eiseres] aangeduid als “[voornaam eiseres]”
2.5. Naar aanleiding van een sommatie van (de raadsman van) [eiseres] heeft Geenstijl het filmpje op 23 juli 2009 verwijderd.
2.6. Op 24 juli 2009 heeft [eiseres] Studenten-TV, [naam 1] en Geenstijl gedagvaard in een bodemprocedure bij deze rechtbank en, onder meer, gevorderd de openbaarmaking van het filmpje en de bijbehorende commentaren met onmiddelijke ingang te staken en gestaakt te houden, een schadevergoeding van € 10.000,- te betalen en voor recht te verklaren dat het vervaardigen, het in bezit hebben en/of openbaar maken van het filmpje jegens [eiseres] onrechtmatig is. Ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding in deze bodemprocedure was het filmpje ongeveer 200.000 keer bekeken. Commentaren van de bezoekers van de website luidden onder meer:
“Achterlijke dronken hoer (…).”
“AUB nekschot voordat dit in de tweede kamer komt!”
“(…) dit soort zatte varkens (…).”
2.7. Op 9 september 2009 viel op de website www.campus.tv onder meer het volgende te lezen:
“Een 23-jarige [opleiding]studente van de [Y] heeft de website GeenStijl aangeklaagd. De site zette op 16 juli een filmpje online, waarin te zien was hoe de dame in kwestie, in zeer dronken toestand, geïnterviewd werd. (…) De studente heeft een schadeclaim van duizenden euro’s neergelegd bij GeenStijl. Het weblog heeft het filmpje inmiddels offline gehaald. (…) “Het belangrijkste voor mijn client is dat het filmpje nooit meer op internet verschijnt,” aldus raadsman Jurian van Groenendaal (…). (…) “Deze onrechtmatigheid kan echt niet door de beugel. De uitspraak van een rechter kan als een soort backup dienen bij toekomstige zaken.” Studententv gaf aan niet mee te willen werken aan dit artikel.”
2.8. Op 10 september 2009 is het filmpje opnieuw op de websites van Geenstijl te zien, met de bijbehorende tekst: “Hee [voornaam eiseres]. Heb je nog geneuqt?” Daaronder valt te lezen:
“Aj, dat is nou sneu. [eiseres] vroeg ons om DIT FILMPJE van haar te verwijderen, waar we een student in haar natuurlijke habitat zien. Wat je ziet is een jong en onzeker meisje dat onder invloed van een paar Oranjeboompjes een te grote broek aantrok. Prima, iedereen kreeg een weekje een uniek inkijkje in het leven der studenten, de grootspraak, het overmatige alcoholgebruik en het bijbehorende verlies van decorum. Na een aantal dagen kregen we het verzoek om dit filmpje, en met name de comments, te verwijderen. Sure, we snappen ook best dat het niet nodig is om comments, met daar in haar naam, te laten staan. (…) Lol gehad, mevrouw kan verder met haar leven en case closed. We handelden uit coulance, omdat we echt niet overal een wetboek bij slepen. Tot haar advocaatje gisteren besloot tot First Blood. Dan kun je het krijgen ook. Advocaat Groenendaal dwingt ons tot een verdediging. Wij gaan u nu namelijk gewoon weer tonen hoe, en in wat voor omgeving de toekomstige top zichzelf vormt. Dat kan HIERR. (…) Balkje hebben we toegevoegd, omdat we toffe jongens zijn.”
In deze versie van het filmpje, dat te zien was door HIERR aan te klikken, is een balkje over (een deel van) het gezicht van [eiseres] geplaatst. Bij het item heeft Geenstijl correspondentie met de raadsman van [eiseres] weergegeven en zijn op
10 en 11 september 2009 weer honderden (nieuwe) ‘comments’ geplaatst.
2.9. [eiseres] heeft een akte in het geding gebracht, gedateerd 10 september 2009, waarin mr. A. Das Gupta namens [naam 1] de auteursrechten op het filmpje overdraagt aan [eiseres].
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert veroordeling van gedaagden tot:
I. het staken en gestaakt houden van elke openbaarmaking en verspreiding van het portret van eiseres, het filmpje, delen daarvan of beelden (stills) daaruit, alsook de door Geenstijl bij het filmpje en/of artikel gebruikte afbeeldingen, thumbnails en dergelijke;
II. alle tekst en commentaar behorend bij het filmpje, zoals redactionele teksten, al dan niet door derden geplaatste commentaren en/of hyperlinks te verwijderen en verwijderd te houden, alsmede geen nieuwe tekst zoals hiervoor bedoeld te plaatsen, in welke vorm ook;
III. Google te verzoeken om de cache van de zoekmachine van Google met betrekking tot de gegevens onder I en II te legen, zodat deze gegevens niet meer vindbaar zijn via deze zoekmachine, met overlegging van afschriften van deze verzoeken aan de raadsman van [eiseres];
IV. alle kopieën van de beelden met het portret van [eiseres], zoals onder I bedoeld, te verwijderen van gegevensdragers waarop deze zijn opgeslagen door of namens gedaagden, zodanig dat deze niet opnieuw te gebruiken zijn, en deze verwijderd te houden;
V. schriftelijk opgave te doen aan de raadsman van [eiseres] van alle partijen aan wie kopieën van de beelden met het portret van [eiseres] zijn overgedragen, overhandigd, in gebruik gegeven of op enige andere wijze zijn aangeboden ter gebruik of exploitatie;
VI. tot betaling van een dwangsom van € 10.000,- per dag of per keer dat Geenstijl niet aan één van deze veroordelingen voldoet;
VII. tot betaling van een voorschot van € 10.000,- op materiële en immateriële schadevergoeding;
VIII. tot betaling van de volledige proceskosten, met toepassing van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
3.2. [eiseres] heeft aan haar vordering, samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. De vervaardiging en de openbaarmaking van het filmpje en het (doen) plaatsen van de commentaren, waaruit ook naam en adresgegevens van [eiseres] te herleiden waren, zijn in strijd met het portretrecht en onrechtmatig jegens [eiseres]. Zij heeft pas ontdekt dat het filmpje op internet circuleerde, na de plaatsing op de sites van Geenstijl. Het filmpje is heel schadelijk voor [eiseres] en is inmiddels doorgedrongen tot alle lagen van haar sociale netwerk. Het vormt ook een obstakel voor toekomstige relaties, carrièremogelijkheden enzovoorts. Haar eer en goede naam worden publiekelijk beschadigd en zij is het mikpunt van hoon en spot voor een miljoenenpubliek. Met de plaatsing van het filmpje door Geenstijl wordt geen enkel redelijk belang gediend. Er is alleen sprake van een commercieel belang en van een hetze, gericht tegen de persoon van [eiseres]
Door de overdacht van het auteursrecht op het filmpje is [eiseres] ook auteursrechthebbende geworden en kan zij zich ook op die grond tegen verdere openbaarmaking verzetten. Zij heeft er een spoedeisend belang bij dat het filmpje onmiddellijk van internet wordt gehaald. Er is een kopie van het filmpje gedeponeerd ter griffie. Geenstijl heeft dus ook geen belang bij het behouden van kopieën. De schade van [eiseres] bestaat uit de aantasting van haar eer en goede naam, juridische kosten die zij heeft moeten maken, alsmede uit psychisch en sociaal leed.
3.3. Geenstijl voert verweer, welk verweer hierna, voor zover van belang, nader zal worden besproken.
4. De beoordeling
4.1. Het verweer van Geenstijl dat [eiseres] voor de grondslag van haar vordering niet kan volstaan met verwijzing naar haar dagvaarding in de bodemprocedure wordt verworpen. De bodemprocedure en het onderhavige kort geding betreffen dezelfde vorderingen. Bij de beoordeling van de vordering van [eiseres] zal daarom acht worden geslagen op de als productie in deze zaak in het geding gebrachte dagvaarding in de bodemzaak en op alle in kort geding door partijen ingediende producties, aangezien dat niet in strijd wordt geacht met een goede procesorde.
4.2. Doordat Geenstijl het filmpje op haar website heeft geplaatst, is sprake van een zelfstandige openbaarmaking. Dat Geenstijl het filmpje niet zelf heeft vervaardigd, doet daar niet aan af. Daarnaast kan Geenstijl niet alleen worden aangesproken op de commentaren/beelden die zij zelf op haar site(s) plaatst maar ook op die zij op haar sites handhaaft na sommatie tot verwijdering, al zijn die daarop geplaatst door derden, aangezien zij daarvoor de gelegenheid biedt en de eindredactie voert van de desbetreffende sites. Er geen sprake van louter technische doorgifte van informatie.
4.3. In beide op internet geplaatste versies van het filmpje is [eiseres] herkenbaar in beeld gebracht, zodat de beelden van haar aangemerkt kunnen worden als een ‘portret’ in de zin van art. 21 Auteurswet (Aw). Dat is ook het geval in de tweede versie van het filmpje, ondanks het op het gezicht van [eiseres] aangebrachte balkje. [eiseres] blijft immers herkenbaar aan haar stem en haar lichaam(shouding). Geenstijl heeft weliswaar aangekondigd het filmpje nog verder te zullen anonimiseren, door het gezicht van [eiseres] volledig te ‘blurren’, maar ook in dat geval zal [eiseres] aan haar stem en haar lichaam(shouding) te herkennen zijn. Overigens was het gewijzigde filmpje (met de ‘geblurde’ beelden) tijdens de zitting en voorafgaand aan de uitgifte van het (verkorte) vonnis niet op de website geenstijl.nl te zien.
4.4. Indien een portret is gemaakt zonder een daartoe strekkende opdracht van de geportretteerde, is op grond van artikel 21 Auteurswet openbaarmaking daarvan zonder diens toestemming niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen openbaarmaking verzet. Onder het redelijk belang van artikel 21 Auteurswet valt de bescherming van de geportretteerde tegen inbreuken op zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Of van een dergelijke inbreuk sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval, met name van de aard en de mate van intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld, terwijl ook het karakter van de foto en de context van de publicatie van belang kunnen zijn.
4.5. Als de openbaarmaking van een portret in een concreet geval, zoals in casu, tevens aan te merken is als een meningsuiting in de zin van art. 10 lid 1 EVRM geldt daarbij voorts als uitgangspunt dat een beperking van de vrijheid tot het doen van dergelijke uitingen ingevolge art.10 lid 2 EVRM slechts is toegestaan, indien zo een beperking bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van de in art.10 lid 2 genoemde belangen, waaronder de bescherming van de goede naam of rechten van anderen. Daarnaast dient een dergelijke beperking proportioneel te zijn. Bij de beantwoording van de vraag of aan deze voorwaarden is voldaan dienen eveneens alle omstandigheden van het betrokken geval in ogenschouw te worden genomen.
4.6. Geenstijl heeft aangevoerd dat een beperking als hiervoor onder 4.5 bedoeld
in dit geval niet gerechtvaardigd is. Bij de beoordeling daarvan is van belang dat het hier gaat om het op internet zetten van filmbeelden van een 20-jarig meisje dat zodanig onder invloed van alcohol verkeert dat, zoals Geenstijl zelf in haar begeleidend commentaar aangaf, sprake is van ‘verlies van decorum’, en om het gelegenheid bieden tot het geven van grievende commentaren van ‘reaguurders’ op het filmpje. Verder is van belang dat Geenstijl heeft aangevoerd met de plaatsing van het filmpje aandacht te willen besteden aan het door veel mensen als storend ervaren bralgedrag van beschonken studenten.
4.7. [eiseres] is middenin de nacht op straat gefilmd, zonder dat ze daarop bedacht hoefde te zijn. Zij is geen bekende persoonlijkheid en vervult geen publieke functies. Door Geenstijl zelf is zij aangeduid als een ‘jong en onzeker meisje’. Ondanks dat zij aanvankelijk aangaf niet gefilmd te willen worden (door het uiten van de woorden ‘rot op’) is de filmer toch doorgegaan, terwijl evenzeer duidelijk was dat [eiseres] onder invloed was van alcohol. De inhoud van het filmpje is, zo heeft Geenstijl zelf ook erkend, voor [eiseres] genant en beschamend. Bovendien werd in het filmpje, door het inzoomen op bepaalde beelden en het herhalen van teksten, de spot met [eiseres] gedreven. Aannemelijk is dat de plaatsing van het filmpje op de websites van Geenstijl een enorme impact op het privéleven van [eiseres] heeft gehad en nog heeft. Het filmpje is honderdduizenden malen bekeken en heeft geleid tot honderden grievende commentaren. [eiseres] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat naar aanleiding van de openbaarmaking op de site van Geenstijl niet alleen zijzelf, maar ook verschillende van haar relaties, waaronder haar huidige en voormalige werkgever bestookt zijn met e-mailberichten, met een onprettige inhoud. Er is aldus sprake van een ernstige aantasting van de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] en van onrechtmatig handelen van Geenstijl jegens haar. [eiseres] heeft er een spoedeisend belang bij dat aan deze aantasting op zo kort mogelijke termijn een einde komt. Een beperking van de uitingsvrijheid van Geenstijl is hier op zijn plaats. Het verwijderen van het filmpje en de bijbehorende commentaren, die onnodig grievend en eveneens onrechtmatig jegens [eiseres] worden geacht, is, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, daartoe een proportionele maatregel, die noodzakelijk is in een democratische samenleving, ter bescherming van de rechten van [eiseres]. Geenstijl heeft voldoende mogelijkheden om zaken als bralgedrag van beschonken studenten op een prikkelende manier aan de kaak te stellen, zonder daarbij de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] op deze ingrijpende wijze aan te tasten. Dit geldt ook voor het bekend maken van het ‘nieuwsfeit’ dat [eiseres] een gerechtelijke procedure tegen Geenstijl is begonnen. Weliswaar is de vorm waarin Geenstijl haar boodschap wil brengen in beginsel vrij, maar het enkele feit dat [eiseres] bij de rechter over het filmpje procedeert verschaft Geenstijl niet een onbeperkt recht om een dergelijk filmpje, ondanks de vergaande aantasting van de persoonlijke levenssfeer van een particulier persoon, op internet te plaatsen. Als het vragen van een gerechtelijk verbod op zich de openbaarmaking van het filmpje zou rechtvaardigen, betekent dit dat voor [eiseres] de toegang tot de rechter zou worden afgesneden omdat zij door het vragen van een publicatieverbod de publicatie zou legitimeren. Dat is in strijd met art. 6 EVRM.
4.8. Geenstijl heeft nog aangevoerd dat [eiseres] het aan haar zelf te wijten heeft dat Geenstijl het filmpje openbaar gemaakt heeft, niet alleen omdat [eiseres] zelf bekend zou hebben gemaakt dat zij tegen Geenstijl ging procederen, maar ook omdat haar recht op privacybescherming beperkt zou zijn, onder meer omdat zij een voor iedereen toegankelijke ‘hyves’ pagina zou hebben. Niet alleen heeft [eiseres] deze stellingen van Geenstijl gemotiveerd betwist, maar ook in het geval deze juist zouden zijn, rechtvaardigt dat niet het publiceren van het onderhavige filmpje. Door het hebben van een hyves pagina, en het (via haar raadsman) doen van mededelingen over de door haar aangespannen procedure heeft [eiseres] haar recht op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer niet prijsgegeven of beperkt. Niet gesteld of gebleken is dat een openbaar toegankelijke hyves pagina van [eiseres] soortgelijke beelden zou bevatten als het filmpje.
4.9. Ook de omstandigheid dat [eiseres] niet in het geniep is gefilmd en er zelf voor heeft gekozen om (in beschonken toestand) recht in de camera te spreken, betekent niet dat zij haar recht op bescherming van haar privacy heeft prijs gegeven.
Dat valt in zijn algemeenheid niet uit deze omstandigheden af te leiden.
Dat zij verder niet duidelijk bij haar standpunt is gebleven dat zij niet gefilmd wenste te worden, is, anders dan Geenstijl heeft aangevoerd, geen reden om aan te nemen dat zij toestemming voor de opnames heeft verleend, laat staan toestemming tot het openbaar maken van de beelden.
4.10. Nu de vordering tot verwijdering van het filmpje, zoals uit het voorgaande volgt, op basis van het portretrecht van [eiseres] en haar recht op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer zal worden toegewezen, behoeven haar stelling dat zij daarop ook auteursrechtelijke aanspraken kan doen gelden en de verweren op dit punt, geen nadere bespreking.
4.11. De vordering tot verwijdering van bij het filmpje geplaatste teksten is eveneens toewijsbaar, nu deze teksten (vrijwel) allemaal grievend van toon zijn en een aantasting opleveren van de persoonlijke levenssfeer van [eiseres]. Ook voor de teksten geldt dat een beperking van de uitingsvrijheid hier op zijn plaats is, op basis van hetgeen op dit punt is overwogen ten aanzien van het filmpje. Een verbod om commentaar te geven op het nieuwsfeit dat over het filmpje een procedure aanhangig is, strekt echter te ver. Meer in het algemeen kan niet op voorhand worden geoordeeld dat een toekomstig commentaar achterwege zou moeten blijven, omdat de onrechtmatigheid en proportionaliteit per geval moeten worden afgewogen.
4.12. Tegenover het gemotiveerde verweer van Geenstijl daartegen, onder meer inhoudend dat niet concreet is gemaakt wat er precies aan Google verzocht zou moeten worden en dat het hier een eigen verantwoordelijkheid van Google betreft, heeft [eiseres] onvoldoende gesteld om het gevorderde onder III toe te wijzen.
4.13. Ook voor toewijzing van de vordering met betrekking tot het verwijderen van kopieën van het filmpje bestaat vooralsnog onvoldoende grond. Dat geldt evenzeer voor de vordering tot het opgeven van de partijen aan wie kopieën van de beelden zijn verstrekt, nog daargelaten dat Geenstijl heeft verklaard dat hiervan geen sprake is geweest.
4.14. Met betrekking tot de gevorderde schadevergoeding geldt dat deze in kort geding alleen zou kunnen worden toegewezen, indien het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is. Bij de afweging van de belangen van partijen wordt mede betrokken het risico dat niet kan worden terugbetaald, in het geval de veroordeling in kort geding geen stand houdt. De toelichting van [eiseres] op deze punten is, mede gezien het verweer van Geenstijl, te summier om aan te nemen dat aan dit criterium is voldaan. Ook heeft zij niet nader gemotiveerd waarom zij wat deze vordering betreft de uitkomst van de thans reeds aanhangig gemaakte bodemprocedure niet zou kunnen afwachten.
4.15. De gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd, als na te melden. Als de op een belangrijk punt in het ongelijk gestelde partij zal Geenstijl worden veroordeeld in de proceskosten. Daarbij bestaat geen aanleiding om af te wijken van het forfaitaire tarief, aangezien de vordering wordt toegewezen op basis van het portretrecht, wat gezien moet worden als een toewijzing op basis van een onrechtmatige daad en niet in verband met de handhaving van een intellectueel eigendomsrecht, waarop art. 1019h van toepassing is.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt Geenstijl om elke openbaarmaking, verveelvoudiging en verspreiding van het in de dagvaarding beschreven filmpje, delen daarvan of beelden (stills) daaruit, in welke vorm ook, met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden;
5.2. bepaalt dat Geenstijl een aan [eiseres] te betalen dwangsom verbeurt van
€ 5.000,- voor iedere dag dat Geenstijl in strijd handelt met het bepaalde in 5.1, met een maximum van € 150.000,-;
5.3. veroordeelt Geenstijl om alle tekst en commentaar op de websites geenstijl.nl en dumpert.nl behorend bij het filmpje, zoals redactionele teksten, al dan niet door derden geplaatste commentaren en/of hyperlinks te verwijderen en verwijderd te houden;
5.4. bepaalt dat Geenstijl een aan [eiseres] te betalen dwangsom verbeurt van
€ 1.000,- voor iedere dag dat Geenstijl nalaat aan de veroordeling onder 5.3 te voldoen, met een maximum van € 100.000,-;
5.5. veroordeelt Geenstijl in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
– € 313,- aan vastrecht en
– € 816,- aan salaris advocaat;
5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Tonkens - Gerkema, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, giffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2009.?