2. Eisers vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover uitvoerbaar bij voorraad, Bullet Sound zal veroordelen:
a. tot betaling aan [eiser sub 1] van € 78.115,00 als schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, van de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 mei 2009, van € 1.500,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten en van de proceskosten, daaronder de kosten van de beslagleggingen begrepen;
b. tot betaling aan [eiser sub 2] van € 29.723,00 als schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, van de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 april 2009, van € 1.500,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten en van de proceskosten, daaronder de kosten van de beslagleggingen begrepen.
3. Eisers menen dat er van een kennelijk onredelijk ontslag sprake is, omdat het ontslag aan hen gegeven is om een valse of voorgewende reden. Bovendien vinden zij, zo moet uit hun stellingen opgemaakt worden, dat mede in aanmerking genomen de voor hen getroffen voorzieningen en de voor hen bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging.
4. De financiële noodzaak van de gestelde sluiting van de studio heeft Bullet Sound volgens eisers volstrekt onvoldoende onderbouwd, zodat niet beoordeeld kan worden, of dat inderdaad om bedrijfseconomische redenen geboden is. Ten onrechte heeft Bullet Sound aan het UWV Werkbedrijf als reden voor haar verzoek om toestemming voor de opzegging van de dienstverbanden opgegeven dat zij haar bedrijfsactiviteiten per 1 februari 2009 zou staken. Dat is echter niet zo. Bullet Sound heeft zelf naar voren gebracht dat zij nog steeds aan klanten de studio en de daarbij behorende apparatuur verhuurd.
5. Bij Bullet Sound is van enig personeelsbeleid, gericht op vergroting van de inzetbaarheid van eisers op de arbeidsmarkt, is geen sprake geweest. [eiser sub 1] heeft tijdens zijn dienstverband geen opleiding genoten. Wat Ran tijdens het dienstverband aan opleidingen gekregen heeft, is verwaarloosbaar.
6. Anders dan Bullet Sound beweert, heeft zij niets noemenswaardigs gedaan om eisers te helpen bij het vinden van ander werk. Haar stelling dat herplaatsing van eisers binnen het concern waartoe Bullet Sound behoort, niet mogelijk is, heeft zij in het geheel niet onderbouwd.
7. Dat Bullet Sound deel uitmaakt van het concern de holding Eind Goed Al Goed B.V., is ook relevant voor haar financiële draagkracht. In dit verband wijzen eisers erop dat het pand van Bullet Sound binnen het concern verkocht is. Eisers zijn van oordeel dat de financiële situatie van Bullet Sound ten tijde van de opzegging in elk geval ruimte liet voor een fatsoenlijke beëindigingsvergoeding en in het verlengde daarvan het uitblijven van een dergelijke vergoeding de opzegging van de arbeidsovereenkomsten kennelijk onredelijk doet zijn.
8. De door eisers gevorderde vergoedingen zijn door hen met een uitvoerige motivering aan de hand van jurisprudentie gebaseerd op de kantonrechtersformule die gehanteerd wordt bij ontbinding van arbeidsovereenkomsten door de kantonrechter op grond van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek.
Het verweer
9. Bullet Sound bestrijdt de vorderingen van eisers. Zij bestrijden dat de ontslagen kennelijk onredelijk zijn.
10. Naar haar oordeel heeft zij afdoende aangetoond dat zij met recht heeft mogen besluiten haar bedrijfsactiviteiten te staken. Het staat vast dat zij al geruime tijd structureel verlies heeft geleden. Uit haar overgelegde winst- en verliesrekeningen over 2005 tot en met 2007 en over 2008 (tot en met oktober) blijkt dat en ook dat er geen zicht is op verbetering. Haar werknemers waren al lang bekend met het feit dat Bullet Sound in een structureel slechte financiële situatie verkeerde. Bullet Sound betwist dat zij haar personeelsgerichte bedrijfsactiviteiten nog voortzet. Het enige wat zij nog doet, is de studioruimten (onder de kostprijs) verhuren aan derden op hun verzoek, zolang zij het pand met de nog aanwezige apparatuur nog niet heeft verkocht. Van een valse of voorgewende reden is dan ook geen sprake.
11. Ook is het niet zo dat mede in aanmerking genomen de voor hen getroffen voorzieningen en de voor hen bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging te ernstig voor eisers zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging.
12. Haar slechte financiële situatie is alle omstandigheden in aanmerking genomen van doorslaggevend belang voor het oordeel of de opzegging van de arbeidsovereenkomsten door Bullet Sound kennelijk onredelijk is. Er is geen enkele reden om de financiële situatie van het concern als geheel mee te nemen in de beoordeling van de vraag of zij genoodzaakt was de arbeidsovereenkomsten te beëindigen en of zij een hogere vergoeding aan haar werknemers had kunnen aanbieden. Bullet Sound is een zelfstandige en onafhankelijke vennootschap voor wie de opneming in de fiscale eenheid van het concern voordelig geweest is. De financiële positie van het concern waartoe zij behoort, als geheel is niet van belang, omdat er geen enkele aansprakelijkheid van de moedervennootschap voor Bullet Sound is. Desondanks heeft het concern meerdere jaren onverplicht veel geld in Bullet Sound gestoken om haar in staat te stellen haar financiële verplichtingen na te komen.
13. Mocht toch geoordeeld worden dat de financiële situatie van het concern als geheel wel een rol speelt bij de vraag of Bullet Sound een hogere vergoeding kan betalen dan zij aan eisers aangeboden heeft, dan geldt ook dat de situatie van de onderneming als geheel geen ruimte daarvoor laat.
14. Bullet Sound vindt dat zij zich wel degelijk substantieel ingespannen heeft om ander passend werk voor eisers te vinden. Eisers hebben zich weinig actief daarbij opgesteld. Binnen haar concern bleken geen vergelijkbare werkzaamheden voorhanden die door eisers uitgevoerd zouden kunnen worden Overigens waren eisers vanaf 2004 op de hoogte van haar slechte financiële situatie, zodat zij al geruime tijd gelegenheid te over hadden om zelf naar ander passend werk om te zien.
15. Bullet Sound is het er niet mee eens, dat zij tekort geschoten is in haar taak om de inzetbaarheid van eisers op de arbeidsmarkt te vergroten. Zij heeft hen de gelegenheid geboden om zich doorlopend bij te scholen. Eisers konden zich op de hoogte houden van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van audiovideo en op haar kosten opleidingen volgen. Van die laatste mogelijkheid hebben eisers geen gebruik gemaakt. Er heeft “training on the job” plaatsgevonden. [eiser sub 1] heeft zich tijdens het dienstverband bij Bullet Sound kunnen ontwikkelen tot een volwaardig onderhoudstechnicus.
16. Onder aanvoering van verschillende argumenten heeft Bullet Sound betoogd dat er geen reden is voor toepassing van de kantonrechtersformule of een variant daarvan. Mocht dat toch gebeuren, dan rechtvaardigt haar financiële situatie een aanzienlijke matiging van de correctiefactor.
Beoordeling
17. Ingevolge artikel 7:681 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek moet de rechter indien een van de partijen van een arbeidsovereenkomst deze kennelijk onredelijk opzegt, steeds aan de wederpartij een schadevergoeding toekennen.
18. Opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever zal, aldus artikel 7:681 lid 2 BW, onder andere kennelijk onredelijk geacht kunnen worden te zijn,
- wanneer deze geschiedt onder opgave van een voorgewende of valse reden;
- wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging.
19. Met de Raad van Bestuur van UWV Werkbedrijf in zijn beschikkingen van 15 januari 2009 is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat uit de door Bullet Sound overgelegde financiële gegevens kan worden afgeleid dat Bullet Sound zich al geruime tijd in een slechte financiële situatie bevindt, wat haar ertoe genoopt heeft te besluiten haar bedrijfsactiviteiten per 1 februari 2009 te beëindigen en om die reden de arbeidsovereenkomsten aan eisers op te zeggen. Bullet Sound heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij haar studio en de zich daarin bevindende apparatuur na 1 februari 2009 nog aan derden verhuurt enkel en alleen omdat zij in afwachting is van het moment dat zij erin zal slagen deze zaken te verkopen. De stelling van eisers dat de opzegging van de arbeidsovereenkomsten aan eisers is geschied onder opgave van een voorgewende of valse reden, gaat daarom niet op.
20. Vraag is dus nu, of de gevolgen van de opzegging voor eisers te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging, waarbij de voor eisers door Bullet Sound getroffen voorzieningen en de voor eisers bestaande mogelijkheden in aanmerking genomen moeten worden.