ECLI:NL:RBAMS:2009:BK2057

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CV 09-1695
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M.P.M. Strengers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk onredelijk ontslag en schadevergoeding bij Bullet Sound Studio's B.V.

In deze zaak vorderden eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag door hun werkgever, Bullet Sound Studio's B.V. De kantonrechter te Hilversum oordeelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was en dat Bullet Sound onvoldoende had onderbouwd dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten noodzakelijk was vanwege bedrijfseconomische redenen. De eisers waren in loondienst bij Bullet Sound, waarbij [eiser sub 1] werkzaam was als onderhoudstechnicus en [eiser sub 2] als geluidstechnicus. Hun arbeidsovereenkomsten eindigden respectievelijk op 1 mei 2009 en 1 april 2009, na toestemming van het UWV Werkbedrijf. De kantonrechter concludeerde dat Bullet Sound niet voldoende had aangetoond dat de financiële situatie zo slecht was dat ontslag gerechtvaardigd was. De rechter oordeelde dat de gevolgen van het ontslag voor de eisers te ernstig waren in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging. De kantonrechter kende aan [eiser sub 1] een schadevergoeding van € 27.500,00 en aan [eiser sub 2] een schadevergoeding van € 7.500,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werden buitengerechtelijke kosten van € 1.500,00 per eiser toegewezen. De proceskosten werden eveneens aan Bullet Sound opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 7 oktober 2009.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE HILVERSUM
Kenmerk: CV 09-1695
Datum: 7 oktober 2009
251
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER TE HILVERSUM
in de zaak van:
1. [eiser sub 1]
2. [eiser sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
gemachtigde: mr. B.P. van Luyn
t e g e n:
de besloten vennootschap BULLET SOUND STUDIO'S B.V.
gevestigd te Nederhorst den Berg
gedaagde
nader te noemen Bullet Sound
gemachtigde: mr. S. van Waegeningh
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 6 april 2009 inhoudende de vordering van eisers met bewijsstukken
- de conclusie van antwoord van Bullet Sound met bewijsstukken
- de conclusie van repliek van eisers met bewijsstukken
- de conclusie van dupliek van Bullet Sound.
Vonnis is nader bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
1. Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
1.1. Bullet Sound is een te Hilversum gevestigde besloten vennootschap die een bedrijf voert dat een muziekstudio en de daarbij behorende opname-apparatuur beheert en exploiteert. Blijkens een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 23 februari 2009 is haar enige aandeelhouder New Dayglow B.V. en haar enige directeur Eind Goed Al Goed B.V. te Hilversum.
1.2. Eisers zijn bij Bullet Sound in loondienst geweest, [eiser sub 1] vanaf 1 december 1987 tot 1 mei 2009 en [eiser sub 2] vanaf 1 november 1996 tot 1 april 2009. De functie van [eiser sub 1] was op het laatst onderhoudstechnicus en die van [eiser sub 2] geluidstechnicus. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst was [eiser sub 1] 46 jaar oud en [eiser sub 2] 34 jaar.
1.3. De arbeidsovereenkomsten van partijen kwamen tot een einde doordat Bullet Sound eisers ontsloegen met inachtneming van de voor hen geldende opzegtermijnen met toestemming van het UWV Werkbedrijf, verleend bij beschikkingen d.d. 12 januari 2009. De door Bullet Sound aangeboden ontslagvergoeding van 2,5 maandsalarissen hebben eisers afgewezen. De opgegeven reden voor het ontslag was het besluit van Bullet Sound om vanwege bedrijfseconomische redenen en wel de structureel slechte financiële situatie, alle bedrijfsacitviteiten per 1 februari 2009 te staken.
1.4. Door eisers zijn op 27 februari 2009 conservatoire beslagen gelegd op roerende zaken van Bullet Sound ter bewaring van hun vermeende rechten.
Vordering
2. Eisers vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover uitvoerbaar bij voorraad, Bullet Sound zal veroordelen:
a. tot betaling aan [eiser sub 1] van € 78.115,00 als schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, van de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 mei 2009, van € 1.500,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten en van de proceskosten, daaronder de kosten van de beslagleggingen begrepen;
b. tot betaling aan [eiser sub 2] van € 29.723,00 als schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, van de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 april 2009, van € 1.500,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten en van de proceskosten, daaronder de kosten van de beslagleggingen begrepen.
3. Eisers menen dat er van een kennelijk onredelijk ontslag sprake is, omdat het ontslag aan hen gegeven is om een valse of voorgewende reden. Bovendien vinden zij, zo moet uit hun stellingen opgemaakt worden, dat mede in aanmerking genomen de voor hen getroffen voorzieningen en de voor hen bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging.
4. De financiële noodzaak van de gestelde sluiting van de studio heeft Bullet Sound volgens eisers volstrekt onvoldoende onderbouwd, zodat niet beoordeeld kan worden, of dat inderdaad om bedrijfseconomische redenen geboden is. Ten onrechte heeft Bullet Sound aan het UWV Werkbedrijf als reden voor haar verzoek om toestemming voor de opzegging van de dienstverbanden opgegeven dat zij haar bedrijfsactiviteiten per 1 februari 2009 zou staken. Dat is echter niet zo. Bullet Sound heeft zelf naar voren gebracht dat zij nog steeds aan klanten de studio en de daarbij behorende apparatuur verhuurd.
5. Bij Bullet Sound is van enig personeelsbeleid, gericht op vergroting van de inzetbaarheid van eisers op de arbeidsmarkt, is geen sprake geweest. [eiser sub 1] heeft tijdens zijn dienstverband geen opleiding genoten. Wat Ran tijdens het dienstverband aan opleidingen gekregen heeft, is verwaarloosbaar.
6. Anders dan Bullet Sound beweert, heeft zij niets noemenswaardigs gedaan om eisers te helpen bij het vinden van ander werk. Haar stelling dat herplaatsing van eisers binnen het concern waartoe Bullet Sound behoort, niet mogelijk is, heeft zij in het geheel niet onderbouwd.
7. Dat Bullet Sound deel uitmaakt van het concern de holding Eind Goed Al Goed B.V., is ook relevant voor haar financiële draagkracht. In dit verband wijzen eisers erop dat het pand van Bullet Sound binnen het concern verkocht is. Eisers zijn van oordeel dat de financiële situatie van Bullet Sound ten tijde van de opzegging in elk geval ruimte liet voor een fatsoenlijke beëindigingsvergoeding en in het verlengde daarvan het uitblijven van een dergelijke vergoeding de opzegging van de arbeidsovereenkomsten kennelijk onredelijk doet zijn.
8. De door eisers gevorderde vergoedingen zijn door hen met een uitvoerige motivering aan de hand van jurisprudentie gebaseerd op de kantonrechtersformule die gehanteerd wordt bij ontbinding van arbeidsovereenkomsten door de kantonrechter op grond van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek.
Het verweer
9. Bullet Sound bestrijdt de vorderingen van eisers. Zij bestrijden dat de ontslagen kennelijk onredelijk zijn.
10. Naar haar oordeel heeft zij afdoende aangetoond dat zij met recht heeft mogen besluiten haar bedrijfsactiviteiten te staken. Het staat vast dat zij al geruime tijd structureel verlies heeft geleden. Uit haar overgelegde winst- en verliesrekeningen over 2005 tot en met 2007 en over 2008 (tot en met oktober) blijkt dat en ook dat er geen zicht is op verbetering. Haar werknemers waren al lang bekend met het feit dat Bullet Sound in een structureel slechte financiële situatie verkeerde. Bullet Sound betwist dat zij haar personeelsgerichte bedrijfsactiviteiten nog voortzet. Het enige wat zij nog doet, is de studioruimten (onder de kostprijs) verhuren aan derden op hun verzoek, zolang zij het pand met de nog aanwezige apparatuur nog niet heeft verkocht. Van een valse of voorgewende reden is dan ook geen sprake.
11. Ook is het niet zo dat mede in aanmerking genomen de voor hen getroffen voorzieningen en de voor hen bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging te ernstig voor eisers zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging.
12. Haar slechte financiële situatie is alle omstandigheden in aanmerking genomen van doorslaggevend belang voor het oordeel of de opzegging van de arbeidsovereenkomsten door Bullet Sound kennelijk onredelijk is. Er is geen enkele reden om de financiële situatie van het concern als geheel mee te nemen in de beoordeling van de vraag of zij genoodzaakt was de arbeidsovereenkomsten te beëindigen en of zij een hogere vergoeding aan haar werknemers had kunnen aanbieden. Bullet Sound is een zelfstandige en onafhankelijke vennootschap voor wie de opneming in de fiscale eenheid van het concern voordelig geweest is. De financiële positie van het concern waartoe zij behoort, als geheel is niet van belang, omdat er geen enkele aansprakelijkheid van de moedervennootschap voor Bullet Sound is. Desondanks heeft het concern meerdere jaren onverplicht veel geld in Bullet Sound gestoken om haar in staat te stellen haar financiële verplichtingen na te komen.
13. Mocht toch geoordeeld worden dat de financiële situatie van het concern als geheel wel een rol speelt bij de vraag of Bullet Sound een hogere vergoeding kan betalen dan zij aan eisers aangeboden heeft, dan geldt ook dat de situatie van de onderneming als geheel geen ruimte daarvoor laat.
14. Bullet Sound vindt dat zij zich wel degelijk substantieel ingespannen heeft om ander passend werk voor eisers te vinden. Eisers hebben zich weinig actief daarbij opgesteld. Binnen haar concern bleken geen vergelijkbare werkzaamheden voorhanden die door eisers uitgevoerd zouden kunnen worden Overigens waren eisers vanaf 2004 op de hoogte van haar slechte financiële situatie, zodat zij al geruime tijd gelegenheid te over hadden om zelf naar ander passend werk om te zien.
15. Bullet Sound is het er niet mee eens, dat zij tekort geschoten is in haar taak om de inzetbaarheid van eisers op de arbeidsmarkt te vergroten. Zij heeft hen de gelegenheid geboden om zich doorlopend bij te scholen. Eisers konden zich op de hoogte houden van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van audiovideo en op haar kosten opleidingen volgen. Van die laatste mogelijkheid hebben eisers geen gebruik gemaakt. Er heeft “training on the job” plaatsgevonden. [eiser sub 1] heeft zich tijdens het dienstverband bij Bullet Sound kunnen ontwikkelen tot een volwaardig onderhoudstechnicus.
16. Onder aanvoering van verschillende argumenten heeft Bullet Sound betoogd dat er geen reden is voor toepassing van de kantonrechtersformule of een variant daarvan. Mocht dat toch gebeuren, dan rechtvaardigt haar financiële situatie een aanzienlijke matiging van de correctiefactor.
Beoordeling
17. Ingevolge artikel 7:681 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek moet de rechter indien een van de partijen van een arbeidsovereenkomst deze kennelijk onredelijk opzegt, steeds aan de wederpartij een schadevergoeding toekennen.
18. Opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever zal, aldus artikel 7:681 lid 2 BW, onder andere kennelijk onredelijk geacht kunnen worden te zijn,
- wanneer deze geschiedt onder opgave van een voorgewende of valse reden;
- wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging.
19. Met de Raad van Bestuur van UWV Werkbedrijf in zijn beschikkingen van 15 januari 2009 is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat uit de door Bullet Sound overgelegde financiële gegevens kan worden afgeleid dat Bullet Sound zich al geruime tijd in een slechte financiële situatie bevindt, wat haar ertoe genoopt heeft te besluiten haar bedrijfsactiviteiten per 1 februari 2009 te beëindigen en om die reden de arbeidsovereenkomsten aan eisers op te zeggen. Bullet Sound heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij haar studio en de zich daarin bevindende apparatuur na 1 februari 2009 nog aan derden verhuurt enkel en alleen omdat zij in afwachting is van het moment dat zij erin zal slagen deze zaken te verkopen. De stelling van eisers dat de opzegging van de arbeidsovereenkomsten aan eisers is geschied onder opgave van een voorgewende of valse reden, gaat daarom niet op.
20. Vraag is dus nu, of de gevolgen van de opzegging voor eisers te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging, waarbij de voor eisers door Bullet Sound getroffen voorzieningen en de voor eisers bestaande mogelijkheden in aanmerking genomen moeten worden.
21. Behalve het aanbieden van een vergoeding van 2,5 maandsalarissen heeft Bullet Sound voor eisers geen noemenswaardige voorzieningen getroffen. Dat Bullet Sound nagegaan is of binnen het concern waartoe zij behoort, ander passend werk voor eisers beschikbaar was en dat zij hen geïntroduceerd heeft bij Avi-drome/Teamfacilities, kan toch moeilijk gekwalificeerd als voorzieningen als bedoeld in artikel 7:681 lid 2 BW.
22. Met betrekking tot de voor eisers bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, wordt in de eerste plaats geconstateerd dat voor zover er gesproken moet worden van een verplichting van een werkgever om de inzetbaarheid van zijn werknemers in stand te houden en / of te vergroten, Bullet Sound voldoende aannemelijk gemaakt heeft dat zij in de gegeven omstandigheden eisers daartoe voldoende mogelijkheden geboden heeft. Voorts moet geconstateerd worden dat eisers over de voor hen bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden ten tijde van de opzegging van hun dienstverbanden door Bullet Sound bitter weinig informatie verschaft hebben. Zij hebben volstaan met te wijzen op hun lange dienstverbanden, waarin zij volgens hen eenzijdig werk zouden hebben verricht, op hun schoolopleidingen ([eiser sub 1] LTS en [eiser sub 2] Havo) en het feit dat zij geen courante opleidingen hebben gevolgd.
23. Gezien hun leeftijden, hun beroepen, hun opleidingen en hun langdurige dienstverbanden gaat de kantonrechter ervan uit dat op het tijdstip van de opzegging van hun dienstverbanden in januari 2009 de mogelijkheden van eisers om passend werk te krijgen niet in ongunstig zin afweken van de kansen die werknemers zoals eisers begin 2009 door de bank genomen hadden om passend werk te vinden.
24. Begin 2009 was de arbeidsmarkt voor de werknemers niet gunstig. In aanmerking genomen alle overige hiervoor overwogen omstandigheden moet dan ook de conclusie zijn dat het ontslag aan eisers kennelijk onredelijk was en aan eisers ten laste van Bullet Sound een schadevergoeding moet worden toegekend.
25. Tussen partijen is uitvoerig in debat geweest, of in een geval van kennelijk onredelijk ontslag bij toekenning van de schadevergoeding de kantonrechtersformule of een variant daarop door de kantonrechter moet worden toegepast.
26. Bij de beantwoording van die vraag stelt de kantonrechter voorop dat de kantonrechtersformule niet een door de rechter krachtens een wettelijke bepaling toe te passen formule is. De kantonrechtersformule is gebaseerd op en vloeit voort uit de aanbevelingen van de Kring van Kantonrechters ter vaststelling van een vergoeding die door de kantonrechter in geval zij of hij een arbeidsovereenkomst op grond van een wijziging van omstandigheden ontbindt, krachtens artikel 7:685 BW aan de werknemer ten laste van de werkgever toegekend kan worden.
27. De aanbevelingen van de Kring van Kantonrechters waarop de kantonrechtersformule gebaseerd is, gelden dus niet voor de bepaling van de schadevergoeding die de kantonrechter ingevolge artikel 7:681 BW dient toe te kennen in geval van een kennelijk onredelijk ontslag. Dat neemt niet weg dat die formule in veel gevallen mede gebruikt kan worden door de kantonrechter bij de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding als deze uit hoofde van artikel 7:681 BW toegekend moet worden.
28. Bij de bepaling van de hoogte van de aan eisers toe te kennen schadevergoeding houdt de kantonrechter rekening met hun leeftijden, de duur van hun dienstverbanden, de hoogte van hun salarissen, de tijd tussen het tijdstip dat zij ernstig rekening moesten houden met de beëindiging van hun dienstverbanden en het tijdstip dat dat een feit werd alsmede met de situatie op de arbeidsmarkt begin 2009 en enigermate met de slechte financiële situatie van Bullet Sound.
29. Met het feit dat Bullet Sound deel uitmaakt van een concern, dat op zich genomen wellicht in staat geacht moet zijn Bullet Sound de middelen te verschaffen om de schadevergoeding aan eisers te betalen, welke aan eisers toegekend was, als Bullet Sound in een betere financiële situatie verkeerd had, houdt de kantonrechter geen rekening. Niet gebleken is dat de moedermaatschappij van Bullet Sound daartoe verplicht is, zodat Bullet Sound dat niet van de moedervennootschap kan afdwingen
30. Eisers hebben in redelijkheid de buitengerechtelijke kosten gemaakt waarvan zij vergoeding door Bullet Sound vorderen. Nu hun vordering voor een belangrijk deel wordt toegewezen, dienen zij ook de kosten van de beslagen die zij gelegd hebben ter verzekering van hun verhaal op de activa van Bullet Sound, vergoed te krijgen.
31. Bij deze uitkomst van de procedure dient Bullet Sound veroordeeld te worden in de proceskosten.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. veroordeelt Bullet Sound om aan [eiser sub 1] te betalen € 27.500,-- bruto te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2009 tot de dag der voldoening en aan [eiser sub 2]
€ 7.500,-- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 200 tot de dag der voldoening
II. veroordeelt Bullet Sound om aan ieder van eisers ter vergoeding van buitengerechtelijke kosten € 1.500,00 te betalen;
III. wijst af het meer of anders gevorderde;
IV. veroordeelt Bullet Sound in de kosten van de procedure aan de zijde van eisers gevallen, tot op heden begroot op:
- voor verschuldigd griffierecht € 208,00
- voor het exploot van dagvaarding € 85,98
- voor salaris van gemachtigde
- voor beslagkosten €
€ 1.200,00
654,66
in totaal: € 2.148,64
één en ander, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
V. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. F.M.P.M. Strengers, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 oktober 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter