ECLI:NL:RBAMS:2009:BK3502
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Sj.A. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Geschil over erfdienstbaarheid met betrekking tot parkeermogelijkheden op grindterrein tussen buren
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, betreft het een kort geding tussen twee buren over de uitoefening van erfdienstbaarheden met betrekking tot een grindterrein. De eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], hebben vorderingen ingesteld tegen de gedaagde, [gedaagde], met betrekking tot het recht om te parkeren op het grindterrein dat eigendom is van de gedaagde. De eisers vorderen onder andere dat de gedaagde onderhoudswerkzaamheden aan het grindterrein laat uitvoeren en dat hij hen niet hindert in het gebruik van de parkeerplaatsen die voortvloeien uit de erfdienstbaarheid. De rechtbank heeft op 8 oktober 2009 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de partijen al geruime tijd in een conflict verwikkeld zijn over de erfdienstbaarheden die zijn gevestigd ten behoeve van de percelen van de eisers. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er een spoedeisend belang bestaat bij het onderhoud van het grindterrein. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagde niet verplicht is om de parkeerplaatsen voor de eisers te markeren of te verplaatsen, en dat de gedaagde het recht heeft om aan te geven waar wel en niet geparkeerd mag worden.
De rechtbank heeft de eisers in de proceskosten veroordeeld, omdat zij in het ongelijk zijn gesteld. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken tussen buren over het gebruik van gemeenschappelijke ruimtes en de noodzaak om juridische geschillen op een constructieve manier op te lossen.